Moeten we wel meer uitgeven aan Europese defensie? – Paul De Grauwe
Er kan geen twijfel over bestaan, we moeten een Europees defensieleger uitbouwen om het hoofd te bieden aan de agressie van Rusland. Poetin is duidelijk van plan het oude Russische imperium te herstellen. De vraag is hoe we een Europese defensie kunnen uitbouwen die een vuist kan maken tegen die Russische agressie. We zullen dat moeten doen zonder de VS, die partij heeft gekozen voor Rusland en vijand is geworden van Europa.
Eerst enkele cijfers. De landen van de EU (inclusief Groot-Brittannië) besteden nu jaarlijks meer dan 350 miljard dollar aan defensie; Rusland daarentegen minder dan de helft daarvan: 150 miljard dollar. Dat grote verschil heeft veel te maken met het feit dat de EU plus Groot-Brittannië tienmaal meer goederen en diensten produceren dan Rusland. Economisch gezien is Rusland een klein land (ongeveer even groot als Italië).
Het verschil in defensie-uitgaven staat ook niet los van het feit dat Russische soldaten goedkoper zijn dan Europese soldaten. Met andere woorden: met 150 miljard dollar 'kopen' de Russen meer soldaten dan wij met dat budget zouden kunnen doen.
In die zin onderschatten de Russische defensie-uitgaven de militaire capaciteit van Rusland. Maar dat verklaart niet het gehele verschil. Rusland heeft 1,1 miljoen actieve soldaten. De EU (samen met Groot-Brittannië) heeft er 1,5 miljoen. Europese soldaten zijn inderdaad duurder dan Russische soldaten, maar met ons budget slagen we er toch in om 400.000 soldaten meer op de been te brengen dan de Russen.
Inefficiëntie
Het blijkt dus dat, ondanks het feit dat we zo veel meer besteden aan defensie dan Rusland, en dat we met ons budget veel meer soldaten in dienst kunnen nemen dan de Russen, we zonder de Amerikanen geen weerwerk kunnen bieden aan de Russische agressie. Dat wijst erop dat wat we uitgeven aan defensie buitengewoon ondoelmatig wordt besteed.
Die inefficiëntie heeft alles te maken met het feit dat defensie nationaal georganiseerd is: met 27 verschillende kleine legers, met hun eigen wapensystemen, hun eigen commandostructuur en met hun eigen politieke prioriteiten
Het spreekt dus voor zich dat, indien we een vuist willen maken tegen de Russen, we een eengemaakt Europees leger moeten uitbouwen. Als we daarin slagen, hoeven we helemaal niet meer uit te geven dan we vandaag doen. Als we een eengemaakt Europees leger creëren, kunnen we met de huidige budgettaire middelen een militaire macht uitbouwen die sterker is dan de Russische militaire macht.
Daar knelt het schoentje. De grote EU-landen willen zo’n eengemaakt Europees leger niet, tenzij ze daar de leiding over kunnen nemen.
Het gevolg is dat we nu de weg opgaan waarbij elk land meer aan defensie zal uitgeven. Dat betekent dat de inefficiëntie nog groter zal worden. We zullen nog meer uitgeven aan nationale defensie, die in grote mate versnipperd zal blijven en dus onvoldoende slagkracht zal hebben om de Russen op afstand te houden.
Om maar een voorbeeld te geven. Italië zal meer uitgeven aan defensie, en, wie weet, een leger van 300.000 soldaten opbouwen in plaats van het huidige 160.000. Het is echter helemaal niet zeker dat een toekomstige Italiaanse regering Italiaanse soldaten zal willen sturen naar het Russische front.
Hetzelfde kan gesteld worden over heel wat andere Europese landen. Wat heb je dan met meer soldaten als die op cruciale momenten niet ingezet zullen worden? In afwezigheid van een fundamentele militaire integratie zullen we veel meer hebben uitgegeven, maar nauwelijks de militaire daadkracht van Europa hebben verhoogd.
Vrijbuiter
Mijn betoog heeft te maken met de Europese defensie in zijn geheel. Europa besteedt voldoende, maar op een uiterst inefficiënte wijze. België speelde traditioneel de rol van vrijbuiter en besteedde te weinig aan defensie, erop rekenend dat de anderen die dat wel doen ons land vanzelf zouden beschermen. Die tijd van vrijbuiter spelen is voorbij. We zullen dus een extra budgettaire inspanning moeten doen.
Hoe gaan we dat betalen? De Europese Commissie heeft besloten dat de extra militaire uitgaven (voorlopig) buiten de begroting genoteerd mogen worden. Dat betekent dat die uitgaven met de uitgifte van schuld gefinancierd kunnen worden.
Als we dat doen, zal de schuldratio (verhouding overheidsschuld/bbp) van 106 naar 109 gaan. Geen catastrofe. Wel is het zo dat we die extra defensie-uitgaven op termijn door gewone middelen zullen moeten financieren. Maar ook hier is de inspanning niet zo groot: we moeten van 1,2 procent naar 2 procent van het bbp. We hebben in het verleden voor moeilijker budgettaire operaties gestaan.
Paul De Grauwe
De auteur is professor economie aan de London School of Economics. Zijn column verschijnt tweewekelijks in De Morgen.