De Europese Unie zal zichzelf grote schade toebrengen – Paul De Grauwe
Vier jaar geleden, bij het uitbreken van de pandemie, werden de Europese begrotingsregels geschorst. Deze schorsing was tijdelijk. Na veel gehakketak kwamen de Europese ministers van Financiën verleden week tot een akkoord om opgefriste begrotingsregels toe te passen.
Eén verandering springt in het oog. De Europese Commissie zal voor elke lidstaat een ‘duurzaamheidsanalyse’ doen. Dat houdt in dat de Commissie onderzoekt of de schuldratio (de verhouding overheidsschuld/bbp) zich op een duurzaam pad bevindt. Daarmee wordt dan bedoeld dat de schuldratio in de toekomst naar een stabiel en duurzaam evenwicht zal evolueren. Om dit duurzaam pad te kunnen berekenen moet de Europese Commissie een aantal voorspellingen maken over toekomstige groei van het bbp, de inflatie, de rentevoeten, de groei van de overheidsuitgaven en nog meer macro-economische variabelen.
Als een land met zijn schuldratio boven het duurzaam pad ligt, zal de overheid van dat land de uitgaven met een vooraf afgesproken percent van het bbp moeten doen dalen totdat het doel is bereikt.
Je zou denken dat dit ruim volstaat als kader om discipline in het begrotingsbeleid op te leggen, maar dan heb je het mis. Naast de duurzaamheidsanalyse (die een zinvolle vernieuwing is) werden de oude begrotingsregels vanonder het stof gehaald. De drieprocentnorm die stelt dat het begrotingstekort niet boven de 3 procent van het bbp mag uitstijgen en de zestigprocentnorm die landen verplicht hun overheidsschuld onder 60 procent van het bbp te brengen, blijven bestaan.
Weliswaar krijgen de lidstaten nu meer tijd om daar te geraken, maar het blijft een gemiste kans om twee arbitraire en domme regels weg te gommen en het beleid te baseren op een duurzaamheidsanalyse. De kans is groot dat die regels in de toekomst (zoals in het verleden) opzijgezet zullen worden door politici met hersenen.
Het behoud van domme regels zal tot gevolg hebben dat de Europese Unie zichzelf grote schade zal toebrengen. En wel om twee redenen. Ten eerste zal een groot aantal landen gedwongen worden om de uitgaven te verminderen precies wanneer de ECB met hoge rentevoeten de inflatie bestrijdt. Het is niet alleen België dat zal moeten besparen, maar grote landen als Frankrijk en Italië worden in dezelfde richting geduwd. Duitsland zal het ongevraagd en om dogmatische redenen ook doen. Als al die landen samen bezuinigen is een Europese recessie onafwendbaar. De vraag blijft of al die regeringen blindelings zichzelf in de vernieling zullen rijden wanneer miljoenen mensen die getroffen worden door die bezuinigingen en door een recessie revolteren.
Ten tweede: ondanks enkele versoepelingen blijft het zo dat de lidstaten weinig of geen mogelijkheden hebben om publieke investeringen te financieren door de uitgifte van schuld. Als een land meer zal willen investeren in publieke goederen dan zullen andere uitgaven moeten dalen. Het financieren van overheidsinvesteringen door schuld blijft, op enkele uitzonderingen na, uitgesloten.
Ik heb in het verleden dikwijls gewezen op de absurditeit van een regel die ons belet te doen wat levensnoodzakelijk is: massaal investeren in de energietransitie en in een groene economie die ervoor zorgt dat de aarde leefbaar blijft. Zullen onze kleinkinderen gelukkig zijn als we de zestigprocent hebben gehaald terwijl we, om dit te bereiken, onvoldoende publieke investeringen hebben gedaan en de aarde onleefbaar hebben gemaakt?
Een opgefriste begrotingsregel had de volgende moeten zijn: als het maatschappelijk rendement van publieke investeringen hoger is dan de kost van de schuld dan moet er geïnvesteerd worden, ongeacht het niveau van de overheidsschuld. Publieke investeringen in alternatieve energiebronnen en in een groene economie maken de toekomstige groei van het bbp duurzamer, en zorgen er ook voor dat de overheidsinkomsten duurzamer worden. Het gevolg daarvan is dat de schuld die gemaakt is om die investeringen mogelijk te maken duurzaam is. Die regel geldt ook voor België, met een schuldratio van 105 percent.
Het inzicht dat publieke investeringen gefinancierd door schuld goed zijn, niet alleen voor het milieu, maar ook voor de duurzaamheid van die schuld, wordt in de opgefriste begrotingsregels ontkend. Diegenen die deze begrotingsregels hebben opgefrist zijn slaven gebleven van hun eigen dogma’s en brengen grote schade toe aan Europa.
Paul De Grauwe
De auteur is professor aan de London School of Economics. Zijn column verschijnt tweewekelijks in De Morgen.