Ik heb in het verleden dikwijls gewezen op de absurditeit van een regel die ons belet te doen wat levensnoodzakelijk is: massaal investeren in de energietransitie en in een groene economie die ervoor zorgt dat de aarde leefbaar blijft. Zullen onze kleinkinderen gelukkig zijn als we de zestigprocent hebben gehaald terwijl we, om dit te bereiken, onvoldoende publieke investeringen hebben gedaan en de aarde onleefbaar hebben gemaakt?