Naar een liberale wedergeboorte – Lawrence Vanhove
‘Vrijheid is net als de liefde een rijke ervaring die niet in een definitie gevat kan worden. Maar zo onmogelijk als het is haar te definiëren, zo simpel is het om haar te identificeren, te beseffen wanneer ze er is, of ze echt is of vals en of we haar genieten of moeten ontberen.’[1]
Op 10 juni werden we wakker in een nieuwe politieke realiteit. De Vlaamse liberalen haalden hun slechtste resultaat in hun bestaan en hebben nog slechts een handvol parlementairen. Een existentieel moment: het liberale huis is platgebrand tot op haar fundamenten, een totale heropbouw kan pas als de laatste resten puin weggeruimd geraken. Tegelijk wonnen de extremisten van links en van rechts fors. Het past in de internationale tijdgeest. Zowat overal in de wereld, in de Verenigde Staten, Rusland, India, Argentinië, maar ook in verschillende Europese landen, zien we hoe de democratische krachten terrein verliezen en autoritaire leiders aan de macht komen. Belangrijke liberale verworvenheden staan op de helling door de aantasting van de mensenrechten, de fundamentele vrijheid, de afbouw van de rechtsstaat, de afnemende meritocratie en het aan banden leggen van kritische stemmen.
Denk aan Polen waar de PiS-partij tal van onafhankelijke rechters ontsloeg om ze te vervangen door meer regeringsgetrouwe elementen. In Hongarije perkt Viktor Orban de rechterlijke macht in, hij onderdrukt de vrije meningsuiting en sluit de LGBTQ+-gemeenschap uit. In Italië ondermijnt Giorgia Meloni het asielrecht en zet de aanval in op holebirechten. In Nederland, waar de extreemrechtse en islamofobe partij van Geert Wilders de verkiezingen won, staat nu met steun van de liberale VVD een regering klaar met een programma dat het asielrecht opzijschuift en internationale verdragen in vraag stelt. Maar ook in ons land, en specifiek in Vlaanderen, gaat de tendens in die richting. Op 9 juni waren velen opgelucht dat Vlaams Belang niet de grootste partij werd, maar ze vergaten wel dat extreemrechts opnieuw een grote overwinning haalde met voorstellen die vaak haaks staan op onze democratische rechtsstaat.
Sommigen beweren dat het wegdeemsteren van de Open VLD geen probleem is omdat intussen de N-VA zich opwerpt als de nieuwe liberale partij bij uitstek. Dat laatste klopt niet. Die partij heeft formeel wel enkele ondernemingsgezinde standpunten op sociaaleconomisch vlak – de praktijk ziet er echter veel minder rooskleurig uit, denk aan de subsidie- en reguleringsdwang op Vlaams niveau – maar verder heeft ze een uitgesproken conservatief en nationalistisch programma. Sommigen van hun kopstukken voeden het ressentiment en flirten met xenofobische hondenfluitjes, of willen met een voorstel tot de invoering van het ‘volksberoep’ (een idee waar ook mensen als Mark Elchardus en Banjamin Netanyahu voor pleiten) de scheiding der machten doorbreken. De N-VA is geen liberale partij en zal dat nooit kunnen worden. Zelfs als ze tot een brede volkspartij zou vervellen, dan zijn bij uitstek de aanhangers van het vrij initiatief er weer aan voor de moeite. Maar de belangrijkste strijd die we vandaag in de wereld, in Europa en zelfs in ons land voeren, is die tussen de open en de gesloten samenleving. Vlaanderen heeft daarbij nood aan een echte liberale beweging die resoluut kiest voor een open samenleving waarin de vrijheid, de rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten centraal staan. Met een partij die opnieuw consequent is, zowel sociaal-economisch als qua ethisch-morele front-runner.
De inspiratie hiervoor moeten we in de eerste plaats zoeken bij diegenen die de liberale ideologie mee vorm hebben gegeven, zoals we terugvinden in boeken als Vrijheid Voorop van Patrick Stouthuysen en De Liberale Canon van Dirk Verhofstadt. Ik denk onder meer aan John Locke die stelde dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn, en dat ze een aantal oorspronkelijke en onvervreemdbare rechten hebben, zoals het recht op leven, vrijheid en eigendom. Aan Montesquieu die het principe van de trias politica uitwerkte. Aan Cesare Beccaria die een modern en humaan strafrechtsysteem ontwierp. Aan Adam Smith die het belang van de vrije markt als bron van welvaart aantoonde. Aan Thomas Paine die zich keerde tegen de slavernij en de doodstraf. Aan Mary Wollstonecraft die opkwam voor recht op zelfbeschikking van vrouwen. Aan John Stewart Mill die een maximale vrijheid propageerde voor zover men geen schade toebrengt aan anderen. Aan Karl Popper die waarschuwde voor het gevaar van het utopisme en van gesloten samenlevingen. Aan John Rawls die een welomlijnd kader schiep voor sociale rechtvaardigheid en gerichte herverdeling. Aan Fernando Savater die hamert op het belang van kwaliteitsvol onderwijs en het gevaar van elke vorm van een opgedrongen ‘identiteit’. Aan Friedrich Hayek die het verschil met het conservatisme glashelder beschreef, namelijk dat liberalen openstaan voor verandering en vooruitgang. Aan Johan Norberg die op al deze ideeën verder bouwt en een vurig 21e-eeuws pleidooi houdt voor een open economie en het morele recht op migratie. Aan het ecomodernisme dat bij het denkkader van Norberg aansluit, zoals we dat terugvinden in De wereld red je niet met minder van Jan Deschoolmeester en Thomas Rotthier. Aan Alicja Gescinska die opkomt voor een constitutioneel liberalisme en de rechtsstatelijkheid van de sociale en politieke ruimte. Aan Mario Vargas Llosa die ons doet beseffen dat vrijheid een kostbaar goed is en dat we er zonder ophouden moeten voor ijveren, want ‘wie niet bereid is voor de vrijheid te vechten, wie niet bereid is om voor haar in de bres te springen, loopt het risico haar definitief te verliezen’.
Nog inspiratie kunnen we vinden in het Manifest van Oxford van 1947. De tekst die geschreven werd op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog, en leidde tot de oprichting van de Liberale Internationale, blijft een bron van inspiratie voor iedereen die opkomt voor vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Veel van de principes uit deze tekst blijven brandend actueel, maar de wereld is intussen veranderd. Daarom moeten we een ambitieuze basistekst vormgeven met nieuwe ideeën en voorstellen die aangepast zijn aan de problemen van de hedendaagse tijd. Denk aan de klimaatopwarming, de aantasting van de privacy, de spanningen rond migratie, het gevaar van te veel machtsconcentratie bij overheden en grote bedrijven. Een kader waarbij zowel ecologisch als budgettair de belangen van de volgende generaties mee in rekening worden gebracht.
Kennis van de liberale ideologie is primordiaal. Alleen zo kan je coherente antwoorden bieden op onvoorspelbare problemen en worden steekvlamideeën vermeden. Alleen met een minimum aan ideologische scholing kan een liberaal politicus begrijpen dat voorstander zijn van vrij initiatief, niet wil zeggen dat je de lobbygroep bent van de bedrijven. Alleen door inzicht in de liberale ideologie besef je de noodzaak aan rechtszekerheid en de rechtsstaat. Alleen door filosofische debatten te voeren, begrijp je het belang van een samenleving waarin iedereen zijn of haar volle potentieel kan ontwikkelen dankzij kwaliteitsvol onderwijs en opvoeding. Alleen zo begrijp je dat liberalen principieel voorstander zijn van diverse vormen van migratie, niet alleen om utilitaristische redenen – zoals vergrijzing – maar om principiële redenen, namelijk het Milliaans recht op zelfbeschikking gecombineerd met het Lockeaans recht op eigendom. Kortom: alleen met ideologische kennis kweekt men de juiste reflexen. Alleen met een goed onderbouwde liberale ideologie die we aanleren en verspreiden, kunnen we weerwerk bieden tegen de hedendaagse illiberale tendensen, het conservatief-populistische en nationalistische spook dat door onze samenleving rondwaart.
Het is tijd voor een liberale wedergeboorte, waar de zieke patiënt symbolisch begraven wordt en waarbij een nieuwe Liberale Partij geboren wordt waarin onze basisprincipes het hoogste goed vormen. Er moet een groot ideologisch congres komen dat niet uitgaat van de bestaande partij, maar van de brede liberale beweging. Met inhoud geschreven door de liberale beweging, voor de liberale beweging. Van liberale vrouwen, jongeren, studenten, senioren, academici, economen, vakbonden, mutualiteiten, filosofen, denktanken en cultuurorganisaties, maar ook van elke burger daarbuiten die het liberalisme in zijn meest brede betekenis genegen is. Ik ben er alvast van overtuigd dat we het, ondanks de vele meningsverschillen, eens kunnen worden over de kernpunten van deze geactualiseerde liberale ideologie. Hetgeen de liberalen delen is groter dan wat de verschillende personen en organisaties scheidt. De uitkomst hiervan moet als basis dienen voor een nieuw liberaal handvest met nieuwe liberale voorstellen en nieuwe leiders die moeten zorgen voor een meer open, een meer tolerante, een meer rechtvaardige en een meer genereuze samenleving.
Liberales zal hier als onafhankelijke liberale denktank en behoeder van de liberale ideologie, net zoals voorheen, op een constructieve manier toe bijdragen.
Lawrence Vanhove
Voorzitter van de onafhankelijke denktank Liberales
[1] Mario Vargas Llosa, De cultuur van de vrijheid (1974), Muelenhoff, 1989, p 190.
Dit is de long-read versie van een opiniestuk dat op 18/06/2024 verscheen bij de krant De Morgen