Blood, sweat and tears - Harry van Wijnen
Dit boek wordt door de uitgever weer onder de aandacht gebracht na films zoals Dunkirk en the Darkest hour, waarin de figuur van Winston Churchill prominent aan bod komt.
Blood, sweat and tears schetst in feite slechts een heel korte periode uit de bijzonder lange en rijk gevulde carrière van deze Britse toppoliticus, meer bepaald de periode vanaf mei 1940, toen Engeland na de inval van Hitler in België en Frankrijk mee in de Tweede Wereldoorlog werd betrokken, tot december 1941, toen de VS na de Japanse aanval op Pearl Harbour ook de oorlog verklaart aan Japan en Duitsland. Gedurende deze 20 maanden stond Engeland, met Winston Churchill als boegbeeld, quasi alleen in zijn strijd tegen het nazisme en het fascisme van respectievelijk Hitler en Mussolini.
Churchill, op basis van zowel zijn politieke als militaire ervaring van tijdens de Eerste Wereldoorlog, was steeds een fervente tegenstander geweest van al wie probeerde een vredesakkoord af te sluiten met Hitler. De geschiedenis zou hem vlug gelijk geven. Het met veel bombarie aangekondigde vredesakkoord tussen Hitler en de toenmalige Britse premier Chamberlain, werd enkele maanden later reeds letterlijk aan flarden geschoten met de aanhechting van Sudetenland, de inval in Polen, en daarna met de inval in België en Frankrijk begin mei 1940. Quasi onmiddellijk werd de zittende premier van Engeland aan de kant geschoven en werd Churchill aangesteld tot PM (Prime Minister) van het land. Vanaf dat moment neemt het boek ons mee in deze cruciale periode in onze moderne geschiedenis.
Via diverse afzonderlijke en goed gedocumenteerde hoofdstukken leert de auteur ons beter kennis maken met de eigenzinnige, maar vooral dappere (sommigen zullen wellicht zeggen koppige) figuur van Winston Churchill. Aan de hand van concrete, historische feiten leren we de PM kennen als een visionaire figuur die onder geen enkel beding wil onderhandelen over vrede met Hitler en consoorten. Tegelijk was hij een gedegen militaire strateeg (Churchill had actief meegevochten in de Eerste Wereldoorlog en had dus een vrij goed inzicht in de werking van het militair apparaat), een gewiekst diplomaat (die heel goed besefte dat Engeland alleen nooit de strijd zou kunnen winnen en daarom nood had aan stevige bondgenootschappen, op de allereerste plaats met de VS), en een echte democraat (iedere belangrijke beleidsdaad werd – indien mogelijk vooraf – maar zeker ook altijd zo snel mogelijk na de feiten, grondig besproken in het Lagerhuis). Churchill had zelf jarenlang als parlementslid gezeteld, en vond dit dus de meest normale zaak van de wereld om continu in nauw contact met het parlement te staan, vooral om zeker te zijn dat zijn beleid een breed draagvlak behield. Hij was ook een efficiënte bestuurder, zelfs manager. Zijn jarenlange contacten met de Britse overheidsadministratie hadden hem geleerd wat hij wel of niet moest doen om zaken snel en grondig gedaan te krijgen. Maar Churchill was vooral een uitzonderlijke motivator, dankzij zijn buitengewone redenaarstalenten, voor al wie van ver of dichtbij met hem samenwerkte. Vooral dat laatste aspect van zijn veelzijdige persoonlijkheid loopt als een rode draad door het boek.
Toen Churchill zijn ambt opnam, zat hij zowel militair als politiek, niet in een comfortabele positie. Militair had Engeland een enorme dreun gekregen na de chaotische evacuatie uit Duinkerken. Door de snelle en niet voorziene capitulatie van België (Koning Leopold III had geen enkele van zijn geallieerde partners ingelicht dat hij de wapens zou neerleggen) en de heel zwakke weerstand van het Franse leger tegen de snel oprukkende Duitse troepen, kwam het Engels leger (met op dat moment zo’n 300.000 soldaten) dat reeds op het vasteland was om België en Frankrijk te steunen, heel snel geïsoleerd komen te zitten in de streek rond Calais en Duinkerken. Via een bijna miraculeuze en bij wijlen chaotische reddingsoperatie – met inzet van alle mogelijke en onmogelijke vaartuigen – werden de meeste van de troepen op de valreep toch nog naar Engeland teruggebracht, maar zij lieten daarbij quasi al hun voertuigen, ander rollend materieel, wapens en munitie achter. Dus Churchill zat wel met een groot aantal manschappen, maar… zonder wapens.
Maar ook politiek zat hij in feite in de knel. De politieke macht zat al decennialang bij het klassieke, vermogende establishment van conservatieven en liberalen, die zich, meestal uit goed begrepen eigenbelang, liever niet waagden aan een oorlogsavontuur. Zij waren dus eerder voorstander van snelle vredesonderhandelingen met Hitler. Binnen deze club was Churchill dus eerder een buitenbeentje.
Maar precies door zijn ongeëvenaarde talent als redenaar, wist hij zowel vriend als vijand, niet alleen binnen de politieke wereld, maar ook en vooral de publieke opinie, te overtuigen om mee te stappen in zijn strategie. En het was zeker geen verhaal van rozengeur en maneschijn. Heel eerlijk en zonder omwegen vertelde hij zijn gehoor keer op keer waar het op stond: “I have nothing to promise but blood, sweat and tears” . Welke hedendaagse politicus durft deze boodschap nog op die manier over te brengen?
Churchill deed dat echter met veel overtuiging, en ook uit al zijn daden bleek dat hij geloofde wat hij zei, zodat werkelijk iedereen, als één man, achter hun PM gingen staan: zowel de leden van het Lagerhuis, de administratie en het leger, maar ook het bedrijfsleven en heel de werkende bevolking. Politieke beslissingen die anders gegarandeerd het einde van de politieke loopbaan zouden hebben betekend, zoals een vrij drastische verhoging van de meeste belastingen, een de facto nationalisatie van alle productiemiddelen ten bate van de militaire herbewapening, een 24 op 24/7 op 7 mobilisatie van alle productieve krachten, zowel in de overheidsadministratie als in het bedrijfsleven, werden nu zonder veel weerstand democratisch goedgekeurd en uitgevoerd.
Tussen al deze hoofdstukken door, krijgen we ook een sfeerbeeld van hoe het was te leven in London, maar ook in andere steden, die maandenlang quasi dagelijks zwaar werden gebombardeerd door de Duitse luchtmacht. Hoe de Britten met hun legendarisch flegma, toch probeerden zoveel mogelijk een normaal leven te lijden. Ook de kleine kantjes van de grote Churchill komen door het boek heen leuk aan bod. Zo wordt het beeld van de echte democraat, die gelooft in de kracht van het vrije woord, hier en daar genuanceerd. Al wie het niet eens was met de visie van de PM, kreeg vroeg of laat de rekening gepresenteerd onder de vorm van een ‘promotie’ naar een inhoudsloze functie of een vroegtijdig einde van een veelbelovende loopbaan.
Ook het feit dat Churchill niet alleen met de grote strategische lijnen van zijn beleid bezig was, maar ook een bijna ziekelijk oog voor detail had, komt regelmatig aan bod. Zo is het leerrijk zijn visie te kennen over de heropbouw van het door Hitler vernielde Parlement. Churchill bleef ijveren voor een zaal die hoe dan ook veel te klein was voor het totaal aantal gekozen parlementsleden (met veel goede wil passen nu nog altijd slechts zo’n 300 van de meer dan 600 verkozenen in de zaal) en een zaal waar oppositie en meerderheid lijnrecht tegenover elkaar zitten. Dus de rechthoek en niet het traditionele halfrond zoals in de meeste andere parlementen ter wereld. Volgens Churchill versterkte deze opstelling het parlementaire debat (die hij graag met een boksring vergeleek).
Heel even raakt de auteur ook de buiten het bestek van dit boek liggende paradox aan. Tijdens de oorlog was Churchill zonder meer de meest populaire politieke figuur in zijn land, maar bij de eerste algemene verkiezingen in 1945 leed hij met zijn partij een verpletterende politieke nederlaag. Kort door de bocht komt dit er hier op neer: Churchill was full-time bezig (als War Lord) de oorlog te voeren en te winnen, maar had gewoon geen tijd (en ook geen aandacht?) voor wat er sociaal, economisch en maatschappelijk zou moeten gebeuren eens de oorlog voorbij was. De bevolking die tijdens de oorlog bereid was om op aandringen van Churchill zware offers te brengen, verwachte na de oorlog een billijke tegenprestatie. Dat kon Churchill hen toen nog niet bieden, met alle gevolgen van dien.
Kortom een meer dan boeiend boek over een meer dan boeiende persoonlijkheid.
Harry Van Wijnen, Blood, sweat and tears, Balans, 2017
Recensie door Mark Bienstman