Liberalism as a way of life – Alexandre Lefebvre
Overal in de wereld zien we een opmars van conservatief-religieuze, nationalistische en autoritaire bewegingen en leiders. Denk aan de MAGA-beweging van Donald Trump in de Verenigde Staten, de hindoe-nationalistische Bharatiya Janata-partij van Narendra Modi in India, het autoritarisme van Vladimir Poetin in Rusland, de conservatief-liberale partij Avanza Libertad van Javier Milei in Argentinië, het agressief illiberalisme van Viktor Orban in Hongarije, de extreemrechtse en islamofobe Geert Wilders in Nederland, en de neofascistische Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni in Italië. Ook in andere landen heeft extreemrechts de wind in de zeilen, zelfs in Duitsland waar de Alternative für Deutschland de tweede grootste partij werden bij de Europese verkiezingen en in Vlaanderen met de verdere opkomst van het extreemrechtse Vlaams Belang.
Dat alles maakt dat de liberale democratie, de rechtsstaat, de scheiding der machten, het recht op zelfbeschikking – in het bijzonder voor de LGBTQ+ gemeenschap – het asielrecht, de Conventie van Genève en andere internationale verdragen, onder druk komen te staan. Het lijkt wel of het liberalisme dood en begraven is. Maar daar is Alexandre Lefebvre, een Canadese professor politieke filosofie aan de universiteit van Sydney, het niet mee eens zoals hij schreef in zijn opmerkelijke boek Liberalism as a way of life, dat verscheen op 4 juni 2024. Het klopt dat we de laatste tien jaar een wereldwijde erosie meemaken van liberaal democratische normen, van groeiende ongelijkheid en een onverminderde achteruitgang van het milieu, aldus Lefebvre, maar het liberalisme heeft in de voorbije 50 jaar wel de cultuuroorlog gewonnen.
De meeste mensen die leven in westerse democratieën hebben dan wel verschillende politieke opvattingen, en zijn bijvoorbeeld ecologisten, socialisten, christendemocraten, democratische nationalisten naast liberalen, maar allen respecteren de liberale basisprincipes rond democratie, de scheiding der machten, mensenrechten en dergelijke. En nog meer uit zich dat in de omgang met elkaar in een geest van tolerantie, wederzijds respect, vriendelijkheid en een zekere dosis empathie. De auteur geeft het voorbeeld van hoe hij kerstmis vierde in 2016 langs de kustlijn nabij Sydney waar duizenden mensen van alle kleuren en afkomst zich in het water en op het strand amuseerden, vrolijk speelden, zwembroeken en bikinis droegen, sommigen met tatoeages, wat etend en bier drinkend, hand in hand lopend, vaak met een kerstmuts op. Het was leven en laten leven, vrijheid en blijheid. En de volgende dag gingen velen onder hen helpen om het strand te reinigen van het afval. Een mix van gezelligheid en mild gemopper over wie verantwoordelijk was voor deze troep.
Lefebvre beklemtoont daarmee dat het liberalisme meer is dan een politieke doctrine met de democratie en de rechtsstaat als belangrijkste pijlers. Het is voor hem ook een ethische doctrine gebaseerd op vrijheid, verdraagzaamheid en wederzijds respect, maar ook van eerlijkheid, generositeit, zelfbeheersing, standvastigheid, beschaafdheid, nederigheid, behulpzaamheid, dankbaarheid, waardigheid, redelijkheid, humor en autonomie. Al die gevoeligheden zijn alomtegenwoordig in de cultuur van westerse democratische samenlevingen waarin het zelfbeschikkingsrecht belangrijker is dan religieuze dogma’s, opgelegde tradities, patriarchale almacht, nationalistische credo’s. Het liberalisme is een manier van leven die diep is doorgedrongen in het persoonlijke en publieke domein, waarbij Lefebvre ook verwijst naar met voorbeelden uit televisie, films, stand-upcomedy en sociale media – van Parks and Recreation en The Good Place tot de Borat-films en Hannah Gadsby.[1] Het is een levenshouding met betrekking tot hoe individuen hun leven leiden en omgaan met anderen. Lefebvre benoemt het nog sterker: “Het liberalisme is onze poriën binnengedrongen om diepgaand en persoonlijk vorm te geven aan wie we zijn.” Het liberalisme als een manier van leven, nodigt je uit om erin te duiken.
Waarom zit het liberalisme dan toch in het defensief? Volgens de auteur hebben liberalen de neiging om zich te veel te fixeren op de politieke tegenstanders, en op hoe verschrikkelijk populisten, nativisten en autoritairen zijn. “Slechts zelden worden de sterke punten en deugden van het liberalisme ter sprake gebracht. En wanneer het liberalisme positief wordt verdedigd, zijn de aangevoerde redenen doorgaans juridisch of politiek van aard. Denk aan de instellingen voor de scheiding der machten, de rechtsstaat en individuele rechten. Natuurlijk is die vorm van verdediging cruciaal. Maar om het liberalisme voor te stellen als een manier van leven, vestig ik de aandacht op een hele reeks andere redenen – noem het ‘spiritueel’ of ‘existentieel’, hoe argwanend liberalen dergelijke termen ook beschouwen.”[2] Lefebvre gaat daarmee in tegen het idee dat het liberalisme geen opvatting van het goede leven zou hebben. Hij verwijst naar de ideeën van John Stuart Mill, Immanuel Kant en John Rawls die bijdragen aan een liberale ethiek. En hoe die voor elke mens mogelijk moeten zijn, ook voor de zwaksten in samenleving.
Aan de hand van het werk van Rawls onderzoekt Lefebvre hoe liberale waarden kunnen worden toegepast in de diverse aspecten ven het dagelijks leven. Denk aan het voorzien in onderwijs, gezondheidszorgen, opvang bij werkloosheid en pensioenvoorzieningen om ‘zwakke’ groepen een zo groot mogelijke autonomie te geven. Geef de zwaksten de kans om zich te ontplooien en je geeft hen de kans om volwaardig burger te zijn en van hun vrijheid te genieten. Zo koppelt Rawls vrijheid aan rechtvaardigheid en komt hij tot een sterk moreel evenwicht tussen beide. In A Theory of Justice beschrijft hij hoe vrijheid en sociale rechtvaardigheid samengaan.[3] Het probleem, aldus Rawls, is het feit dat mensen niet dezelfde kansen hebben door verschillende natuurlijke bekwaamheden, de sociale achtergrond en het geluk of ongeluk waarmee de mens in de loop van zijn leven te maken krijgt. Daarom is verdeling nodig. Een maatschappelijke verdeling acht Rawls rechtvaardig wanneer ze voldoet aan de volgende voorwaarden. Allereerst en voornamelijk heeft elke mens evenveel recht op een zo uitgebreid mogelijk stelsel van basisvrijheden. In de tweede plaats wordt sociale en economische ongelijkheid alleen gerechtvaardigd als er een systeem van gelijke kansen is voorzien voor iedereen, en die ongelijkheid vooreerst ten goede komt van de minstbedeelden in de samenleving.
Zo zijn er vandaag nog enorme uitdagingen die oplossingen verdienen vanuit een liberale visie zoals de klimaatopwarming, de aantasting van de privacy, de mondiale ongelijkheid, de ongewilde effecten van de technologische vooruitgang. Het zou interessant zijn mocht Lefebvre ook hier concrete oplossingen aandragen die ondersteund worden vanuit de liberale filosofie. Wat de milieuproblematiek betreft kan men zich baseren op het ‘schadebeginsel’ van John Stuart Mill, die stelt dat de vrijheid van eenieder eindigt als men schade berokkent aan anderen.[4] Hetzelfde kan men ook toepassen op de plicht die we hebben om te zorgen voor de toekomstige generaties. Wat het belang van kennisoverdracht betreft kan men dan weer verwijzen naar Fernando Savater die in zijn boek De waarde van opvoeden aantoont hoe belangrijk goed toegankelijk en kwaliteitsvol onderwijs, en dat dit moet gericht zijn op het vormen van kritische burgers die in staat zijn om zelf hun keuzes te maken voor het goede leven.[5] Wat migratie betreft kan men terecht bij Johan Norberg die hamert op het belang van open economieën en het morele recht op verschillende vormen van migratie.[6] Wat sociale achterstanden betreft kan men terecht bij Amartya Sen en Martha Nussbaum met hun capability approach of vermogensbenadering. Concreet gaat het om ‘het vermogen om een menselijk leven van normale duur te leiden, een goede gezondheid te hebben, zich vrij te kunnen verplaatsen, je geest te gebruiken, zich te hechten aan dingen en mensen buiten onszelf, om met en voor anderen te leven zonder enige discriminatie, te leven met zorg voor en in relatie tot de dieren en de natuur, te lachen en te spelen, te kunnen participeren in politieke keuzes en in staat te zijn eigendom te verwerven’.[7] We moeten putten uit die diverse liberale filosofische theorieën die meer dan ooit relevant zijn.
Liberalism as a way of life is een antidotum voor liberalen die denken dat de tijdsgeest volledig tegen hen gekeerd is. Er valt voor hen meer te verdedigen dan ze zelf beseffen en ze moeten dat ook durven zeggen. Lefevbre schreef alvast een inspirerend, hoopvol en origineel boek over de waarde van het liberalisme in tijden van cholera. Dat de ideologie van de vrijheid wordt bestreden op een manier waarop het sinds de jaren dertig niet meer gebeurde, zoals de auteur schrijft, is terecht, maar we weten hoe het uiteindelijk goed afliep. Misschien moeten liberalen wat meer geloven in de onstuitbare kracht van onderdrukte mensen naar meer vrijheid. Dat zagen we in het verleden met de afschaffing van de slavernij, de verwerping van het kastenstelsel, de ondergang van apartheid, de opmars van vrouwenrechten, de acceptatie van euthanasie en de goedkeuring van het homohuwelijk. Allemaal zaken waartegen zoveel weerstand bestond, maar die mensen in hun drang naar meer zelfbeschikkingsrecht finaal realiseerden. Er is dan ook geen enkele reden om niet te geloven dat liberalen ook in de toekomst vormen van onvrijheid kunnen wegnemen.
Mogen we dus niet optimistisch zijn? De drang naar vrijheid is immers onweerstaanbaar, maar tegelijk ook de drang naar rechtvaardigheid en fairness. Een belastingsysteem dat de rijken bevoordeelt is niet eerlijk, een huurmarkt die mensen van kleur uitsluit is niet aanvaardbaar, geliefden omwille van hun geaardheid beschimpen is verwerpelijk, migranten benoemen als ‘illegaal’ is immoreel. Dergelijke praktijken wekken bij mensen, die het liberalisme als a way of life beschouwen, wantrouwen en afkeer op, juist omdat ze zien dat die hun cruciale liberale principes naast zich neerleggen.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Alexandre Lefebvre, Liberalism as a way of life, Princeton University Press, 2024
[1] Parks and Recreation is een Amerikaanse politieke satire sitcom van de zender NBC. The Good Place is een Amerikaanse filosofische komische televisieserie. Borat is een Amerikaanse speelfilm en mockumentaire uit 2006. Hannah Gadsby is een Australisch komiek en acteur.
[2] Ik ben het niet eens met het begrip ‘spiritueel’. Die redenen zijn volgens mij juist ‘rationeel’. In zijn boek Ethica toont Spinoza het belang van de rede aan waarbij de rol van de metafysica naar de achtergrond verdwijnt. Karl Popper benadrukte in zijn wetenschapsfilosofie het ‘kritisch rationalisme’ dat in brede kringen wordt toegepast.
[3] John Rawls, A Theory of Justice, Belknap Press, 1971.
[4] Een interessante discussie over het schadebeginsel van Mill staat hier file:///C:/Users/Dirk/Downloads/e-thiek-hoorcolleges-week-5%20(2).pdf
[5] Fernando Savater, De waarde van opvoeden, Uitgeverij Bijleveld, 2001.
[6] Johan Norberg, Open. How Collaboration and Curiosity Shaped Humankind, Atlantic Books, 2021.
[7] Zie https://www.liberales.be/teksten/2017/12/16/mogelijkheden-scheppen-martha-nussbaum