Het democratisch tekort - Claude Lefort

Het democratisch tekort - Claude Lefort

Door het succes van extreem-rechtse en populistische partijen staat de democratie onder druk. De verkiezingen in Frankrijk en in Nederland in 2002 hebben evenwel aangetoond dat de democratie dit echter aankan en voldoende veerkracht heeft om te weerstaan aan krachten die haar zouden willen vernietigen. Na de tweede ronde in de Franse parlementsverkiezingen in 2002 kregen we alvast een hartverwarmende solidariteit van alle democraten om samen te vechten tegen het Front National dat toen de Socialistische Partij had voorbij gestoken. Het leidde tot de hoogste score voor een democratische presidentskandidaat in zowat alle landen die een systeem van vrije verkiezingen kennen. In Nederland was de toestand ernstiger. De moord op Pim Fortuyn moet ons doen inzien dat er ook in onze contreien gevaarlijke extremisten rondlopen die verkiezingskandidaten durven uit te schakelen omwille van hun ideeën.

Het is trouwens opvallend dat die extremisten steeds uit het ‘eigen volk’ komen. Denk aan de moord op Ghandi door een fanatieke hindoe, op Sadat door fanatieke moslims, op Rabin door een fanatieke jood en op Fortuyn door een fanatieke Nederlander. Opvallend is dat men sinds die moord in de Nederlandse pers en politiek opnieuw nadenkt over de democratie als het geïnstitutionaliseerd systeem van meningsverschil. Iets wat met de goedkeuring van de regeringsverklaring voor het tweede paarse kabinet (waarin alles tot in detail afgesproken was) in feite niet langer bestond. Alvast een belangrijke reden waarom de Nederlanders zich al voor de moord op Fortuyn zo massaal afkeerden van de Haagse grijsheid. Een laatste voorbeeld voor de onverschilligheid van de burgers tegenover de politiek is de geringe belangstelling van de burger voor wat zich afspeelt op Europees vlak. Het tekort aan democratisch gehalte binnen de Europese Unie verwijdert de gewone man van Europa. Niemand voelt zich nog echt betrokken, niemand heeft nog vertrouwen in die onpersoonlijke Europese Commissie die tenslotte beslist over belangrijke persoonlijke aangelegenheden.

In zijn boek Het democratisch tekort toont de Franse filosoof Claude Lefort zich een hartstochtelijk voorstander van de democratie. Lefort was eerst een trotskist die zich in 1957 afkeerde van het marxisme. Vanaf dan uitte hij (tegen de tijdsgeest in Frankrijk die werd gedomineerd door Sartre en Merleau-Ponty in) felle kritiek op het totalitair karakter van de Oostblok-landen. Zijn onderzoek naar de wortels van het totalitarisme leidde hem naar een liefde voor de democratie. “De democratie is de enige samenlevingsvorm die het onophefbare sociale conflict dat aan de basis van elke maatschappij ligt, erkent. Meer nog, ze leeft van dat conflict. Het is haar bron van energie en vernieuwing. De conflictualiteit kan in een democratie noch worden opgeheven, noch te boven gekomen.”

Lefort wijst erop dat een verkiezing wel een belangrijke graadmeter is maar dat het democratisch proces onmiddellijk nadien doorgaat. “De verwijzing naar de wil van het volk (bij een verkiezing, nvdv) kan dus nog alleen dienen als een verplicht referentiepunt in een nooit eindigende discussie die haar definitieve bepaling onmogelijk maakt.” Hierdoor ligt de ‘last van de democratie’ niet zozeer bij de burgers die eens om de 4 jaar mogen stemmen maar wel bij de politici. Zij moeten voortdurend in discussie gaan en hun meningen confronteren met anderen. Hiermee kant hij zich tegen al wie het conflict wil smoren in een kleurloos compromis en de politieke debatten wil verengen tot een simpel ja of neen ten opzichte van de door de regering voorgekauwde teksten.

Deze opvatting over democratie staat haaks op het conservatisme en het belang dat conservatieven hechten aan waarden, tradities en ‘zekerheid’. Voor Claude Lefort is democratie juist een aanvaarding van onzekerheid en ambiguïteit. De definitieve oplossing en ideale samenleving bestaat niet. We zijn gedwongen om die steeds weer in vraag te stellen. Dat geldt zowel voor gewoontes en tradities als voor nieuwe trends en rationele evidenties. Die redenering is gewoon revolutionair. Ze houdt in dat geen enkele samenleving ooit de perfectie zal bereiken, dat geen enkele ideologie ooit de eindoverwinning zal behalen (iets wat Fukuyama nochtans beweerde in zin boek Het einde van de geschiedenis en van de laatste mens, nvdv). We zullen steeds rekening moeten houden met andere meningen, zelfs als die uitgaat van één enkel individu tegen de rest van de bevolking. Om dan bij een volgende verkiezing vast te stellen wat het draagvlak is van diegenen die bepaalde veranderingen willen doorvoeren of bestaande toestanden willen behouden.

Deze visie sluit mijn inziens perfect aan bij het liberalisme en de voortdurende strijd voor de vrijheid van het individu. Meer nog, het sluit aan bij de historische evolutie van de mens van een aan de natuur geketend wezen tot een vrij mens. Met tussendoor allerlei ups en downs, zoals in de 20ste eeuw het communisme en het fascisme die de mens wilden onderwerpen aan bepaalde denkbeelden. Het is hen niet gelukt, en het liberalisme zette taai zijn weg verder. Met horten en stoten. Opgehouden door nationalistische excessen, door ethnische denkbeelden en egoïstische verlangens, door collectivistische ideeën en staatsinterventionisme, door extreem eigenbelang en marktfundamentalisme.

De democratische verdeeldheid en het onophoudelijk gevecht om de ‘lege plaats’ van de macht, die geen enkel individu of groep zich definitief mag toeëigenen, verklaren de totalitaire verleiding. Maar zij geven ook aan wat er op het spel staat als de politieke vrijheid en de mensenrechten in het geding zijn. Verkiezingen zijn enorm belangrijke momenten waarop tussenstanden kenbaar worden. “Bij verkiezingen wordt de samenleving juist geheel ontbonden in een puur numerieke optelsom van de uitgebrachte stemmen van geheel anonieme burgers. Die expressie is de resultante van velerlei overtuigingen en belangen, waarvan iedere stemgerechtigde een eigenzinnige synthese is.” Hiermee beklemtoont Lefort het belang van het individu en diens mening. Individuen die in het politieke debat tussen diverse partijen afwegingen en keuzes moeten maken, voor zichzelf en voor de samenleving.

Het belang van de democratie is in elk geval de onmogelijkheid voor welke partij of persoon ook om definitief de macht te verwerven en zijn ideeën blijvend door te drukken. Dankzij de democratie is in feite elke koerswisseling mogelijk. Geen enkele macht is absoluut en steeds wordt het beleid getoetst aan het oordeel van de burgers of kiezers. In die zin zijn verkiezingen nog echt ‘feesten’ van de democratie. Waarbij bestaande partijen onverwacht worden afgestraft en nieuwe kandidaten kansen krijgen. Om dan, na enkele jaren tijd, zelf het oordeel van de kiezers te moeten ondergaan.

De ideeën van Lefort leren ons alvast dat liberale partijen niet met gekruiste armen naar de verkiezingen mogen gaan. Hoe goed de resultaten van een beleid onder leiding van de liberalen ook mag geweest zijn, de kiezers zullen opnieuw kiezen in functie van nieuwe beloftes en vooruitzichten. Aan die vooruitzichten moeten liberalen voortdurend werken. Vooruitzichten die de kiezers niet alleen overtuigen dat bepaalde veranderingen noodzakelijk zijn, maar tevens dat ze zullen zorgen voor nieuwe zekerheden. Want de mens is in feite een traditioneel wezen die zich goed voelt in bestaande, onveranderlijke structuren, die hem zekerheid en onafhankelijkheid verzekeren. Het komt er nu op aan dat we de kiezers kunnen overtuigen dat het conservatisme en het status-quo alleen zorgen voor valse zekerheden. Alleen als we onze economie, overheid en maatschappij moderniseren zullen we erin slagen onze welvaart blijvend vast te ankeren en aldus nieuwe en meer duurzame zekerheden veilig stellen.

Claude Lefort blijft intussen ijveren voor een botsing van ideeën. Niet om stokken in de wielen te steken van een bestuurlijk apparaat, maar om de vrije meningsuiting alle kansen te geven in de vormgeving van onze samenleving. Het lijkt allemaal wat theoretisch maar dat is het niet. Elke liberaal die een standpunt inneemt of een doet moet rekening houden met een kritische evaluatie en tegenspraak. Dergelijke kritiek kan en zal het liberaal gedachtegoed niet verzwakken, maar juist versterken. Omdat de ideeën, waarin we geloven de beste zijn om de mens te verheffen en te zorgen voor meer maatschappelijke welvaart.

 

Claude Lefort, Het democratisch tekort, Boom, 1992

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
De val van Prometheus - Ton Lemaire

De val van Prometheus - Ton Lemaire

Het digitale proletariaat - Hans Schnitzler

Het digitale proletariaat - Hans Schnitzler