Pop polls mogen geen sturend effect hebben op het beleid - Harold van der Kraan
We schrijven mei 2021. De volgende grote stembusslag kondigt zich pas aan in 2024. De partijen van de Vivaldi-regering worden nu na 8 maanden door een onderzoek geanalyseerd en binnenstebuiten gekeerd. Wat zijn hun sterke en minder sterke electorale punten? Wie scoort er in de vox pop? Interessante punten voor de partijhoofdkwartieren en breed uitgesmeerd in diverse media. Alsof het morgen al verkiezingen zijn. Op zich is het gezond dat kiezersonderzoeken worden uitgevoerd, maar politieke partijen die aan het beleid deelnemen mogen zich hier niet op blindstaren. Als ze dat doen, zal dat de cohesie binnen de coalitie onherroepelijk ondermijnen en bovendien een standvastig beleid ondermijnen.
Open VLD-premier Alexander De Croo mag zich als populairste politicus gelukkig prijzen. Zijn partij iets minder. En zo zijn er nog enkele opmerkelijke vaststellingen in de bevraging. Feit is dat het onderzoek ons, los van interne pop polls, één ding leert of eerder bevestigt: het is Vivaldi – en een deel linkse oppositie met de PVDA erbij – tegen één groot rechts blok dat bestaat uit N-VA en Vlaams Belang. Een tweestromenlandschap dat in Vlaanderen al een tijdje een electorale factor is, weliswaar relatief onuitgesproken gezien er geen formele samenwerking is tussen de nationalistische partijen N-VA en VB. Historicus Vincent Scheltiens wees er in zijn recente boek terecht op dat 2024 erom draait of Vlaams Belang af te stoppen valt. Het VB zou niet alleen de N-VA de loef afsteken. Bovendien is het dan evenmin uitgesloten dat het VB en de N-VA samen een Vlaamse absolute meerderheid kunnen behalen. Tot nader order is de N-VA de enige partij die samenwerking met het Vlaams Belang niet per definitie uitsluit en dat maakt van 2024 eens te meer een verkiezingsjaar met een belangrijke inzet. De vraagstelling rond een Vlaamse onafhankelijkheid is dus actueler dan ooit als er een politieke meerderheid voor zou ontstaan, maar tegelijk werpt dit een tegenvraag op, met name hoé het VB die Vlaamse onafhankelijkheid denkt te realiseren. Uit peilingen zien we dat de gemiddelde Vlaming niet echt wakker ligt van die onafhankelijkheid.
Even terug naar het onderzoek. In het onderzoeksproject ‘De Stemming’ van de Universiteit Antwerpen en de VUB, in opdracht van De Standaard en VRT NWS, werden 1.908 respondenten bevraagd. Dat is ongetwijfeld in zekere mate representatief en de resultaten geven een inkijk in de tussentijdse polsslag van hoe Vlamingen tegenover het gevoerde beleid staan én hoe de onderlinge machtsverhoudingen in politiek Vlaanderen zich ontwikkelen. Interessant en Vlaamse media nemen de resultaten over als nieuwsfeit. Toch is dat niet zonder gevaar, want op de duur verwarren we peilingen met echte uitslagen. Dat klinkt misschien vergezocht, maar dat is het niet: de Nederlandse website NU.NL, eigendom van DPG Media, schrijft al een tijdje niet meer over opiniepeilingen in de Nederlandse politiek. De website argumenteert dat peilingen de waarheid lijken te verkondigen, maar toch vooral momentopnames zijn en een te sterk sturend effect hebben. Dus schrijft de redactie er niet over en ontwikkelde ze een eigen kieswijzer. Hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman verwoordde het in maart als volgt: “één ding weten we al: het bevalt goed dat we op NU.nl niet over peilingen schrijven.”
Zover hoeven we zeker niet te gaan in Vlaanderen, want peilingen hebben wel degelijk hun waarde in het publieke debat. Dit stuk is wél een pleidooi om alles in het juiste perspectief te zien en tendensen niet te ‘sturend’ te laten worden. Daarin heeft de redactie van NU.NL zeker een terecht punt. En laat ons wel wezen: eigenlijk is er weinig nieuws onder de zon. Eens te meer komen we tot de vaststelling dat het politiek bestel in Vlaanderen sterk gefragmenteerd is en dat dagelijkse politieke uitschuivers – al dan niet buitenproportioneel - hun invloed hebben op het stemgedrag van de kiezer. Met een beetje kwade wil zou je kunnen denken dat zelfs de affaire met Veerle Heeren in Limburg een slechte score voor CD&V in de hand kan werken, maar toen was de afname van deze steekproef al voorbij. Bij CD&V krabben ze zich nu ongetwijfeld volop in de haren met hoe het nu verder moet.
Daar zit tegelijk de uitdaging: beleid moet individuele (in)populariteit kunnen overstijgen. Dus waar zit nu eigenlijk de crux als het gaat over de appreciatie van de Vlaming over het gevoerde regeringswerk? Grotendeels in het feit dat het beleid tot dusver bepaald werd door het bestrijden van de pandemie en de daaraan verbonden beleidskeuzes. Pas recent staken met de loononderhandelingen terug echte ideologische tegenstellingen tussen links en rechts de kop op. We mogen hopen dat de komende jaren er nog meer sprake kan zijn van ideologische debatten in de schoot van de regering en in de Kamer. Zo hoort het ook in een gezonde democratie. De kiezer kan zelf beslissen welk argument het meest aansluit bij de eigen opvattingen.
Wanneer de positie van een partij als Open VLD in één trek genoemd met de affaire-El Kaouakibi dan is dat logisch, maar dat heeft au fond weinig met ideologie of met regeringswerk te maken. En daarin schuilt meteen het gevaar: opiniepeilingen, populariteitspolls en kiesintentieonderzoeken mogen niet leiden tot een ‘verstarring’ in de Wetstraat. Want de legislatuur dient nog lang en er moet nu na de pandemie vooral een forse economische relance op gang getrokken worden, waarbij de regeringspartijen elkaar hoe dan ook onderling iets zullen moeten ‘gunnen’ om tot een gedragen en standvastig beleid te komen. Als het onderzoek ons nog iets interessant leert, is dat maar liefst 7/10 van de bevraagden weinig vertrouwen heeft in de aanpak van het economisch herstel. Dus werk aan de winkel voor Vivaldi. Wanneer partijen zich gaan focussen op elkaars thema’s en proberen elkaar de loef af te steken; dan zal radicaal-rechts daar met plezier verder garen uit spinnen. Zij hebben namelijk het voordeel dat ze op geen enkele manier beleid moeten voeren, maar dat ze enkel het regeringswerk en de uitschuivers bij de traditionele partijen in het vizier moeten nemen. En in tegenstelling tot die traditionele partijen investeert het VB fors in sociale media en eigen alternatieve kanalen om de boodschap te verspreiden. Dus een warme oproep om voluit de kaart van de relance te trekken en de individuele pop-polls niet te laten verworden tot de waan van de dag. Want dan gaan het nog 3 lange jaren worden in de Wetstraat.
Harold van der Kraan
Opiniemaker