Paus Franciscus was geen heilige – Ivan Vandermeersch
De dood van een paus is altijd een ingrijpend moment. De wereld staat even stil, de plechtigheden volgen elkaar op, de lofbetuigingen herhalen zich. De mens wordt een symbool. En het symbool laat al te vaak de nuances vergeten.
Paus Franciscus is heengegaan. De paus van de periferie, van de migranten, van Laudato Si’. Een man die sommigen als hervormer bestempelen, bekommerd om ecologie en sociale rechtvaardigheid. Misschien. Maar het zou verkeerd zijn om hem uitsluitend als een lichtend figuur voor te stellen. Zijn pontificaat kende ook stiltes, blokkeringen en verontrustende continuïteiten.
Geen echte vooruitgang op het vlak van seksuele en reproductieve rechten. Geen opening naar anticonceptie. Geen herziening van het dogma over abortus. En een aanhoudende trouw aan een patriarchale visie op de wereld, waarin vrouwen wel mogen dienen, maar niet beslissen.
We herinneren ons nog dat koning Boudewijn in april 1990 zich 'niet in staat achtte te regeren' om te vermijden dat hij de wet over de gedeeltelijk depenaliserende abortus zou moeten ondertekenen. Deze juridische fictie – door de regering aanvaard om een institutionele crisis te vermijden – liet toe de wet te laten goedkeuren zonder dat de koning, in zijn ogen, medeplichtig werd. Maar in wezen was dit niets minder dan een weigering om vrouwen het recht op zelfbeschikking over hun lichaam te erkennen.
Het Vaticaan, trouw aan zijn lijn, prees Boudewijns houding als een heldendaad van geweten. Een geloofsgetuigenis. 'Christelijke moed.' Maar anderen zagen daarin een verhulde clericalistische inmenging in het wetgevend proces van een soevereine democratie, en een diepe minachting voor vrouwen in nood. De Belgische wet, het werk van Lucienne Herman-Michielsens en Roger Lallemand, was geen ideologisch speeltje: ze wilde abortus uit de illegaliteit halen, drama’s vermijden, en vrouwen begeleiden in moeilijke beslissingen. Een daad van menselijkheid en vertrouwen. De Kerk daarentegen koos voor het dogma.
En dan was er het bezoek van paus Franciscus aan België, waar hij een fundamenteel principe van het internationaal recht met de voeten trad: de niet-inmenging van een staatshoofd in de werking van een democratische rechtsstaat. Tijdens zijn toespraken schroomde hij niet om artsen die abortus uitvoeren 'huurmoordenaars' te noemen – woorden van onaanvaardbare symbolische agressie binnen een rechtsstaat. Uitgesproken op Belgische bodem, waar deze artsen binnen een wettelijk kader handelen, met respect en mededogen, waren die woorden een slag in het gezicht van onze democratie en een flagrante schending van diplomatieke neutraliteit.
Daar komt nog het schandaal rond seksueel misbruik bij, dat als een blijvende schaduw over de Kerk hangt. Ook hier sprak paus Franciscus. Maar wat deed hij werkelijk? Weinig sancties. Weinig transparantie. Eerder een poging om het vuur te doven dan de structuur die het voedde af te breken. De slachtoffers wachten nog steeds op gerechtigheid. En het zwijgen werkte opnieuw als een vorm van medeplichtigheid.
Tegelijkertijd, nu de wereld opnieuw balanceert tussen open oorlogen en identitaire terugtrekking, lijkt het Vaticaan dezelfde dubbelzinnige signalen uit te sturen als vroeger. Het recente bezoek van de Amerikaanse vicepresident J.D. Vance aan de Heilige Stoel was geen gewone diplomatieke ontmoeting. Het past in een verontrustende dynamiek, waarin nationalistisch populisme en religieus conservatisme zich opnieuw tot elkaar aangetrokken voelen.
Vance is geen bruggenbouwer of gematigde stem. Hij is een ideoloog van een hard moreel ordebeleid, geworteld in een identitaire christelijke visie die vijandig staat tegenover vrouwenrechten, seksuele minderheden, abortus en migratie. Hem ontvangen in het Vaticaan, op een moment dat de fundamenten van de Amerikaanse democratie zelf onder druk staan, is geen onschuldige daad. Het is een signaal. Een morele erkenning, impliciet. Een diplomatiek gebaar zoals we dat ook zagen in de tijd van paus Pius XII.
Pius XII zweeg toen treinen vol kinderen, vrouwen, joodse families naar de vernietigingskampen vertrokken. Hij zweeg terwijl de razzia’s toenamen, zelfs in Rome onder de ramen van het Vaticaan. Hij zweeg, terwijl hij wist welk drama zich voltrok. Deze paus heeft de deportaties nooit publiekelijk veroordeeld, noch de gruweldaden aangeklaagd. Hij heeft ook nooit kritiek gehad op de leuze 'Gott mit uns' – God met ons – gegraveerd op de riemen van de Wehrmacht. Een akelige symbiose tussen godsdienst en vernietiging. Zijn zwijgen en diplomatieke voorzichtigheid hebben talloze levens gekost.
Vandaag spelen sommigen opnieuw met vuur. In de overtuiging dat orde belangrijker is dan gerechtigheid. Dat zwijgen beter is dan verzet. Dat het heil van zielen excuses biedt om de rechten van de levenden opzij te schuiven. Want vrijheid blijft de essentie van onze strijd. De vrijheid van vrouwen om over hun lichaam te beschikken. De vrijheid om te geloven of niet te geloven. De vrijheid om lief te hebben. Te spreken. Te leven, zonder morele censuur vermomd als naastenliefde.
Paus Franciscus is gestorven. Moge hij in vrede rusten. Maar respect voor een overledene mag nooit betekenen dat we ons kritisch bewustzijn opbergen. Zeker niet nu het conclaaf binnenkort een nieuwe paus moet kiezen. Geschiedenis wordt niet alleen met gebeden geschreven. Ze wordt geschreven met morele keuzes. Met engagementen. En met herinneringen die we weigeren te vergeten en te wissen.
Ivan Vandermeersch
De auteur is voormalig Secretaris-generaal van BAM. Hij schreef de tekst Pleidooi voor Moderne Vrijheid: verantwoordelijk individualisme in een inclusieve samenleving (2024)