Mijn antwoord op Mark Elchardus – Lawrence Vanhove

Mijn antwoord op Mark Elchardus – Lawrence Vanhove

“This is what we don’t believe in, this is what we’re fighting against.”

Op 20 februari 2023 lanceerde uitgeverij Ertsberg het nieuwe boek van socioloog Mark Elchardus. Historisch gezien als de huisideoloog van de Socialistische Partij ontpopte de denker zich tot fan favourite van Rechts Vlaanderen. Hij bouwt in Vrijheid/Veiligheid verder aan het narratief dat hij ontwikkelde in Reset, waarin hij een pleidooi hield voor een communautaire democratie, door het afschaffen van wat hij de juristocratie noemt en het drastisch inperken van migratie. In Vrijheid/Veiligheid gaat hij dus nog een stap verder.

 Eerst en vooral is het een bundeling van zijn meest invloedrijke publicaties in de laatste vijf jaar, waar hij globalisering, de rechtstaat, individuele- en mensenrechten, kortom de liberale democratie als vijand ziet. Nadien geeft hij in het orgelpunt van het boek, de tekst Hoe krijgen we weer goesting in de toekomst, aan dat de vermeende omvolking een reële bedreiging vormt. Dat Elchardus een erudiet man is, staat buiten kijf, en met Reset en dit boek vat hij – jammer genoeg – de anti-liberale tijdsgeest bijzonder goed samen. Het is voor ons liberalen paradoxaal genoeg enorm waardevol dat deze antagonist en de zogenaamde Elchardus-as (VB, N-VA en een deel van Vooruit met als exponent voorzitter Rousseau) zo prominent naar voor komen als één blok. Wij als liberalen moeten dan ook durven dialogeren met hem.

Eerst ga ik in op de problemen in zijn magnum opus en de diverse aanvallen die hij lanceert op het liberaal-democratische denken. Nadien ga ik in op het omvolkingscomplot in Vrijheid/Veiligheid. Als laatste bespreek ik de interne tegenstellingen in zijn denken. We concluderen dat het gedachtegoed van Elchardus zelfs voor hedendaagse inclusieve gemeenschapsdenkers geen leidraad kan vormen.

Het staat buiten kijf dat er voor liberalen en liberaal-democraten maar één conclusie is: Elchardus’ denken verpersoonlijkt alles waar we tegen dienen te strijden.

Reset: een afrekening met liberalisme en de liberale democratie

In Reset stelt Elchardus de periode van de jaren 70 tot het begin van de financiële crisis als een walhalla van negatieve vrijheid. Negatieve vrijheid is het ontbreken van arbitraire dwang vanwege de overheid op de burger. Hij maakt daar echter iets negatief van: alles stond volgens hem ten dienste van economische groei. Zijn these is dat het kapitalisme er niet in geslaagd is om technologische vooruitgang ten dienste te stellen van de brede bevolking. Als liberalen kunnen we alleen maar vaststellen dat dit weinig gefundeerd is. Technologische en medische innovatie, de steeds betere beschikbaarheid van voeding en betere levensverwachting worden uitgebreid beschreven door vooruitgangsoptimisten als Steven Pinker en liberale denkers zoals Johan Norberg.

Hoewel de wereldwijde markt wel degelijk bijdroeg tot de verspreiding van de financiële derivaten die de crash van het financiële systeem inluidden, lag de oorsprong net in een actieve rol van diverse overheden en overheidsinstanties in de Verenigde Staten. Denk aan de NINJA leningen: no income, no jobs, no assets; door overheidsgaranties werden mensen die niet kredietwaardig waren opgezadeld met schulden. Eens men die niet meer kon betalen vielen Fannie Mae en Freddy Mac als kaartenhuisjes in elkaar, en werden de intussen verspreidde derivaten waardeloos. Maar in de kern: de markt zou volgens Elchardus onbekwaam zijn om technologische vooruitgang ten dienste te stellen van de burger, een these die dus fundamenteel ingaat tegen de empirie. Ik kan alleen al verwijzen naar het feit dat alle Westerse staten in omvang toenamen in diezelfde periode. Hoe dit voor het grote neoliberale moment moet doorgaan, kan ongeveer alleen kleinlinks nog begrijpen.

Elchardus legt de basis van het falen van de Verlichting bij de radicale invoering van de mensenrechten bij de Franse revolutie. Hoewel wij liberalen eerder de Schotse verlichting (David Hume, Adam Smith, …) voorstaan, spreekt hij hiermee opnieuw liberalen en liberaal-democraten aan. Hij ontkent het natuurrecht-denken, waarbij individuen fundamentele rechten hebben die prevaleren op gemeenschap, democratie en volkswil. Hij draait de redenering om en maakt van mensenrechten, vrijheid van het recht op leven, recht op vrijheid en het eigendomsrecht ondemocratische rechten. Hij legt sociaal contract-denken naast zich neer en bouwt een argument op voor absolute democratie, waarvoor liberalen altijd gewaarschuwd hebben als de tirannie van de meerderheid. Het is geen verrassing dat deze analyse vrij gelijkaardig is aan die van een progressievere auteur als Annelies De Dijn.

Maar ook zijn uitermate negatieve visie op migratie schuurt met de liberale basiswaarden. Het recht op vrijheid en eigendom prevaleren voor liberalen boven de arbitraire grenzen die door natiestaten werden uitgebouwd. Los van pragmatische en utilitaristische overwegingen, is een positieve houding van liberalen tegenover migratie inherent aan het mensenrechten-contentieux, geen – zo stelt Elchardus nochtans – doelmatig groots plan om de arbeider te verzwakken. Dat Elchardus migratie verder beschrijft als een vorm van geweld, en desnoods bereid is ook asielrechten aan banden te leggen indien men migratie niet verder kan inperken gaat in tegen elke vezel van een liberaal.

Hierboven omschreef ik hoe Elchardus een tirannie van de meerderheid wil inbouwen, niet alleen in de wetgevende en uitvoerende macht, maar net ook door de rechtstaat te ondermijnen. Hij wil een ‘volksberoep’ inbouwen waarbij parlement bij zaken die de gemeenschap aanbelangen rechterlijke beslissingen kan overrulen. Niet toevallig een voorstel dat de radicaal-rechtse en nationalistische elementen in de Israëlische regering op tafel leggen. De gevolgen voor de Arabisch-Israëlische minderheid van zo’n voorstel is zonneklaar. Laat staan voor de ultieme minderheid, het individu, moest dit ooit bij ons ingevoerd worden. De contraintes die de grondwet en rechterlijke macht in een liberale democratie opleggen aan de wetgevende en uitvoerende macht, zijn bij uitstek de belangrijkste verwezenlijking van de westerste verlichting. Dat moeten wij als liberalen samen met liberaal-democraten en andere progressieven met alle macht bekampen.

Vrijheid/veiligheid: als het er uit ziet als een omvolkingscomplot, zwemt als een omvolkingscomplot en kwaakt zoals een omvolkingscomplot, dan is het wellicht een omvolkingscomplot.

Elchardus bundelde in Vrijheid/Veiligheid zijn belangrijkste recente essays. Ik ga niet in op de essays uit het verleden, die in onze inleiding werden samengevat en grotendeels kunnen gekaderd kunnen worden als een combinatie van het verder uitwerken van zijn vroegere academische denken alsook de ‘geest’ die hij met Reset heeft gecreëerd. Met een eloquentie die we te weinig zien in het maatschappelijke debat. Het vernieuwende aan het boek komt echter helemaal op het einde.

In ‘Hoe krijgen we weer goesting in de toekomst’ brengt Elchardus een omvolkingstheorie naar voor. Hoewel hij met lijf en lede probeert een afstand te creëren tussen zijn salonfähige versie en die van het Phillip Dewinter, slaagt hij hier gewoonweg niet in. Hij probeert in de tekst een onderscheid te maken tussen fysieke omvolking en culturele omvolking. Hij legitimeert volop het narratief van het Vlaams Belang, die eigenlijk in de officiële communicatie hierover bij monde van hun voorzitter reeds eenzelfde nuance maken. De goede verstaander ziet dus dat Elchardus hiermee verder gaat op de hergeboorte van Carl Schmitt in Reset. Ik zie geen wezenlijk verschil tussen dit verhaal en het omvolkingscomplot dat Zemmour, Orban, Baudet of de AfD naar voor schuiven.

Erger nog, dit lijkt een bevestiging van de waarschuwing van Liberales-kernlid Dirk Verhofstadt in zijn Dagboek 1933 over het gevaar van extreemrechts. Het meegaan in etnisch authentieke Vlamingen en diegenen die dat niet zijn, vormt geen wezenlijk verschil met waarschuwingen voor demografische wijzigingen in de jaren 30 met een daling van Volksdeutschen en een stijging van Auslanddeutschen. Elchardus herdefinieert in de tekst omvolking tot het hem uitkomt. In wezen beschrijft hij wél een samenzweringstheorie, ook al beweert hij van niet. Hij geeft het zijn eigen definitie en zegt dan dat het allemaal ok is dat mensen die term gebruiken. Dat is een goedkoop politiek spel. Hij creëert echt een semantische discussie waarmee hij zichzelf kan redden van de ondergang.

De inconsistenties in het denken van Elchardus en diens aanhangers

De contraintes die de grondwet en rechterlijke macht in een liberale democratie opleggen aan de wetgevende en uitvoerende macht, zijn bij uitstek de verwezenlijking van de Westerste Verlichting. Dat ook democratisch besliste zaken grondwettelijk illegitiem kunnen zijn, is één van de inherente eigenschappen van onze instituties. It's a feature, not a bug. Ook de democratie moet zich binnen de grenzen van wat legitiem is bewegen, niet omgedraaid.

Maar er zijn veel inconsistenties te vinden in zijn denken. Hij klaagt bijvoorbeeld vaak aan dat de vrijheid van meningsuiting te véél beknot wordt in dit land: door de veroordeling van het Vlaams Blok, door de beperkingen op de vrijheid van meningsuiting in de antiracismewet en later de antiseksismewet en zelfs het verbod op de Holocaustontkenning. Dat is een legitieme positie om in te nemen. Maar hoe kan hij dat rijmen met zijn minimale definitie van de democratie, die eigenlijk leidt tot een ‘totale’ democratie. Waarom moet dit recht beschermd worden boven de democratische beslissingen van de democratische verkozenen. En hoe wil hij die dan beter beschermen, als de democratie niet gebonden mag worden?

Het blijft daar zelfs niet bij, want doorheen de tekst vind je soms dan toch positieve verwijzingen naar het Grondwettelijk Hof, bijvoorbeeld als het dan gaat om het toetsen aan het gelijkheidsbeginsel. De worsteling van Elchardus met die tegenstrijdige principes, zijn net wat onze samenleving onze samenleving maakt. Terwijl hij die worsteling vaststelt en problematiseert, is die geïnstitutionaliseerde worsteling, de combinatie van democratie en rechtstaat die elkaar in balans houden, net de crux van het model, en dus van onze samenleving of onze identiteit als samenleving. Het is dan ook vreemd dat naast progressieven, Burkeaanse conservatieven aansluiting vinden bij zijn gedachtegoed. In zekere zin is het denken van Elchardus te revolutionair voor conservatieve nationalisten, en te conservatief en nationalistisch voor sociaal-democraten.

Besluit

Elchardus zette met Reset al meer dan een jaar de toon in de politieke en maatschappelijke discussie. Het vatte (een deel van) de tijdsgeest samen en werd door Conner Rousseau, Bart De Wever en Tom Van Grieken omarmd als leidraad. Nu Elchardus de consequenties van deze logica verder uitzet met een omvolkingstheorie is het aan die eerste twee politieke stromingen tijd om kleur te bekennen: kiezen sociaaldemocraten en zogenaamde inclusieve nationalisten voor een volksgemeenschap, met als logische consequentie raciaal gebaseerde coherentie; of ziet men in dat de liberale democratie, ondanks alle inherente moeilijkheden, nog steeds moreel superieur is. In elk geval, als liberalen moeten we volop strijden tegen de ideeën van Elchardus, zij aan zij met progressieven en gedegen conservatieven. De vraag is of de partijpolitieke vertaling van deze ideeënstrijd gevoerd zal worden tegen één, twee of drie partijen. De juiste kant van de Chinese muur, zeg maar.

 

Lawrence Vanhove

De auteur is voorzitter van de onafhankelijke denktank Liberales

Print Friendly and PDF
Papyrus - Irene Vallejo

Papyrus - Irene Vallejo

Populisme ondermijnt de democratie – Floris van den Berg

Populisme ondermijnt de democratie – Floris van den Berg