De geschiedenis van het liberalisme - Dirk Verhofstadt
‘De geschiedenis van het liberalisme is […] een nooit eindigend proces op weg naar een groot ideaal van vrijheid, welvaart en vrede in de hele wereld,’ zo luidt de slotzin van De geschiedenis van het liberalisme. Met dit lijvige maar vlot geschreven en voor een breed publiek toegankelijke boek heeft politiek filosoof Dirk Verhofstadt zijn magnum opus toegevoegd aan zijn omvangrijke oeuvre. Dat Verhofstadt primair filosoof is, blijkt uit de reden waarom hij de geschiedenis van liberalisme heeft geschreven, namelijk omdat hij het liberalisme ziet als winnaar van de competitie van ideologieën. ‘[…] de liberale democratie is de meest succesvolle staatsvorm, die geleid heeft tot vrede, welvaart en rechtvaardigheid.’
Filosoof Francis Fukuyama betoogde in zijn boek The End of History (1992) dat met het ineenstorten van het Sovjet Unie en het einde van de Koude Oorlog, de wereld in snel tempo zich zou openstellen voor kapitalisme en, zo meende hij, dat dat gepaard zou gaan met de liberale democratie. Fukuyama had half gelijk: het kapitalisme heeft zich verspreid over de wereld, ook in China en Rusland, maar het is niet overal gepaard gegaan met het vestigen van een liberale democratie. En kapitalisme zonder liberale democratie is geen liberalisme.
Verhofstadt ziet met een soort Hegeliaanse blik een noodzakelijke ontwikkeling in de geschiedenis van de mensheid: ‘Het individualisme is een universele trend die spoort met de geschiedenis van de mens, een langzame onstuitbare evolutie van minder naar méér individuele vrijheid.’ Ik deel deze hoop ten zeerste, maar het is metafysisch wensdenken om te menen dat er een trend in de geschiedenis zichtbaar is. Er is geen garantie dat de mensheid ooit zal ‘evolueren’ tot een verzameling van liberale mensenrechten-respecterende en welvarende democratieën. Nogmaals: ik hoop het wel en ik probeer mijn steentje bij te dragen om de mensheid die kant op te bewegen, maar het Hegeliaanse geloof moet wel heel sterk zijn om te menen dat dat ook gaat gebeuren, daarvoor zijn er teveel antiliberale obstakels die niet zo gemakkelijk uit de weg te ruimen zijn.
Het verlangen naar vrijheid
Het droppen van Noord Koreaanse vertalingen van het boek zal niet à la minute de weg naar vrijheid zijn in deze dictatuur. Toch denkt Verhofstadt dat die vrijheid er zal komen: ‘Zelfs ondemocratische landen zullen de trend naar de moderniteit en het individualisme niet kunnen tegenhouden. Daarvoor is het verlangen van de mens naar vrijheid te groot’. Maar mensen verlangen niet alleen naar vrijheid, mensen hebben ook een sterke drang om de vrijheid van anderen te beknotten. Een Engelse vertaling is ook in Amerika – het land van de zogenaamde vrijheid – welkom. Dat land is weliswaar in naam een liberale democratie, maar de vrijheid van individuen daar is absoluut niet optimaal en de economische vrijheid brengt ecologische verwoesting met zich mee.
‘De mens wil bevrijd worden van de ketenen die anderen hem willen opleggen’, schrijft Verhofstadt. Prachtig! Maar is het ook waar? In liberale democratieën zijn er nog steeds mensen die in vrijheid kiezen voor onvrijheid en orthodoxe religies aanhangen. Er zijn moslima’s die in vrijheid kiezen voor de onvrijheid. Verhofstadt besteedt weinig aandacht aan de illiberale tendens van de mens, zowel om anderen in hun vrijheid te beperken, alsook om zich zelf in de kluisters te slaan.
Verhofstadt ziet liberalisme als een universalistische morele en politieke ideologie die uitgaat van de vrijheid van het individu. In zijn boek kijkt Verhofstadt terug, maar zijn doel is om het liberalisme een toekomst te geven. Verhofstadt is een verlichtingsdenker in de traditie van de radicale Verlichting. Hij meent met Condorcet dat er morele progressie is, gemeten door meer vrijheid voor het individu en wetenschappelijke, technologische en economische vooruitgang. Verhofstadt laat zien dat de liberale bevrijdingsideologie bevochten is op tal van onderdrukkende ideologieën zoals religies, maar ook conservatisme, fascisme en communisme. Liberalisme staat tegenover paternalisme en collectivisme. De vrijheid van het individu wordt alleen in het liberalisme als centraal uitgangspunt gezien. Ideologieën die dat niet doen, zijn niet liberaal. Socialisme, communisme en fascisme zijn niet liberaal omdat die het de arbeiders, de boeren, het collectief of het volk als klasse centraal stellen en het individu onderschikken aan de groep.
In zijn bevlogen en levendig geïllustreerde betoog behandelt Verhofstadt politieke geschiedenis en politieke filosofie van bijna de hele wereld. Hij laat zien dat liberalisme weliswaar een onderstroom in het westerse denken is geweest, maar dat de realisering van de liberale democratieën waarbij de vrijheid van het individu centraal staat van zeer recente datum is, van na de Tweede Wereldoorlog.
Verhofstadt benadrukt dat liberalisme emancipatoir is: de vrijheid van het individu moet bevochten worden op onderdrukkingssystemen. Liberalisme is de ideologie die vocht voor de afschaffing van de slavernij, voor de erkenning van vrouwenrechten en voor gelijke rechten voor homoseksuelen. Zo werden in Nederland in 2001 en in België in 2003 de vrijheid voor de LBGTQ gemeenschap officieel erkend door legalisering van het homohuwelijk. Verhofstadt is een universalist en verzet zich tegen cultuurrelativisme. Hij is van mening dat de vrijheid van individuen overal ter wereld zou moeten worden gewaarborgd. Dat het homohuwelijk overal ter wereld legaal zou moeten zijn. Het Verlichtingsdenken dat pleit voor morele progressie is bij Verhofstadt duidelijk aanwezig.
Filosofische herbezinning
Verhofstadts boek is niet alleen een historisch boek, het is ook een filosofische herbezinning op het liberalisme. Eén zo’n fundamentele herbezinning is de vraag voor wie de vrijheid geldt en wat de morele cirkel van het liberalisme is. Het traditionele antwoord is: mensen. Verhofstadt is een kosmopolitisch universalist en benadrukt dat liberalisme gaat over de vrijheid van alle mensen. En dus niet de vrijheid van een bepaalde groep ten koste van anderen.
Er zijn nogal wat liberalen in de huidige politiek die een minder grote morele cirkel zien en die liberalisme nationalistisch toepassen. Nationalistisch liberalisme is fundamenteel verschillend van het kosmopolitisch liberalisme van Verhofstadt. Dat blijkt onder andere uit de mate van ontwikkelingshulp en aan de hoeveelheid vluchtelingen en immigranten die liberale democratieën willen opnemen. Nationalistische liberalen discrimineren jegens buitenlanders omdat zij ‘eigen volk eerst’ propageren. Het zal niet makkelijk zijn om in de praktijk kosmopolitisch liberaal beleid te voeren, maar het gaat erom dat liberalisme in essentie kosmopolitisch en universalistisch is. Dat is waar Verhofstadt doorheen heel zijn boek op hamert.
Een tweede punt is de fundamentele vraag of liberalisme noodzakelijk alleen over mensen gaat. Verhofstadts boek is vernieuwend omdat de mogelijkheid om dieren in de morele cirkel van liberalisme te sluiten wordt geëxploreerd. In de grote historische studie Liberalism. The Life of an Idea (2015) over liberalisme van Edmund Fawcett wordt bijvoorbeeld met geen woord gerept over niet-menselijke dieren. In de paragraaf in het boek dat aan mijzelf gewijd is, spreekt Verhofstadt nadrukkelijk over de niet-menselijke dieren. Door dit op te nemen in een historisch overzichtswerk, geeft Verhofstadt aan dat er een verschuivend moreel paradigma is. Verhofstadt eindigt zijn boek met een lijst van twaalf speerpunten van het liberalisme.
Als twaalfde punt schrijft Verhofstadt dat liberalisme gaat ‘[…] om het vermogen om de morele kring verder uit te breiden tot alle mensen, ook diegenen die in verre landen wonen en die we helemaal niet kennen, ook toekomstige generaties en tot niet-menselijke levende wezens. [… ] We hebben als mensen dus de plicht om te zorgen voor diegenen die weerloos zijn zoals kinderen, bejaarden en mentaal gehandicapten. […] Die zorgplicht van de mensen bestaat ook tegenover dieren, maar die beschikken (nog) niet over rechten. [..] Dieren zijn weerloos omdat ze zich als groep niet kunnen verdedigen. Vandaar de noodzaak dat mensen en de overheid dit in hun plaats doen.’
Het schadebeginsel van Mill
Het grootste bezwaar tegen het boek van Verhofstadt is zijn visie op de ecologische crisis. Enerzijds onderschat hij de ernst van de globale ecologische ineenstorting drastisch (al hoop ik natuurlijk dat hij gelijk heeft en niet ik), anderzijds meent hij dat als er al problemen zijn, dat de vrije markt, de technologie en de innovatie alles wel zal oplossen.
De kern van het liberalisme is het niet schaden adagium zoals verwoord door John Stuart Mill in diens boek On Liberty (1859): alles mag zolang je anderen maar geen schade berokkent. Het probleem met het huidige globale neoliberale systeem is dat het de ecologische grenzen van systeem aarde overschrijdt. Dit is de tragedy of the commons – denk aan klimaatverandering door CO2 uitstoot – die zich voor onze ogen afspeelt. In vrijheid zullen mensen (en bedrijven) kiezen voor hun korte termijn eigenbelang ook al gaat die ten koste van het lange termijn belang van toekomstige generaties. Dit is een ernstige tekortkoming van het liberalisme toegepast op de economie. Verhofstadt lijkt dit probleem niet genoeg in te zien en gelooft dat alles wel weer op zijn pootjes terecht zal komen wanneer de vrije markt zijn werk mag doen.
Een fundamenteel probleem met de historische benadering is dat geschiedenis niet altijd klopt met de ideologie. Op papier is de liberale democratie prachtig, maar hoe liberale democratieën zich manifesteren heeft ook donkere zijden. Die donkere zijden worden voor Verhofstadt in zijn optimisme onderbelicht. De Koude Oorlog heeft geleid tot vele verschrikkelijke bloedige oorlogen waarbij de VS voorop vreselijk vuile handen maakten door het ondersteunen van dictators. De liberale democratieën en de landen waar de Verlichting met alle verheven idealen had plaatsgevonden waren dezelfde landen die koloniën hadden waar mensen werden onderdrukt en uitgebuit. Wel juist is de stelling van Verhofstadt dat de dekolonisatie, de afschaffing van het Apartheidsregime en de rassensegregatie, liberale verwezenlijkingen zijn.
De liberale democratieën hebben ook een amoreel economisch systeem voortgebracht dat leidt tot een ecologische crisis die het voortbestaan van de mensheid bedreigt. Maar dergelijke tegenwerpingen zijn niet aan Verhofstadt besteed. Dat komt omdat hij geen helder onderscheid maakt tussen de ideologie enerzijds en de werkelijkheid anderzijds. Het lijkt erop alsof Verhofstadts zich bezondigt aan de confirmation bias: overal ziet hij bewijs voor een ontwikkelingsgang naar meer liberalisme. Maar met evenveel gemak kan worden betoogd dat liberalisme als vrijheid van het individu een uitzondering is in de geschiedenis en dat de kans groot is dat het een kortstondige episode is. Wel toont hij overtuigend aan dat de liberale democratie op zich de grootste kans biedt op die vrijheid van het individu.
Als liberaal hoop ik dan ook dat Verhofstadt gelijk krijgt en dat het liberalisme wereldwijd tot bloei komt, dat er wereldvrede, rechtvaardigheid en duurzaamheid komt, dat dieren binnen de morele cirkel vallen, dat alle mensen zich in vrijheid zo goed mogelijk kunnen ontplooien.
Dirk Verhofstadt, De geschiedenis van het liberalisme, Liberaal Archief/Houtekiet,, 2017
Recensie door Floris van den Berg
De recensent is filosoof. Hij publiceerde onder andere Beter weten. Filosofie van het ecohumanisme. Thans werkt hij aan een studie over groen liberalisme.