Markt en overheid inschakelen in het klimaatbeleid - Paul De Grauwe
De consensus groeit dat de uitstoot van CO2 wereldwijd zal moeten belast worden willen we de opwarming van de aarde stoppen. Er zijn uiteraard nog vele andere maatregelen nodig maar een essentieel deel van elke klimaatpolitiek moet erin bestaan de rekening te presenteren aan diegenen die verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van CO2 en hierdoor grote kosten opleggen aan de hele wereldgemeenschap. Zonder zo een belasting kunnen ze CO2 gratis blijven uitstoten. Zolang de uitstoot gratis blijft levert het vrije marktsysteem geen oplossing. Niemand zal willen zoeken naar technologische oplossingen om minder CO2 uit te stoten als die uitstoot gratis kan gebeuren.
Diegenen die dromen dat het probleem vanzelf zal verdwijnen dank zij de technologische vooruitgang hebben niets begrepen over de manier waarop een vrij marktsysteem werkt. Het niet belasten van CO2 is in feite een “gratis beleid”. En we weten allen dat dit leidt tot een over-gebruik van wat gratis is. In dit geval een over-gebruik van de atmosfeer om gratis schadelijke stoffen uit te stoten.
De dynamiek van het marktsysteem kan ingeschakeld worden door af te stappen van dit gratis beleid. Een CO2 belasting legt een prijs vast op de uitstoot van CO2. We kunnen dan het vrije marktsysteem vertrouwen om een oplossing te bieden aan het klimaatprobleem. Immers als de CO2-uitstoot correct geprijsd is zal dat marktsysteem de stimulansen bieden om minder uit te stoten en naar technologische oplossingen te zoeken die de CO2 uitstoot verminderen en eventueel elimineren. Zonder CO2-belastingen zal de markt niet op de correcte manier werken.
We hebben dus een beleid nodig dat de markt en de overheid inschakelt. We moeten dus ook weg van het ideologische denken. Dat is een denken dat stelt dat het of de markt of de overheid is die de oplossing moet bieden.
Er stellen zich natuurlijk vele praktische problemen bij de toepassing van het principe dat wie CO2 uitstoot hiervoor moet betalen. Ik wil er hier slechts één bespreken, m.n. het vrijbuitersprobleem.
Als één land CO2 uitstoot gaat belasten waardoor de uitstoot vermindert, creëert het een incentive voor andere landen om minder inspanningen te doen om ook CO2 te gaan belasten. Concreet als Europa beslist de uitstoot van CO2 meer te belasten kunnen we verwachten dat de VS of China minder inspanningen zullen doen.
Dit vrijbuitersprobleem maakt internationale samenwerking nodig. Maar dat is moeilijk, zoals onlangs gebleken is toen Trump besliste om de VS uit het Akkoord van Parijs terug te trekken.
Een mogelijke oplossing voor dit probleem bestaat erin dat, als Europa de CO2 meer gaat belasten, ze ook unilateraal een importheffing oplegt op producten vanuit landen die geen CO2-belasting willen invoeren. Zo zou Europa, bij voorbeeld, de invoer van goederen uit de VS of China kunnen onderwerpen aan een belasting die compenseert voor het feit dat die goederen geproduceerd werden zonder een CO2 belasting, en op die manier de planeet schaden.
Met zo een importheffing oefent Europa druk uit op de VS en China om zelf een CO2-belasting op te leggen aan hun bedrijven. Immers als ze dat niet doen, zullen die bedrijven, wanneer ze naar Europa exporteren, geconfronteerd worden met de importbelasting. Ze zullen dus op indirecte wijze toch een CO2-belasting betalen. De opbrengst van die belasting gaat echter naar Europa en niet naar de overheden in de VS en China? Dat creëert een incentive voor de Amerikaanse en Chinese overheden om zelf een CO2-belasting te heffen.
Het idee is aantrekkelijk, maar er stellen zich hier ook een aantal problemen. Ten eerste is het niet gemakkelijk om het juiste niveau van de importheffing te berekenen. Die heffing moet de kost van de CO2-uitstoot weerspiegelen die is ontstaan door de productie van die goederen in de VS en China. Niet gemakkelijk maar toch oplosbaar, denk ik.
Het tweede probleem ligt moeilijker. Het is haast onvermijdelijk dat de VS en China tegenmaatregelen zullen nemen en de import uit Europa zullen belasten. Ze zullen bij de Wereld Handels Organisatie (WHO) argumenteren dat die Europese importheffingen eigenlijk protectionistische maatregelen zijn die tot doel hebben de Europese industrie te beschermen tegen de concurrentie uit de VS en China. De kans is groot dat de WHO die redenering volgt.
Er zijn dus geen wonderoplossingen. Elke toepassing van het principe dat diegenen die CO2 uitstoten hiervoor moeten betalen botst op obstakels van onwil en onbegrip. Toch zijn we veroordeeld te blijven zoeken naar manieren om die onwil en dat onbegrip uit de wereld te helpen.
Paul De Grauwe
De auteur is professor economie aan de London School of Economics