Over tirannie - Timothy Snyder
Staat de liberale democratie op imploderen? Timothy Snyder (1969) antwoordt met een oorverscheurend luid ja. De verkiezing van Donald Trump tot president van het machtigste land ter wereld was daar volgens hem een glashelder bewijs van. Hoe was het immers in hemelsnaam mogelijk dat de kiezers iemand naar het Witte Huis hadden gestuurd die een stroom van leugens en verzinsels als de enige echte waarheid had voorgesteld? Snyder waarschuwt: ‘Wie afstand doet van de feiten, doet afstand van de vrijheid.’ Anders gezegd: ‘post-truth is pre-fascisme.’ De Amerikaanse hoogleraar geschiedenis aan Yale University was door de verkiezing van The Donald zelfs zo geschokt dat hij het nodig vond om de lezers van zijn Facebookpagina voor de gevaren van tirannie te waarschuwen. Twintig aanbevelingen om de democratie uit de klauwen van aspirant-dictators en autocraten met onverzadigbare machtshonger te houden.
Trumphoort beslist thuis in dit gezelschap: in plaats van zich te focussen op zijn taken als president, valt hij onafhankelijke instellingen zoals de rechterlijke macht en de mainstream media aan zodra die niet doen wat hij wil. Zo noemt hij rechters die zijn reisverbod voor moslims afwijzen neprechters en zijn CNN, The New York Times en The Washington Post vijanden van het volk. Het volk? Hij bedoelt natuurlijk zijn volk, de mensen die op hem hebben gestemd. Sujetten die de pijlers van de democratie omver willen stoten rukken overigens overal op, in Turkije en Polen, in Hongarije en Frankrijk. Voorbarige paniek? Nee. Snyder weet immers uit welke hoek de wind waait. In Bloedlanden (2011) ontleedde hij de moorddadige mechanismen van de nazistische en stalinistische ideologieën. In Zwarte aarde (2015) schoof hij de (totaal ongegronde) vrees van Adolf Hitler voor de verhongering van zijn Ariërs als de hoofdoorzaak van zijn invasie van Polen en de Sovjet-Unie naar voren.
Wie de huidige toestand van de westerse democratieën met de toestand in de jaren’30 van de vorige eeuw durft te vergelijken, krijgt echter de wind van voren. In Over tirannie snoert Snyder de mond van deze criticasters. Het zijn naïeve zielen, aldus Snyder, die denken dat de geschiedenis maar één richting uit kan gaan, de richting van meer democratie en meer vrijheid. Ze vergissen zich deerlijk. De geschiedenis van de twintigste eeuw leert ons dat ‘samenlevingen en democratieën kunnen instorten, dat de moraal het onderspit kan delven en dat gewone burgers ineens met een geweer in de hand aan de rand van een massagraf kunnen staan.’ Als we niet oppassen, slaapwandelen we zo de afgrond in. Neem Rusland. In 1990 besefte geen enkele Rus dat hij voor de laatste keer zijn stem in vrije en eerlijke verkiezingen zou uitbrengen. Kort daarna maakte Vladimir Poetin al meteen korte metten met de binnenlandse oppositie en de rechtsstaat. Vandaag is ook het buitenlandse beleid van Rusland erop gericht om met alle middelen, dus ook militaire, de democratie elders in de wereld te ontwrichten en zo mogelijk te vernietigen.
Zijn we in staat om ons tegen een georkestreerde ontmanteling van democratische instellingen en de systematische afbraak van onze vrijheden te verweren? Bestudeer de geschiedenis, zo Snyder. Alleen dan zullen we de diepe oorzaken van tirannie kunnen doorgronden. Alleen dan zullen we gevatte replieken op de uitdagingen van vandaag kunnen formuleren. Toegegeven, de geschiedenis herhaalt zich nooit. Maar we kunnen er wel lering uit trekken. Aangezien Snyder zich in het nazisme, fascisme en communisme heeft verdiept, is het niet meer dan logisch dat hij de twintigste eeuw onder de loep neemt. Hoe is Adolf Hitler erin geslaagd het Duitse volk in te palmen en vervolgens in een onvoorstelbare orgie van geweld mee te sleuren? Welke maatregelen hebben de Sovjetleiders, en in het bijzonder Josef Stalin, genomen om de bevolking monddood te maken en hen vervolgens met miljoenen de dood in te sturen?
Aan de hand van revelerende voorbeelden uit het handboek van deze tirannieke regimes roept Snyder vervolgens op tot actie. Zijn twintig lessen uit de twintigste eeuw beginnen dan ook telkens met een aansporing die bijna klinkt als een bevel. ‘Gehoorzaam niet bij voorbaat.’ ‘Verhinder de eenpartijstaat.’ ‘Vergeet uw beroepsethiek niet.’ ‘Verzet u.’ ‘Geloof in de waarheid.’ ‘Wees fysiek politiek actief.’ ‘Onderken gevaarlijke woorden.’ ‘Wees zo moedig als u kunt.’ Elke les wortelt in ontwikkelingen die in de vorige eeuw uit de bocht zijn gegaan. Een nieuwe catastrofe valt allesbehalve uit te sluiten, oordeelt Snyder, want ook nu zwaaien de verkrachters van de vrijheid met complottheorieën, strooien ze vals nieuws als confetti uit, creëren ze naar hartenlust vijandbeelden, omarmen ze openlijk tegenstrijdigheden, wentelen ze zich vergenoegd in hun slachtofferrol en maken ze iedereen wijs dat het mogelijk is om terug te keren naar een glorierijk verleden.
Snyder citeert een handvol filosofen, schrijvers, politici en historici die zich in woord en daad tegen zulke doodgravers van de democratie hebben verzet. Zo wist Plato al dat demagogen de vrijheid van meningsuiting gebruiken om, zodra ze de macht hebben veroverd, die vrijheid af te schaffen. ‘Eeuwige waakzaamheid is de prijs van vrijheid,’ schreef Wendell Phillips, een 19de-eeuwse Amerikaanse advocaat die voor de afschaffing van de slavernij ijverde. Hannah Arendt en Vaclav Havel ontmaskeren dan weer de trucs en listen van de kwade genieën die Europa tussen 1917 en 1989 in hun val hebben meegesleept. Snyder is ervan overtuigd dat de burger een stokje voor de snode plannen van de tirannen-in-spe kan steken. Checks and balances volstaan niet, aldus Snyder. Een burger die zich onnadenkend of instinctief neerlegt bij de gebeurtenissen, nodigt de machthebber uit om uit te testen hoever hij kan gaan. Actieve burgerparticipatie is daarom cruciaal, zodat bijvoorbeeld rechtbanken, kranten en vakbonden zich geruggesteund voelen. Zonder steun zullen ze immers ‘als dominostenen’ vallen.
Voorts moeten rechters, advocaten, artsen, zakenlui en ambtenaren beseffen dat zij hun ethische principes hoog moeten houden. Befehl ist Befehl mag niet voor hen gelden, anders verwarren ze hun beroepsethiek met hun emoties en zullen ze, zoals de artsen en rechters in het Derde Rijk, bereid zijn dingen te doen ‘die ze eerder voor onmogelijk hadden gehouden.’ Eigenlijk spoort Snyder de burger aan om ten allen tijde een patriot te zijn. Een patriot wil dat het volk zijn idealen blijft nastreven, een patriot wil het beste uit de mens puren. Trump is volgens Snyder geen patriot, maar een nationalist. ‘Een nationalist wil dat we het slechtste in onszelf naar boven halen, en zegt dan dat we de beste zijn (…) Een nationalist zal zeggen ‘Dat kan hier niet gebeuren,’ wat de eerste stap richting onheil is. Een patriot zegt dat het hier wel kan gebeuren, maar dat we het zullen tegenhouden.’
Biedt het lessenpakket van Snyder meer dan soelaas voor verontruste burgers? Dat valt natuurlijk af te wachten. ‘The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing,’ schreef de achttiende-eeuwse Britse filosoof en conservatieve politicus Edmund Burke. Wijze woorden. Toch worden ze nog altijd in de wind geslagen. De oproep van Snyder komt daarom zeer gelegen. Nu kan de burger nog erger voorkomen. Straks zal het te laat zijn. Over tirannie is een bevlogen verweerschrift. Geen met kretologie volgepropt pamflet, maar een degelijk onderbouwde handleiding voor iedereen met een hart voor recht en rechtvaardigheid. Verplichte schoollectuur? Zo zeker als tweemaal twee vier is.
Timothy Snyder, Over tirannie. Twintig lessen uit de twintigste eeuw, Ambo/Anthos, 2017, 124p., €12,99. Vertaald door Ambo/Anthos uitgevers Amsterdam en Catalien van Paassen.
Recensie door Joseph Pearce
Deze recensie verscheen eerst in de boekenbijlage van De Morgen
mailto:joseph.pearce@telenet.be