Het verraad aan de verlichting - Maarten Boudry
Marco Borsato zong het al:
Waar ter wereld is er nog geen honger of ellende
Je kan bijna nergens komen of het is gewoon een grote bende
(…)
Zeg mij maar wie wie wie wie wie heeft ’t gedaan
En wijs nou niet direkt een ander als de schuldige aan
Marco Borsato is een zanger. Maar deze aanklacht tegen de moderniteit, de vooruitgang en de verlichting hoor je ook uit de mond van heel wat intellectuelen. Paradoxaal genoeg zijn het zelfs de progressieven die het hardst tekeergaan, aldus wetenschapsfilosoof Maarten Boudry (Universiteit Gent) in zijn nieuwste boek Het verraad aan de verlichting.
Op 24 april stelde Boudry zijn boek voor aan de Universiteit Antwerpen. Premier Bart De Wever mocht een eerste exemplaar in ontvangst nemen. Vervolgens ging Boudry in gesprek met emeritus professor Mark Elchardus (Vrije Universiteit Brussel) en professor Patrick Loobuyck (Universiteit Antwerpen). De Nederlandse schrijfster Elma Drayer (de Volkskrant) leidde het gesprek in goede banen.
Hoewel men zou denken dat net de progressieven in vooruitgang geloven, zijn het precies zij die de vooruitgang een mythe noemen, een leugen, een fabel van rijke miljardairs of een blind geloof. En dat is bizar, zegt Boudry. Wanneer we naar de realiteit kijken, zien we immers dat de wereld er de afgelopen twee eeuwen enorm op vooruitgegaan is. Vroeger bijvoorbeeld, leefden negen op de tien mensen in extreme armoede. Vandaag is dat minder dan een op de tien. Hetzelfde geldt voor geletterdheid, maar dan omgekeerd: negen op de tien mensen waren vroeger ongeletterd, vandaag is dat een op de tien. Vroeger stierven vier kinderen op de tien voor hun vijfde verjaardag. Vandaag zijn dat er wereldwijd vier op de honderd en in rijke landen als België zijn het er zelfs maar vier op de duizend.
Wanneer werd ‘vooruitgang’ dan opeens een vies woord werd voor progressieven? Volgens Boudry kan je dat fenomeen zien als een auto-immuunziekte. Zelfkritiek is een kernaspect van de verlichting, net zoals een immuunsysteem nodig is om je lichaam gezond te houden. Maar als je immuunsysteem te scherp staat afgesteld, valt het je eigen lichaam aan en richt het je ten gronde. Dat is wat ook hier gebeurt. Veel aanvallen op de verlichting en op de vooruitgang vertrekken vanuit een progressieve, kritische impuls. Bekommernis om slachtoffers bijvoorbeeld, is op zich nobel. Maar als dat ertoe leidt dat je gekoloniseerde volkeren als ultieme slachtoffers gaat zien en de westerse beschaving als bron van alle kwaad gaat aanwijzen, dan kom je op een punt waar je de verlichting in diskrediet brengt en demoniseert.
Wanneer we de cijfers bekijken, zien we dat het vooruitgangsgeloof de afgelopen halve eeuw dramatisch gedaald is. Opvallend is ook de discrepantie tussen China en het Westen. Toen in een peiling in 2015 de vraag werd gesteld of het de goede kant uitging met de wereld, antwoordde 41% van de Chinezen positief. Op de tweede plaats stond Indonesië met 23%. Het eerste westerse land op de lijst was Zweden met 10%. Daarna volgden Groot-Brittannië en Duitsland met 4% en Australië en Frankrijk met 3%.
Volgens Boudry is dat weinig rooskleurige toekomstbeeld een ernstig probleem. Het kan namelijk een selffulfilling prophecy worden: wanneer je niet gelooft in de toekomst, doe je ook geen moeite meer om er iets goeds van te maken. Ter illustratie toonde hij een grafiek van de productiviteitsgroei vanaf de jaren vijftig. Die ging in stijgende lijn tot ongeveer 1970 en dan volgde een stagnatie.
De vraag is of deze verklaring van Boudry voor de economische stagnatie niet te kort door de bocht is. In de jaren zeventig waren er immers ook twee zware oliecrisissen. Die veroorzaakten een wereldwijde recessie. Het is twijfelachtig dat we daar met wat meer vooruitgangsdenken iets aan hadden kunnen veranderen.
Als de progressieven het probleem vormen, kunnen de conservatieven dan zorgen voor een nieuw vooruitgangsdenken? Niet echt, denkt Boudry. Conservatieven blijven toch altijd een beetje op de rem staan. Kweekvlees, ruimtereizen, geslachtsoperaties … Het zijn nieuwigheden die voor hen toch echt vaak een brug te ver zijn. Daarom pleit Boudry voor een nieuwe progressieve beweging. Een beweging die gelooft in groei, overvloed, wetenschap en experimenten.
Boudry ziet de verlichting overigens als een stroming die haaks staat op onze joods-christelijke traditie. Ze is er als het ware gekomen ondanks die joods-christelijke traditie. Daarom had ze ook elders kunnen zijn ontstaan, bijvoorbeeld in Azië of Afrika. Dat klopt niet volgens Bart De Wever. In het christendom zat er vanaf het begin een beweging die vrij sterk aansloot bij wat later de verlichtingswaarden zouden worden. De eerste denkers van de verlichting vertrokken – op enkele uitzonderingen na – allemaal vanuit een christelijke inspiratie, aldus De Wever. De verlichting is dus geen breuk met het verleden, maar vloeit eruit voort.
Verder benadrukte De Wever dat het boek van Boudry geloof mist. Daarmee bedoelde hij dat je met dezelfde feiten net zo goed een boek kan schrijven dat wetenschap en technologie de wereld om zeep helpen. Wetenschap moet waardegedreven zijn. Alleen met de juiste waarden kunnen we die wetenschap op de juiste manier inzetten om tot vooruitgang te komen.
Ook Mark Elchardus benadrukte dat de progressieven vandaag de fundamenten van de verlichting aanvallen. Een grote vooruitgang was dat de samenleving de laatste eeuwen is geëvolueerd van een ‘collectieve verantwoordelijkheid’ naar een ‘individuele verantwoordelijkheid’. Dat wil zeggen: we dragen verantwoordelijkheid voor onze daden als individu, niet als samenleving. Ons hele rechtssysteem is daarop gebaseerd.
Maar dat idee wordt nu ondergraven door de progressieven, of beter gezegd: de wokeisten. Door opnieuw de collectieve verantwoordelijkheid te benadrukken, gaan zij terug naar het negentiende-eeuwse racisme. Kijk bijvoorbeeld naar wat er aan de universiteit van Harvard gebeurt. Daar worden raciale kenmerken gehanteerd bij de aanwerving. Dat spruit voort uit het idee dat je als blanke een collectieve verantwoordelijkheid draagt voor het feit dat blanken vroeger meer toegang hadden tot de universiteiten dan zwarten. Ook het idee dat een blanke persoon geen gedichten van een zwarte persoon kan vertalen, getuigt van negentiende-eeuws racisme. [In 2021 ontstond er ernstige commotie over de blanke Marieke Lucas Rijneveld die de gedichten van de zwarte Amanda Gorman zou vertalen. Rijneveld besloot daarom de opdracht niet uit te voeren, n.v.d.r.] Dat impliceert overigens ook dat iemand met een donkere huidskleur geen Plato kan onderwijzen, aldus Elchardus.
Patrick Loobuyck voegde nog toe dat we de realiteit niet te simplistisch mogen zien. De excessen van woke worden bijvoorbeeld vaak aangehaald als verklaring voor de opmars van extreemrechts. Maar dat is te kort door de bocht. Veel heeft wellicht ook te maken met dat heel wat mensen zich niet meer herkennen in de traditionele indelingen links – rechts en progressief – conservatief. Vanuit een bekommernis om bijvoorbeeld migratie stemmen zij dan op een antisysteempartij.
Door het hele debat heen bleek dat de opdelingen links – rechts en progressief – conservatief vandaag inderdaad problematisch zijn. Misschien is het een oplossing om de mosterd te halen bij Up-Wingers: A Futurist Manifesto (1973), een politiek manifest van de Iraanse filosoof Fereidoun M. Esfandiary waar Boudry naar verwees. Esfandiary zei al in 1973 dat de indeling in ideologisch links en rechts verouderd was en stelde een schema voor van zogenaamde Up-Wingers die naar de hemel en de toekomst kijken (en waar hij zichzelf bij rekende) en Down-Wingers die naar de aarde en het verleden kijken.
Of Het verraad aan de verlichting de moeite waard is? Volgens de Nederlandse hoogleraar sociologie Ruud Koopmans biedt het boek een krachtig tegengif tegen beschavingsblues en toekomstangst. Hij noemt het zelfs ‘verplicht leesvoer voor iedereen die de waarlijk progressieve zaak een warm hart toedraagt.’
Maarten Boudry, Het verraad aan de verlichting, Prometheus, 2025