Othman heeft geen hoge pet op van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) uit 1948. Deze verklaring ademt de geest van het Westerse individualisme. De utopische verwoording werd door de opstellers met de voeten getreden in de koloniale landen waar zij de baas waren. Mensenrechten kunnen echter niet de basis zijn voor maatschappelijke eenheid, omdat ze voorbij gaan aan de identiteit van burgers. Identiteit kan een ‘tikkende tijdbom’ zijn in de samenleving. Recensie door Jart Voortman.