Een extreemrechts Vlaanderen is niet plezant – Vincent Stuer
N-VA-boegbeeld Theo Francken wond er onlangs in Humo (24 mei) geen doekjes om: alleen het feit dat een derde partner nodig was, weerhield hen ervan na de jongste verkiezingen met het Vlaams Belang te besturen. Als ze in 2024 samen een meerderheid hebben, is het zover. Al vindt hij vragen daarover ongepast, wegens “tweedracht zaaien”. “Geen commentaar. Hebt u ook nog plezante vragen?”
Dat daarover onder Vlaams-nationalisten géén tweedracht meer schijnt te zijn, is erg genoeg. Strategisch is het immers fout gebleken, rechts-populisten te proberen ontmaskeren door hen laten meebesturen. Als het zover komt, is het dus geen kwestie van verbrandingsstrategie maar een doelbewuste stap naar een extreemrechts Vlaanderen. Terwijl alle morele redenen om níét met het Vlaams Belang samen te gaan, vandaag meer dan ooit gelden.
74.000.000 tevreden kiezers
De Amerikaanse ervaring doet het ergste vermoeden. De opluchting van Joe Bidens overwinning blijft groot, maar de pessimist in mij ziet vooral de score die Trump behaalde: na vier jaar chaos en waanzin, racistische ranzigheid en onverhulde persoonlijke verrijking, het aanhalen van buitenlandse dictators en aanwijzingen dat daar betalingen en afpersing mee gemoeid was – landverraad dus – op basis van dát palmares stemden meer dan 74 miljoen Amerikanen nog steeds voor Donald Trump. Als Trump ook maar enigszins geprobéérd had een deel van zijn beloften waar te maken, had hij het sowieso gehaald.
Het idee dat populisten afgerekend worden op hun onvermogen hun woorden in daden om te zetten, is onjuist. Onwaarheden, onzekerheid en racistisch opbod voldoen niet aan de wetten van de democratische politiek: ze vergrijzen niet door blootstelling aan het daglicht, maar vormen een zwart gat waar elk idee van rede, minnelijkheid en fatsoen in verdwijnt. Te beginnen met de centrumrechtse partijen die hun machtsdeelname mogelijk gemaakt hebben – kijk naar wat er vandaag van de Republikeinen overschiet.
Afrekening
Die afrekening is in een Vlaamse context nog minder waarschijnlijk. Trumps voorganger Harry Truman, president tussen 1945 en ’53, had een bordje op zijn bureau in the Oval Office met ‘The buck stops here’. Iedereen kan debatteren en delibereren, schreeuwen of suggereren, maar uiteindelijk draagt de Amerikaanse president de eindverantwoordelijkheid – en hij alleen.
In een coalitiesysteem, en a fortiori in een meerlagige democratie als de onze, draagt zelden iemand ondubbelzinnig de eindverantwoordelijkheid. Alles draait rond overleg onder meerderheidspartijen en rolverdeling tussen politieke niveaus, van het lokale tot het Europese. Als die ontbreken, nodigt het uit tot onverantwoordelijkheid en zwartepieten.
Een Vlaams Belang-regering zou maar wat graag de schuld voor elk onvermogen op andere partijen en regeringen afwimpelen. De zogezegde onmogelijkheid “iN diT LaND!” te regeren zit diep ingebakken in het Vlaams-nationale wereldbeeld. De terechte weerstand en onvermijdelijke constitutionele wanorde die een extreemrechtse Vlaamse regering teweeg zou brengen, is koren op hun molen.
Jusqu’au boutisme
Of Tom Van Grieken veel competenter is dan Trump, laat ik in het midden. Er zijn maar drie redenen voor de overwinning van zijn partij bij de jongste verkiezingen – Marrakech, Marrakech en Marrakech – en geen van de drie is zijn verdienste.
Maar aan zijn overtuigingen valt niet te twijfelen. Zijn politieke talent werd ontdekt toen hij als voorzitter van de VB Jongeren een schoolbarbecue verstoorde om moslimkinderen te proberen dwingen Zwan-worsten te eten. Als later Dries Van Langenhove in beeld kwam, dwepend met militievorming, antisemitisme en nazisme, had voorzitter Van Grieken zijn medestander gevonden. Sindsdien is er geen rechtsextremist te vinden van wie hij overtuigend afstand heeft genomen, hoewel de grenzen met de dag verder opschuiven.
Dat met Tom Van Grieken “te praten zou zijn”, zoals Jan Jambon tijdens hun formatiegesprekken beweerde, zegt alles over N-VA en niets over het Belang. Tegenover dit Vlaams Belang is de Filip Dewinter van de jaren 90 een realo.
Appeasement van radicale machten komt voort uit kortzichtigheid, schreef de voormalige Amerikaanse buitenlandminister Henry Kissinger. Democraten denken al te makkelijk dat iedereen binnen dat realistische en gematigde denkkader blijft, en waarschuwingen worden als alarmisme weggezet. Maar “het is de essentie van revolutionairen dat ze de kracht van hun overtuiging hebben, dat ze bereid, zelfs gretig zijn om hun principes tot de ultieme conclusies door te duwen”.
Het jusqu’au boutisme van het Vlaams Belang mag niet langer als plezanterie weggezet worden: wie ermee aanpapt, gaat mee tot het bittere eind.
Vincent Stuer is schrijver en werkt in het Europees Parlement. Hij schrijft in eigen naam. Stuer is de auteur van het boek Hoogmoed – Van Verdinaso tot verzet.
Deze column verscheen eerst in De Morgen van 12 juni 2021