Migratie, levensbeschouwing en neutraliteit van de overheid – Alain Vannieuwenburg

Migratie, levensbeschouwing en neutraliteit van de overheid – Alain Vannieuwenburg

Migratie in België en Vlaanderen

Op 1 januari 2024 telde de Belgische bevolking, zo blijkt uit cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau, in absolute cijfers 7.618.446 Belgen met Belgische achtergrond, 2.537.497 Belgen met een buitenlandse achtergrond en 1.607.707 niet-Belgen.

De laatste 20 jaar ziet men een toename van de nationaliteitsgroep van herkomst buiten de EU27-zone (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk), die stijgt van 41,5% in 2004 naar 48,2% in 2014 om te eindigen bij 53,6% in 2024.

Begin 2024 woonden er in het Vlaamse Gewest iets meer dan 6.083.500 personen met een Belgische nationaliteit en bijna 738.200 personen met een buitenlandse nationaliteit. Het aandeel personen met een buitenlandse nationaliteit lag daarmee op 11% van de totale wettelijke bevolking. In 2000 ging het om 5%. De personen ingeschreven in het zogeheten wachtregister zijn niet meegeteld. Zes op de 10 van de personen met een buitenlandse nationaliteit hebben een nationaliteit van één van de 27 lidstaten van de Europese Unie.

Algemeen genomen nam het aantal personen met een buitenlandse nationaliteit in het Vlaamse Gewest tussen 2000 en 2024 toe met een factor 2,5.

Migratie wereldwijd

Een analyse van de Amerikaanse denktank Pew Research Center (PEW), vrijgegeven op 21 augustus 2024 (The Religious Composition of the World’s Migrants), die steunt op gegevens van de Verenigde Naties en 270 volkstellingen en enquêtes, geeft aan dat meer dan 3,6% van de wereldbevolking “internationale migranten” zijn. Dat betekent dat ze buiten hun geboorteland wonen.

Men ging uit van de meest recente schattingen van het aantal migranten door de Verenigde Naties (VN), periode 1990-2020. De VN-cijfers laten zien waar internationale migranten vandaan komen (herkomstlanden of -gebieden) en waar ze zijn terechtgekomen (bestemmingslanden of -gebieden).

Het rapport vergelijkt de ontwikkeling over enkele decennia en maakt vervolgens, op basis van de vastgestelde stromen, een projectie tot 2050.  Het rapport focust op de impact van migratie op de levensbeschouwelijke samenstelling van de ontvangen landen.

Migratie en levensbeschouwing

De VN-gegevens geven echter geen informatie over hun levensbeschouwing zelf. Om de levensbeschouwelijke identiteit van de migrerende populatie te bepalen, gebruikte men gegevens uit 270 tellingen en enquêtes – zoals de World Values Survey, European Social Survey en Pew Research Center-enquêtes – met focus op die landen waar de migranten terecht kwamen.

Pew stelde zich tot doel de levensbeschouwelijke samenstelling in impact van internationale migratie te beschrijven – hoeveel zijn boeddhisten, christenen, hindoes, joden en moslims – en hoeveel zijn zogeheten “nones” (PEW-definitie: "religieus niet-aangeslotenen", waaronder "atheïsten, agnostici en mensen die zich niet identificeren met een bepaalde religie in enquêtes”). Bepaalde religieuze groepen zoals sikhs werden buiten beschouwing gelaten omdat volkstellingen in veel landen geen gegevens over hen opleveren.

In totaal werd de levensbeschouwelijke samenstelling van de migratiepopulatie uit 232 landen en gebieden van herkomst en bestemming becijferd.

Een wereldwijde stijging

Eerste vaststelling is dat migratie de afgelopen decennia gestaag groeide. In de afgelopen drie decennia is het totale aantal mensen dat als internationale migrant leeft met 83% toegenomen.

Tweede vaststelling is dat, hoewel aantal en samenstelling van migratiestromen van jaar tot jaar plots kan veranderen door oorlogen, economische crisissen of natuurrampen, het totale aantal migranten zelf langzamer wijzigt. De levensbeschouwelijke samenstelling van alle internationale migranten lijkt sinds 1990 ook relatief stabiel te zijn.

Christenen vormden vanaf 2020 naar schatting 47% van alle mensen die buiten hun geboorteland woonden. Moslims waren goed voor 29% van alle migranten, gevolgd door hindoes (5%), boeddhisten (4%) en joden (1%). De niet-religieus geaffilieerden of “nones” vertegenwoordigden 13% van alle mensen die hun geboorteland hebben verlaten.

Een derde vaststelling heeft betrekking op de herkomst en de bestemming van christenen. Volgens deze analyse hebben meer christelijke migranten zich de afgelopen drie decennia in de Verenigde Staten en Canada gevestigd dan enige andere religieuze groepering. Het vermoeden bestaat dan dat migratie uit Mexico in niet onbelangrijke mate de groei van de christelijke populatie in de Verenigde Staten stuurde.

Andere vaststellingen is dat moslims een iets groter deel uitmaken van de migrantenpopulatie (29%) dan van de wereldbevolking (25%). Syrië is het meest voorkomende herkomstland voor moslimmigranten, en moslims verhuizen vaak naar plaatsen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Nones vormen een kleiner percentage van de migranten (13%) dan van de wereldbevolking (23%).

Hindoes zijn sterk ondervertegenwoordigd onder internationale migranten (5%) vergeleken met hun aandeel in de wereldbevolking (15%). Joden vormen een veel groter deel van de migranten (1%) dan van de wereldbevolking (0,2%). Een op de vijf joden woont buiten zijn/haar geboorteland, vergeleken met een kleiner aandeel christenen (6%), moslims (4%), hindoes (1%), boeddhisten (4%) en niet-religieus gelieerde (2%).

Impact van migratie op levensbeschouwelijke samenstelling ontvangende landen

Het onderzoek leert dat levensbeschouwelijke overtuiging en migratie vaak nauw met elkaar zijn verbonden. Veel migranten verhuizen om te ontsnappen aan vervolging of om te leven tussen mensen die er dezelfde levensbeschouwelijke overtuigingen op nahouden.  Vaak nemen ze hun levensbeschouwing met zich mee, wat bijdraagt aan geleidelijke veranderingen in de levensbeschouwelijke samenstelling van het ontvangende land. Soms verwerpen migranten echter de levensbeschouwing waarmee ze zijn opgegroeid en nemen ze de overheersende levensbeschouwing in hun gastland aan.  Anderen opteren dan weer voor een andere levensbeschouwing of worden zogeheten “nones”, waaronder atheïsten. Soms ligt apostasie aan de basis van conflicten binnen de geloofsgemeenschap die men verlaat. Vier op de tien landen en gebieden - wereldwijd - hadden in 2019 blasfemiewetten.

Hoewel de migratiepatronen verschillen, hebben de groepen in deze analyse ook veel gemeen: migranten gaan bijvoorbeeld vaak naar landen waar hun levensbeschouwelijke identiteit al wijdverbreid is: veel moslims zijn naar Saoedi-Arabië verhuisd, terwijl joden naar Israël zijn getrokken. Christenen en levensbeschouwelijk niet-gelieerde migranten hebben, aldus dit PEW-onderzoek, dezelfde top drie van bestemmingslanden: de VS, Duitsland en Rusland.

Impact migratie levensbeschouwelijke samenstelling in Europa

In 1910 woonde 65% van alle katholieken, aldus PEW, in Europa. Een eeuw later, in 2010, was het aandeel van de katholieken dat in Europa woont gedaald tot 24%. Latijns-Amerika herbergde toen meer katholieken (39%) dan Europa of enige andere regio, met aanzienlijke aantallen ook in Afrika bezuiden de Sahara (16%) en de regio Azië-Pacific (12%). Ander onderzoek toonde aan dat secularisatie wijdverbreid was in West-Europa, met focus op Frankrijk, Nederland en België.

De impact van de migratie voor Europa werd (aan de hand van een aantal scenario’s) ingeschat. De conclusie was dat de moslimbevolking van Europa naar verwachting zou groeien - en meer dan verdubbelen. In de scenario's met gemiddelde en hoge migratie wordt daarentegen verwacht dat het totale aantal niet-moslims in Europa zachtjes zou dalen. Een belangrijk deel van de migranten is in deze scenario’s geen moslim; christenen vormen de op een na grootste groep.

Impact migratie levensbeschouwelijke samenstelling in België

Het meten van de aantallen aanhangers van de diverse levensbeschouwingen aanwezig op het Belgische grondgebied zelf was en is zeer moeilijk.  Gegevensverzameling is immers niet toegelaten.

Er moet dan ook worden teruggegrepen tot longitudinale onderzoeken zoals het Europees Waardeonderzoek (EVS), gegevens van het ISPO (Instituut voor Sociaal en Politiek Onderzoek), van het European Social Survey (ESS) of gegevens terug te vinden in de jaarrapporten van de katholieke kerk in België. In enquêtes over België zijn er bijvoorbeeld te weinig migranten uit Syrië voorhanden om hun levensbeschouwing in te schatten. Daarom steunde PEW op enquêtes onder Syriërs die in andere Europese landen wonen, waar christenen de grootste levensbeschouwelijke groep zijn.

Wat België betreft, geven onderzoeken aan dat er sinds decennia sprake is van een desaffiliatie en een daling van de kerkpraktijk. Vooral de generaties geboren na 1968 geven een hoog percentage onkerkelijken aan. Koen Abts spreekt in dit verband van een generatie gekenmerkt door “afwezige kerkelijke socialisatie”.  Rik Torfs heeft het dan weer over een verschuiving van “ondiep geloof” naar “ondiep ongeloof”. Volgens hem verloren veel mensen hun geloof niet, omdat ze er gewoonweg geen hadden. Wat volgens hem gebleven is, is het ondiepe karakter van de “overtuiging”, van het “geloof”. Anderen gewagen dan weer van een postmoderne levensbeschouwelijk bricolage waarbij men eigen zingevingsssystemen construeert.

De projecties voor België geven aan dat het aantal christenen zou dalen van 64.2 % in 2010 tot 52.8 % in 2050, het aantal moslims zou stijgen van 5.9 % in 2010 tot 11.8 % in 2050, net zoals ook het aantal “unaffiliated” zou toenemen van in 29 % 2010 tot 33.6 in 2050. Aanhangers van zogeheten “folk religions”, te definiëren als levensbeschouwingen nauw verbonden zijn met een bepaalde groep mensen, een specifieke regio of etniciteit, nemen eveneens toe.

Dit recente onderzoek bevestigt eerdere scenario’s van PEW van 2017. Komt er bijvoorbeeld een volledige migratiestop is, dan zouden er in Europa tegen 2050 bijna 36 miljoen moslims zijn. Dat is ruim 7 procent van de bevolking. In dat scenario zijn er 1.250.000 moslims in België of 11 procent van de bevolking. Dat er ondanks een migratiestop toch een toename is, komt vooral omdat moslims volgens de studie momenteel gemiddeld meer dan één kind per vrouw krijgen. Een volledige migratiestop komt er wellicht niet. In het scenario van een gemiddelde migratie wordt door de onderzoekers uitgegaan van een migratie die zich op het niveau van 2016 situeert. In België is in 2050 dan 15 procent moslim of zo’n 2 miljoen mensen. We hebben het over een verdubbeling. Bij hoge migratie (hiervoor gaat men uit van de migratiepiek tussen 2014 en 2016) telt België dan een 2,6 miljoen moslims, of zo’n 18 procent van de bevolking. In vergelijking met nu is dat meer dan een verdubbeling.

Conflicten, oorlogen ... kunnen er steeds voor zorgen dat andere groepen (al dan niet tijdelijk) toegang krijgen tot het Belgisch grondgebied en deze projecties veranderen.

Migratie, levensbeschouwing en laïciteit

Het tweede deel van de twintigste eeuw is België meer en meer een immigratienatie geworden. Na de naoorlogse groeiperiode en de akkoorden om buitenlandse werknemers naar België te laten komen, evolueerde de (arbeids)immigratie geleidelijk, via de kanalen van gezinshereniging en asiel, tegelijk met de groeiende impact van de intra-Europese mobiliteit, tot een, op velerlei vlakken, belangrijke maatschappelijke uitdaging, met ook impact op de aanwezige levensbeschouwelijke verhoudingen.

Geïmmigreerde groepen gelovigen zorgden ervoor dat er een toenemende diversiteit op het vlak van de doctrines en culturele praktijken is vast te stellen. In bepaalde gevallen is te noteren, dat er binnen een (aanwezige) denominatie zelf “diversiteit” ontstaat. Voor sommige gelovigen is er geen duidelijke scheiding tussen het levensbeschouwelijke systeem en het politieke systeem: het worden “politieke levensbeschouwingen” die een allesomvattende greep op het maatschappelijke gebeuren wensen. Ook op het vlak van de culturele praktijken zorgen immigratie en asielverlening voor de nodige diversiteit.

Begin 2016 vond in de Belgische Senaat een druk bijgewoond colloquium plaats met als onderwerp “Grondwet: onpartijdigheid en stelsel van rechten en vrijheden”. In haar verwelkoming verduidelijkte de voorzitster van de Senaat, dat het debat dat men in de Senaat voeren zou, moest bijdragen tot een diepgaande reflectie op een van de grondslagen, de ruggengraat en het sluitstuk van de democratische rechtstaat: de Grondwet. Laïciteit werd een wezenlijk kenmerk van de rechtsstaat geheten en diende te worden gekoesterd.

De toenemende migratiestromen en bijhorende diversiteit aan levensbeschouwelijke overtuigingen verplichten om permanent na te denken over het belang van het integreren van deze levensbeschouwelijke groeperingen in onze diverser wordende samenleving, hen in de democratische rechtsstaat te integreren en aan te tonen dat iedereen belang heeft bij een seculiere samenleving.  Deze neutrale staat is een levensbeschouwelijk neutrale staat, doch geen politiek neutrale staat. De neutraliteit van de overheid staat borg voor een open samenleving. De liberaal democratische beginselen worden dus niet aangepast aan een levensbeschouwing, een levensbeschouwing moet zich aanpassen aan de liberaal democratische rechtstaat. Niet - religieuze argumenten dienen aangevoerd om het politieke debat te voeden. Illeberale tendensen moeten worden blootgelegd.

Dit wil dus zeggen dat blijvend werk moet worden gemaakt van de instandhouding van bepalingen die de gelijkheid van alle burgers garanderen, het borgstellen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de verankering van de coherente, systematische en zichtbare neutraliteit van de overheid. 

 

Alain Vannieuwenburg

De auteur is ethicus en doctor in de rechtsfilosofie (universiteit Leiden). Hij is lid van de multidisciplinaire denktank Kwintessens onder leiding van prof. dr. Johan Braeckman.

Print Friendly and PDF
Opstand – Marijn Kruk

Opstand – Marijn Kruk