Het liberalisme is geen intervidualisme - Victor Schollaert
Onlangs zette Gwendolyn Rutten (Open VLD) in een opiniestuk een maatschappijbeeld uiteen dat voor vele liberalen vreemd in de oren kan klinken (DS, 6 januari 2023). Ze wees op de kracht van solidariteit. Individuen staan machteloos zonder de kracht van de gemeenschap. Ze noemde dat samengaan van individu en gemeenschap: intervidualisme. Haar pleidooi werd geanalyseerd als een manier om een mogelijke samensmelting van de traditionele centrumpartijen voor te bereiden (DS, 7 januari 2023). De gemeenschap speelt immers ook een belangrijke rol in het personalisme van de CD&V en het socialisme van Vooruit. Meer dan ooit rijst de vraag wat het liberalisme van de OpenVLD nog te bieden heeft dat niet te vinden is bij andere partijen?
Andere ideologieën propageren een doel in deze samenleving. Als we dat doel bereiken, zullen wij daar allemaal gelukkiger van worden. Ze menen dat wij het gelukkigst zijn als we solidair zijn met anderen, of als we een identiteit met elkaar delen bijvoorbeeld. Het liberalisme is de enige partij die zich beperkt tot het faciliteren van ons geluk. Ze wil deze samenleving niet naar een haven varen waar we ons allemaal beter zullen voelen. We weten namelijk zelf het best waarmee we ons leven zin geven. In de doelloosheid van het liberalisme openbaart zich een oneindig respect voor iedere individuele mens.
Het liberalisme geeft geen invulling aan ons leven. Dat is tegelijk een vloek en een zegen. Het stelt ons voor de verantwoordelijkheid ons leven in handen te nemen. Het wijst ons in de eerste plaats op onszelf aan om ons leven betekenis te geven. Dat is niet altijd eenvoudig. Steeds dreigt “eigen schuld, dikke bult” voor het geval we daar niet in zouden slagen. Om die taak tot een goed einde te kunnen brengen voorziet het liberalisme in een zo groot mogelijke persoonlijke vrijheid voor iedereen. Er is vrijheid van religie voor zij die willen gelovigen, er is vrijheid van meningsuiting voor al diegenen die willen spreken en er is vrijheid van vereniging voor zij die kracht putten uit verbondenheid. Er is dus zeker ruimte voor intervidualisme.
Het liberalisme maakt intervidualisme mogelijk, maar het is zelf geen intervidualisme. De overheid moet het mogelijk maken dat mensen steun zoeken bij elkaar, maar het mag dat zelf niet afdwingen. Als het liberalisme de premisse aanneemt dat individuen de kracht van de gemeenschap nodig hebben, doet het afbreuk aan de eigenheid van elke mens. Niet iedereen put evenveel kracht uit gemeenschapsvorming. Niet iedereen laat zijn keuzes graag leiden door de belangen van anderen. Als we daarvan zouden uitgaan, verwordt het liberalisme tot de andere ideologieën die ons een doel opleggen.
Dat betekent echter niet dat liberalen ontkennen dat mensen leven in een gemeenschap en op allerlei manieren interageren met elkaar. Het liberalisme weigert enkel om die feitelijke situatie te vertalen in normatieve oordelen over hoe wij ons leven moeten invullen. Ja wij leven in een gemeenschap, maar neen, die gemeenschap hoeft niet centraal te staan in de manier waarop wij ons leven zin geven. Het liberalisme biedt aan iedereen de mogelijkheid zijn eigen leven in te vullen zoals die dat wil. Daardoor ontstaat een rijke en diverse samenleving.
We kunnen dus zonder schroom stellen dat individualisme hét liberale fundament vormt. De onterechte schaamte die liberalen tegenwoordig voelen bij die overtuiging is te wijten aan het feit dat de focus op het individu vaak als doel wordt geconcipieerd. Het individualisme is echter slechts een middel!
Als ‘middelenideologie’ onderscheiden we ons wel degelijk van andere (centrum)partijen. Het verdwijnen van een liberale partij komt neer op het afgeven van onze menswording aan de overheid. Het ware liberalisme wil ons die zelf in handen geven. Het vervullen van die taak schenkt ons ons het individuele geluk. Een liberale partij heeft wel degelijk nog zin.
Victor Schollaert
De auteur is jurist, filosoof en liberaal gangmaker 2021-2022