Het intervidu: vertrekken van een nieuw mensbeeld – Ivan Vandermeersch
Zoals ik enige tijd geleden stelde heeft de liberale partij nood aan een herziening van haar ideologie met de nieuwe digitale evolutie die zich nu aanmeldt (https://www.liberales.be/teksten/2022/5/10/is-de-liberale-ideologie-nog-mee-met-de-snelle-digitale-evolutie-ivan-vandermeersch). Met haar opiniestuk in De Standaard van 6 december “Ja, wij zijn allemaal interviduen”, heeft Gwendolyn Rutten hiervoor een mooie voorzet gegeven https://www.standaard.be/cnt/dmf20230105_98619103. Groot gelijk. Een kans dat liberalen niet mogen laten voorbijgaan.
De politieke kwestie van meer solidariteit om het individu beter te helpen kan tegenwoordig niet meer zonder een diepgaande bezinning op de verhouding van dit individu tot de technologie en tot de regels die bepalen hoe deze technologie vandaag de dag zijn levenswijze kan of moet beheersen. Vanuit liberaal oogpunt mag meer solidariteit geen blanco cheque zijn voor het vetmesten van het staatsapparaat en het vermenigvuldigen van administratieve regels. Noch in het economisch en sociaal beleid, noch in de regulering van de technologie.
Zowel door een virtuele realiteit in te bouwen in de dagelijkse levensrealiteit van de mens als de mens mee te sleuren in een totale virtuele wereld zal het metaverse de mens in zijn wezenlijkheid verlengen en geen fenomeen naast de mens zijn. Hetgeen op ons afkomt is een participatie in een aanhoudende en "levende" virtuele wereld die niet enkel een venster meer is op ons leven is (zoals Instagram) of een plaats waar we communiceren (zoals Gmail), maar een wereld waarin we ook bestaan. Nieuwe technologieën zullen de bestaande technologieën aanvullen om mensen in staat te stellen met elkaar in contact te komen. Door deze technologische verbindingen die de geografische ruimte, barrières van verschillende talen of zelfs denkwijzen trotseren, zou een nieuw soort wezen kunnen ontstaan, maar ook een parallelle of complementaire manier van bestaan. Dit is wat sommigen homo digitalis noemen.
De macht over de toegangssleutels mag in het Web 3 mag niet zomaar onvoorwaardelijk aan internetgiganten verleend worden. Een technische mogelijkheid om een digitale sleutel aan elke burger te verlenen bij geboorte bestaat gewoonweg bijvoorbeeld door een combinatie van Itsme of Myid gekoppeld met een vingerafdruk en een ID kaart bestaat. Met de komst van Web3, d.w.z. gedecentraliseerde toepassingen die op de blockchain draaien, dient men ervoor te streven dat eigendom en controle van gegevens worden gedeeld door gebruikers, en ontsnapt aan zowel regeringen als bedrijven.
Het is duidelijk. Met een digitale maatschappij die razendsnel op ons afkomt dient men een kader te scheppen vertrekkend vanuit een nieuw mensbeeld: het intervidu. Via samenwerking en interconnectiviteit kunnen wij bedreigingen aan, los van de autoritaire regulering van opdringerige regeringen en vaak technofobe parlementen.
Homo digitalis
Met de opkomst van de nieuwe homo digitalis, de intergeconnecteerde mens hebben de liberalen nood aan een aanpassing van hun ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de maatschappij inzake doelstellingen.
Het intervidu moet in zijn privacy en integriteit beschermd worden. De identiteit van het individu dient beter beschermd te worden dan het vandaag is op het web. Gewoonweg omdat het individu in zijn wezen niet onderworpen mag worden aan systemen. Kleine en middelgrote ondernemingen moeten beschermd worden tegen de almacht van een paar groten.
Interoperabiliteit en overdraagbaarheid van persoonlijke gegevens zullen ervoor moeten zorgen dat het Web 3 en het metaverse geen privé-domein blijft van grote spelers of van totalitaire Staten. Machtsmonopolie 's moeten doorbroken worden om te vermijden dat individuen en KMO’s erdoor verpletterd worden. Decentralisatie is essentieel in de digitale wereld van morgen om machtsconcentraties te vermijden. Een vrije toegang en controle tot het web moet aan de burger, het intervidu, gewaarborgd worden.
De sterk gedigitaliseerden moeten solidair zijn met de minder gedigitaliseerde. Er moet nog steeds een plaats blijven voor zij die ervoor kiezen buiten het digitale te leven. Dit is de essentie van het recht van het individu ten opzichte van systemen: zich er niet bij aan te sluiten. Of niet soms?
En ja: als individuen alléén staan we machteloos. Het is niet realistisch te verwachten dat de man van de straat rechtstreeks deelneemt aan het debat.
Overlegstructuren, gaande van consumentenorganisaties als bedrijfsorganisaties inzake technologie over marketing vereniging heen zoals BAM (Belgian Association of Marketing), zijn er om samen te werken om machtsmonopolies open te breken en de democratie te versterken. Dit volgens de wetten van onze overlegeconomie. Het zijn dergelijke organisaties die individuele meningen van interviduen en de techniciteit van het internet naar bovenuit kunnen synthetiseren ten behoeve van de politieke besluitvorming om hen toe te laten gedocumenteerd beslissingen te nemen. Luisteren in de politiek betekent horen, decoderen en gefundeerd beslissingen nemen.
In het kader van intervidualisme moeten de liberalen het voortouw nemen in dit debat vertrekkend van het intervidu. En indien zij het niet doen stelt zich de vraag welke denkstroming dit wel kan doen.
Ivan Vandermeersch
Consultant NIVI (www.nivi.be)