Recalcitrant – Floris van den Berg
“Het gaat bij filosofie om het denken over het denken, het hoogst bereikbare is dat we minder bevooroordeeld zijn als we ons losweken van dingen die we doorgaans klakkeloos aanvaarden,” schreef de Nederlandse schrijfster Desanne van Brederode. Deze uitspraak geeft goed de waarde van het filosoferen aan, dat reeds bij de Oude Grieken populair was met denkers als Socrates, Plato, Aristoteles, Euclides en Epicurus. Filosofie was en is echter geen neutrale of banale bezigheid, het houdt zich bezig over fundamentele vragen over wat we hier op aarde doen, over de manier waarop we handelen, over wat er na de dood al dan niet zal zijn, over de werkelijkheid en de rede, en steeds meer over de moraal.
Sommige filosofen waren in de loop van de geschiedenis zo invloedrijk dat ze traditionele, vaak religieuze denkbeelden hebben veranderd of onderuit hebben gehaald. Denk aan René Descartes die met zijn uitspraak “Cogito, ergo sum” (Ik denk, dus ik ben) vermeende religieuze zekerheden op losse schroeven zette en zo de twijfel als een cruciaal element in het menselijk denken verankerde. Hij was een van de centrale figuren van de wetenschappelijke revolutie die dankzij filosofen steeds meer impact kreeg. Of aan Baruch Spinoza die het rationalisme centraal stelde, alleen verklaringen accepteerde die gebaseerd waren op de rede, en die de letterlijke interpretatie van de Bijbelteksten bekritiseerde. Daarmee maakte hij de weg vrij voor het atheïsme, al ontkende hij uit lijfsbehoud zelf een ongelovige te zijn.
“Le premier pas vers la philosophie, c'est l'incrédulité” (De eerste stap naar filosofie is ongeloof) aldus de Verlichtingsfilosoof Denis Diderot. Eenmaal die stap gezet konden filosofen en wetenschappers hun bevindingen vrij neerschrijven en verspreiden. Zoals Cesare Beccaria die in zijn werk Over misdaden en straffen een humaan strafrecht voorstelde dat een enorme impact zou hebben op het moderne strafrecht. Natuurlijk ook Charles Darwin die met zijn evolutietheorie voor een paradigmaverschuiving zorgde op het vlak van de biologie. Maar ook Karl Popper die met zijn boek over De armoede van historicisme duidelijk aantoonde dat het utopisch denken dat tot doel heeft de heilstaat te bereiken, een vals idee is dat alleen leidt tot deprivatie, ontmenselijking en massamoorden zoals we in de twintigste eeuw zagen bij het communisme, fascisme, religieus fanatisme en extreem nationalisme.
Tot wat al dat gefilosofeer geleid heeft, is een stapsgewijze uitbreiding van onze morele kring, al gebeurde dat met heel wat up en downs. Eerst bestond onze morele kring enkel uit de leden van de eigen stam, later van een heel dorp of stad. Tot de achttiende eeuw vonden de meeste mensen dat de slavernij moreel aanvaardbaar was. Dat wordt nu mondiaal afgewezen. En dan ging het snel. Er kwamen universele mensenrechten, dat leidde geleidelijk aan tot gelijke rechten voor vrouwen als mannen, het kastensysteem verdween, apartheid werd afgekeurd, de discriminatie van zwarten in de VS werd verboden, mensen met een andere seksuele geaardheid werden in steeds meer landen aanvaard, dierenrechten zijn op heel wat plaatsen aan een opmars bezig, en door de klimaatopwarming zien steeds meer mensen in dat ook toekomstige generaties een plaats moeten krijgen binnen onze morele bekommernis.
Dat alles wil niet zeggen dat de mensenrechten in de praktijk universeel worden toegepast, zo leven nog talloze mensen in armoede, onvrijheid, onderdrukking en een compleet gebrek aan zelfbeschikkingsrecht. Het religieus fundamentalisme is bezig aan een revival en tast steeds meer de universele aspiraties voor meer humaniteit aan. En ook de huidige oorlogen in Oekraïne en Palestina lijken wel de voorbode van een algehele terugval, ook bij ons. De Canadees-Amerikaanse psycholoog Steven Pinker wees er vijf jaar geleden al op dat veel burgers in de democratische westerse landen, de verworven rechten en vrijheden zo normaal vinden dat men ze niet meer verdedigt, waardoor extremistische krachten van links en rechts in dit vacuüm springen met hun populisme en heilsboodschappen die opnieuw zullen leiden naar de hel. We hebben vandaag opnieuw behoefte aan filosofen die de waarden van de Verlichting verdedigen en uitdragen.
Zo iemand is de Nederlandse filosoof Floris van den Berg die al een hele reeks publicaties op zijn naam heeft, maar al te weinig stem krijgt in het publieke debat. Nochtans is hij een van meest consequente denkers die ik ken. Zijn uitgangspunt is het schadebeginsel van John Stuart Mill, dus dat men geen schade mag toebrengen aan anderen. En die schade mag niet alleen gebeuren in confrontaties tussen mensen, maar ook tussen de mens en andere levende wezens, en zelfs tussen de mens en onze nakomelingen, ook al bestaan die vandaag niet. Voor het eerste is hij een pleitbezorger van dierenrechten en een overtuigde veganist, voor het tweede iemand die de klimaatcrisis niet alleen met woorden ernstig neemt, maar ook met daden het voorbeeld geeft hoe mensen zich zouden moeten gedragen en bijvoorbeeld geen vliegtuigen nemen om zich te verplaatsen of geen dieren te eten om de veestapel te verminderen.
Onlangs verscheen zijn nieuw boek Recalcitrant. Tegendraads filosoferen tussen wanhoop & geluk waarin hij bijna zestig vlijmscherpe essays heeft gebundeld waarin hij zijn filosofische denkbeelden heeft gebundeld. De titel is alvast goed gekozen. “Recalcitrant zijn betekent tegen de stroom inroeien. De recalcitrantie van mijn filosoferen is erin gelegen dat de meeste mensen het niet met mij eens zullen zijn of het er misschien deels mee eens, maar geen lor geven om de consequenties die een bepaalde conclusie voor hun levensstijl heeft, zoals veganisme of het stoppen met vliegen.” Dat is al even slikken, want hoezeer ik de auteur bewonder om zijn rechtlijnigheid en consequent denken, het eens ben dat we onze ecologische voetafdruk moeten verminderen, mijn vleesverbruik al serieus verminderd is en zoveel mogelijk de trein neem om ergens naartoe te rijden, ik toch geen veganist ben en soms het vliegtuig neem om ergens research te doen waar ik met het openbaar vervoer nauwelijks of niet geraak. Probeer maar eens archieven in Riga (Letland) te bezoeken voor onderzoek bij het schrijven van een nieuw boek.
“Ik probeer vanuit ecohumanistisch, groen liberaal, consistent perspectief te laten zien wat het betekent om zo rationeel mogelijk tegen zaken aan te kijken, ook als dat leidt tot ongemakkelijke, recalcitrante conclusies,” aldus Floris van den Berg. Hij wil dat mensen geconfronteerd worden met hun morele blinde vlekken. En dat is ook zo. Bladzijde na bladzijde hanteert hij onwrikbare, logische en rationele argumenten om te komen tot zijn stelling dat een uitbreiding van de morele kring tot en met de niet menselijke dieren en onze toekomstige generaties, wat enkel kan als we het veganisme omarmen en ons milieu maximaal ontlasten. Om die reden ziet hij constructieve boosheid en zelfs woede dan ook als een deugd. Woede omdat de meeste wereldleiders en politici de urgentie niet beseffen van de bestrijding van de klimaatopwarming. Maar ook boosheid om ethische redenen zoals een actief verzet tegen bijvoorbeeld van niet medisch noodzakelijke besnijdenissen. Hij volgt hier als het ware de beroemde uitspraak “Indignez-vous!” van wijlen de Franse schrijver Stéphane Hessel.
De auteur heeft het ook niet begrepen op irrationele en onwetenschappelijke denkbeelden en complottheorieën, zoals de ‘wappies’ die zich keren tegen de vaccinaties tegen corona. Hij is juist heel blij dat de medische wetenschap razendsnel vaccins hebben ontwikkeld en dat de overheid de vaccinatiecampagnes efficiënt hebben georganiseerd. Hij raadt de tegenstanders dan ook aan om het boek Hoe koeien mensen redden. De eeuwige zoektocht van de mens naar remedies van onderzoeksjournalist David Van Turnhout te lezen, een antidotum voor dergelijke vormen van desinformatie. Floris van den Berg is blij dat hij in Nederland woont tegen de zwartgallige voorstellingen die doorgaans geïnspireerd worden door populisten en politici van extreemrechts. Ook hier speelt de filosofie een rol om ons te wijzen op het belang van de rechten en vrijheden waarover we beschikken en het gevaar dat bestaat dat die ondergraven worden door een ongezonde hang naar autoritarisme. En hij citeert Fukuyama: “De democratie is breekbaar als glas en als we niet uitkijken valt het stelsel aan diggelen, zoals de liberale democratie ook in Weimar snel verdween en plaatsmaakte voor een totalitaire gruwelpolitiek.”
Wie nu denkt dat de auteur een filosofische droogstoppel is en Recalcitrant een saai boek vergist zich. Verschillende essays zijn vrolijk en opgewekt en de cartoons van Gier tussen de teksten zijn gewoon grappig. Ergens schrijft hij dat in de loop van de jaren meer aandacht heeft gekregen voor esthetiek. Zo heeft Floris van den Berg het over het belang van communicatie en cultuur via film, theater, fotografie, schilderkunst en architectuur. Hij staat stil bij wat hij ‘museumantropologie’ noemt waarbij hij zich verzet tegen het opkomende wokisme, en bij de ‘erotische ontroering’, ‘ode aan het lichaam’, ‘bloot kijken naar kunst’ en ‘vrijdenken over seks’. Wie daar meer wil over lezen moet ook absoluut zijn boek Denken in het donker lezen. Het is een spannend boek met een hele reeks filosofische beschouwingen bij de performances op het Utrechtse SPRING Performing Arts Festival. Hij geeft daarin een caleidoscopisch beeld van hedendaagse creatieve theatermakers die politieke, sociale en maatschappelijke thema’s op een kunstzinnige manier aan bod brengen, en stelt daarin steeds de individuele vrijheid centraal.
Maar plots wordt de auteur ook doodernstig als hij het heeft over ‘de zin van het lijden’. “Net als een medicus”, zo schrijft hij, “ben ik op zoek naar het verminderen van leed”. Hij schreef boeken over uiteenlopende onderwerpen zoals atheïsme, secularisme, humanisme, dierethiek, veganisme, feminisme, groen liberalisme, naturisme, maar ook gedichten en cultuurfilosofische thema’s. Toch loopt er een rode draad doorheen zijn indrukwekkende oeuvre. Zijn centrale levensvisie schreef hij in 2009 al neer in zijn boek Filosofie voor een betere wereld. Daarin bepleit hij een universeel subjectivisme teneinde zoveel mogelijk individueel leed te verminderen en het geluk zoveel mogelijk te bevorderen. Zijn uiteindelijke doel is bijzonder ambitieus. Zo wil hij de wereld prettiger, rechtvaardiger, mooier, gelukkiger, gezonder, vrijer, diervriendelijker, welvarender en duurzamer maken. Loskomen van schijnbaar evidente zaken en bewust anders gaan leven, is dan ook zijn leidraad.
De filosofie van het universeel subjectivisme vertrekt van een gedachtenexperiment waarbij elke mens zelf mag bepalen hoe de samenleving wordt georganiseerd. Het gaat om de ‘sluier van onwetendheid’ van de Amerikaanse filosoof John Rawls. Floris van den Berg gebruikt dezelfde methode en vraagt de lezer om zich in te denken of hij zijn huidige positie zou willen inruilen met ‘iemand’ die in de slechtst mogelijke positie zit. Als men dit niet wenst, dan heeft men de morele plicht om de slechte positie van die ‘iemand’ te verbeteren. En met ‘iemand’ bedoelt de auteur niet alleen een medemens, maar alle levende wezens die pijn kunnen lijden, en zelfs de toekomstige generaties. Stel, zo schrijft hij, dat je in een rolstoel zit. Dan zal je willen dat de openbare ruimte zo is ingericht dat je in gebouwen en winkels kunt komen. Of stel dat je een vrouw bent in Saoedi-Arabië. Dan zal je willen dat je als vrouw evenveel rechten hebt als mannen. Stel dat je homoseksueel bent. Dan zal je willen dat de samenleving dat ook accepteert. Stel dat je een koffieboer in Ethiopië bent. Dan zal je willen dat je een eerlijke prijs krijgt voor je producten. “Waar het om gaat, is dat je altijd moet kunnen ruilen met de ander zonder dat er moreel iets verandert,” aldus van den Berg.
Recalcitrant is een rijk boek, met heerlijke caleidoscopische inzichten in het vrijdenken. De auteur geeft toe dat hij soms de moraalridder uithangt, maar in feite wil hij een stem geven aan onmondige slachtoffers van onze levensstijl en ideeën, inclusief asielzoekers waarbij hij verwijst naar de UVRM, maar ook naar niet menselijke dieren en onze nakomelingen. “Durf te denken,” zei Kant. “Durf dit te lezen”, zeg ik dan.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Floris van den Berg, Recalcitrant, Aspekt, 2023