De onfatoenlijken - Jan Antonissen
Er zijn al talrijke pogingen ondernomen om beter te begrijpen waarom niet alleen in Europa maar ook in het Verenigd Koninkrijk (zie de Brexit) en de Verenigde Staten (zie de verkiezing van Donald Trump tot president) het populisme recent zo’n opgang heeft gemaakt. Liever dan een zoveelste ‘intellectuele’ analyse te maken, heeft de auteur – zonder stelling te nemen voor of tegen wat zijn gesprekspartners hem vertelden – er voor gekozen te gaan praten met een aantal ‘populistische’ mensen. In totaal 19 mannen en vrouwen die representatief zouden moeten zijn voor wat deze populistische kiezers drijft.
Daarvoor is Antonissen langs geweest in de zogenaamde rust belt. Dit is het verouderde en ondertussen ook meestal verpauperde gebied waar destijds het kloppend hart van de eerste industriële revolutie lag. Zo onder meer in Noord-Italie, het Ruhrgebied in Duitsland, het kolen- en staalbekken in Belgisch en Nederlands Limburg, Wallonië en het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en Noord-Engeland.
Hij sprak er met heel uiteenlopende personages zoals een gepensioneerde boekhoudster die als vrijwilligster kansarme mensen helpt hun weg te vinden in het labyrint van sociale bijstand, de moeder van een door vier Afghanen mishandeld en vermoord meisje in Italië, een vrijwilliger bij een voedselbank die het aandurfde om tijdelijk het ‘eigen volk eerst’-principe te hanteren als er teveel vreemdelingen langskwamen, een (zwaar)gehandicapte oerduitse man die zich in zijn eigen straat niet meer thuis voelt, een meisje dat werkt en uitgeperst wordt via allerlei nep-contracten in een ‘hip’ call-center, een koppel dat als truckers probeert te overleven op een transportmarkt die overspoelt wordt door Oost-Europese chauffeurs die werken tegen dumpingprijzen, Roberto d’Orazio – de befaamde en beruchte vakbondsman die destijds hardhandig betoogde tegen de sluiting van Forges de Clabecq, enzovoort.
Het betreft alleszins een staalkaart van mensen die om een of andere reden door de mazen van het net zijn gevallen en het gevoel hebben dat er niet naar hen geluisterd wordt, erger zelfs, dat zij er in feite niet meer toe doen in de huidige samenleving.
Het boekje is niet het soort lectuur waar iemand vrolijk van wordt. Maar toch wil ik het warm aanbevelen. De auteur laat immers aanvoelen dat mensen, hoe ‘marginaal’ ze ook mogen lijken, toch nog altijd ergens wel een kern van medemenselijkheid en solidariteit in zich hebben. En dat deze kern, voor zover die op de juiste wijze zou worden aangesproken, een aanzet zou kunnen zijn om in hun directe omgeving toegevoegde waarde te creëren. Alleen zijn populistische politici niet op zoek naar dit soort positieve energie. Zij poken liever het angstgevoel, het ‘wij tegen zij denken’, de vreemdelingenhaat en dergelijke, alleen maar verder op. Het is dus aan de gevestigde, maar ook aan nieuwe politici om daar een ander, positief verhaal tegenover te plaatsen. Dat doen ze het best door op de allereerste plaats met die mensen te gaan praten en echt te luisteren. Niet door met het belerende vingertje te wijzen.
Jan Antonissen, De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa, Polis, 2018
Recensie door Mark Bienstman