Erasing History – Jason Stanley
“Het doel van het bestuderen van de geschiedenis is niet om het menselijk handelen te bespotten, noch om erover te huilen of om het te haten, maar om het te begrijpen en er hopelijk dan van te leren voor onze toekomst” schreef Nelson Mandela. Dat is een nobele gedachte, maar wordt problematisch als politieke en intellectuele leiders de geschiedenis naar hun hand willen zetten. Hannah Arendt waarschuwde er in een toespraak in 1975 nog voor dat totalitaire regeringen naar hun eigen goeddunken proberen om de geschiedenis te herschrijven of te begraven. Dat is ook de mening van Jason Stanley, een professor filosofie aan de universiteit van Yale, die in zijn nieuw boek Erasing History aantoont hoe extreemrechts wereldwijd bezig is het verleden aan te passen aan haar ideologische opvattingen.
Stanley weet waarover hij schrijft. Zijn grootouders van moederskant waren afkomstig uit het oosten van Polen en werden in 1940 op bevel van Stalin gedeporteerd naar een Goelagkamp samen met 130.000 andere Polen, maar ze overleefden het. Zijn grootmoeder van vaderskant was dan weer een geassimileerde Duitse Jodin. Zijn vader moest vluchten uit Nazi-Duitsland en slaagde erin om professor te worden aan de Maxwell School of Citizenship and Public Affairs in Syracuse in de Verenigde Staten. Stanley kent de methodiek van het communisme en het fascisme waarbij het onderwijs ten dienste moet staan ter ophemeling van het eigen volk tot mythische proporties en onvoorwaardelijke steun aan de charismatische leider. Daarnaast voeren totalitaire regimes een strikte controle uit op de publicatie en verspreiding van boeken. Boeken van auteurs die niet passen binnen het totalitaire gedachtegoed werden verboden of verbrand, zoals gebeurde op 10 mei 1933 op de Opernplatz in Berlijn.
Ook autoritaire leiders vandaag beseffen goed dat als ze het politieke systeem willen veranderen, ze controle moeten krijgen op het onderwijs, maar ook op bibliotheken, musea en media. Onder impuls van Viktor Orbán introduceerde Hongarije begin 2020 een nieuw Nationaal Kerncurriculum. Het biedt de ideologisch-theoretisch-filosofische basis voor de belangrijkste kennisgebieden die op scholen moeten worden overgedragen. Op de aanbevolen literatuurlijst is geen sprake meer van bekende schrijvers als Péter Esterházy en Imre Kertész (die de Shoah overleefde en in 2002 de Nobelprijs voor Literatuur won). In hun plaats staan nu werken van de controversiële auteurs Albert Wass en József Nyirő die betrokken waren bij het fascistische regime in Hongarije tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nyirő was een felle antisemiet en een grote bewonderaar van Joseph Goebbels. In 2017 begon Orban ook een aanval op de Central European University in Boedapest die steun kreeg van de Joods-Hongaarse filantroop George Soros. Orbán beschouwde de universiteit als een bedreiging voor zijn creatie van een illiberale democratie. Volgens de Washington Post werd de universiteit ‘het voornaamste doelwit van Orbáns campagne om het multiculturele, tolerante liberalisme van Europa te ontmantelen’.
Stanley beschrijft een soortgelijke houding in het Turkije van de autoritaire Recep Tayyip Erdoğan die zijn land in een steeds meer islamitische richting duwt. Zo liet hij in de nieuwe schoolboeken de geschiedenis van het secularisme in de Turkse Republiek drastisch inperken, suggererend dat het geen invloed had op de geschiedenis van het land, en liet het vervangen door een nationaal en religieus bewustzijn dat in essentie uit het Ottomaanse tijdperk stamt, aldus Stanley. Tegelijk werden heel wat onderwijzers en directeuren van scholen vervangen door aanhangers van de regerende AKP-partij van Erdoğan en in 2016 werden meer dan 15.000 medewerkers van het ministerie van Onderwijs ontslaan. Geen wonder ook dat delen Darwins evolutietheorie uit het curriculum van de middelbare school werden geschrapt. Het leidde tot heel wat kritiek bij academici van de beste Turkse universiteiten, maar tevergeefs.
Ook India is formeel een seculiere en democratische staat waarin de vrijheid van godsdienst verankerd werd in de grondwet. Maar onder impuls van radicale hindoes van de Bharatiya Janata Party van premier Narendra Modi, raken moslims er steeds meer in de verdrukking. Die radicale hindoes streven naar de hindutva, een versterking van de culturele, nationale en religieuze hindoe-identiteit van India. Ze proberen hun ideologie van de superioriteit van de hindoes door te duwen via het onderwijs. Zo heeft de Nationale Raad voor Onderwijsonderzoek en Opleiding in 2023 de geschiedenisboeken die in openbare scholen in heel India worden gebruikt, drastisch herschreven, allemaal ter ondersteuning van het hindoe-nationalisme. Een aantal hoofdstukken over cruciale onderdelen van de 300-jarige geschiedenis van het Mogoltijdperk in India, werden geschrapt. Dit gebeurde volgens critici van het regime als een poging om de 'mosliminvloed' op India te verdoezelen. Tegelijk stellen de radicale hindoes dat het secularisme, dat de basis vormt van de democratie in India, een uitvinding is van de kolonialisten en op de schop moet. Liberale intellectuelen in het land krijgen het dan ook steeds moeilijker.
Nationalisten en extreemrechts richten hun pijlen ook op musea. Polen opende in 2017 het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Gdansk. De bedoeling was om aandacht te besteden aan elke bevolkingsgroep die geleden had tijdens de oorlog, dus ook de Poolse Joden die vernietigd werden tijdens de Shoah en de Sovjet-krijgsgevangenen die er vermoord werden door de nazi’s. Maar de Poolse conservatief-nationalistische partij Recht en Rechtvaardigheid greep in en dwong het museum om zijn narratief te veranderen waarbij de nadruk enkel ligt op het unieke Poolse lijden tijdens de oorlog. Het is een voorbeeld van het uitwissen van de geschiedenis, gericht op het ondermijnen van de liberale democratie, aldus Stanley. Nog cynischer is de Israëlische politiek van Netanyahu om gewone burgers en civiele doelen in Gaza te bombarderen, in het bijzonder ook gebouwen van universiteiten, scholen en musea in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Daarmee vernietigt hij niet alleen het Palestijnse erfgoed, maar geeft hij aan veel mensen in Israël een voorwendsel om de legitieme claims van de Palestijnen over de eigendom van hun land, naast zich neer te leggen.
In Rusland is Poetin via de ontmanteling van kritische onderwijsinstellingen en musea al langer bezig met het opleggen van een nieuw narratief. Stanley verwijst hier naar de Russische organisatie Memorial die zich toelegde op het belang van mensenrechten en het bekendmaken van de misdaden onder Stalin. In 2022 kreeg Memorial de Nobelprijs voor de Vrede voor het promoten van het recht om machthebbers te bekritiseren, en het beschermen van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers. Maar een jaar eerder werd Memorial onder impuls van Poetin verboden door het Russische Hooggerechtshof. Hij stoorde zich aan de focus op negatieve gebeurtenissen uit de Russische geschiedenis en wilde een beter beeld ophangen van het Sovjetverleden. In 2023 stelde het Russische ministerie van Onderwijs een gloednieuw handboek geschiedenis voor waarin de ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne wordt voorgesteld als een noodzaak voor demilitarisering en denazificering. Volgens Ria Laenen, regio-expert Rusland en Eurazië aan de KU Leuven, gaat de Russische bevolking erg mee in dat gloriëren van de Grote Vaderlandse oorlog en de uiteindelijke overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Intussen worden ook nieuwe standbeelden voor Stalin onthuld in Rusland.
Maar het belangrijkste doelwit van Stanley is de actuele houding van de VS tegenover de geschiedenis. In verschillende staten interveniëren extreemrechtse politici in het onderwijs, worden boeken verbannen uit bibliotheken en scholen, en vallen er vooral de niet religieuze (lees ‘publieke’) scholen aan. Ze bepleiten bidden op school en willen dat leerlingen creationisme aanleren in plaats van de evolutietheorie. Ze keren zich tegen onderwijzers op alle niveaus omwille van hun zogenaamde linkse ideologieën en veranderen de leerplannen om de grootsheid en superioriteit van het eigen blanke volk en de eigen (christelijke) religie te promoten. In de herfst van 2020 verklaarde Trump reeds dat het ‘onze missie is om de nalatenschap van de Amerikaanse stichters en de deugden van de Amerikaanse helden te verdedigen’. Wat Trump niet wilde, was aandacht voor de geschiedenis van de uitroeiing van de native Americans en het slavernijverleden van de zwarte medeburgers. Ook homoseksualiteit krijgt geen plaats meer in Trumps visie.
Om die redenen grijpen Republikeinse medestanders van Trump in om universiteiten aan te pakken die ze omschrijven als ‘Marxistische universiteiten’. De voorbije weken heeft Trump de federale subsidies geblokkeerd voor vooraanstaande universiteiten zoals de Columbia University, de University of Pennsylvania en Harvard. Hij aanvaardt geen protesten meer tegen de Israëlische politiek, tegen de vermeende blanke superioriteit tegenover andere ‘rassen’, en voor de bescherming van de LGBTQ-gemeenschap. Maar het kan nog erger. Wat als de algoritmes voor artificiële intelligentie gebaseerd worden op het narratief van extreemrechts? Wat zullen onze kinderen en kleinkinderen dan nog te leren krijgen? De strijd voor onafhankelijke, publieke, open en kritische scholen is van essentieel belang. Wie dat niet inziet, moet dringend dit boek lezen of het discours van extreemrechts ondergaan.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Jason Stanley, Erasing History, One Signal Publishers, 2024