De strijd om de democratie - Bastiaan Rijpkema, Afshin Ellian & Gelijn Molier (red.)
Wetenschappers zijn ongelofelijk pessimistisch over het voortbestaan van de democratie. In Donald Trump zagen sommigen vorig jaar de democratische antichrist aan de macht komen. In de landen om ons heen brachten de successen van UKIP, Front National en AfD alarmisten in hoogste staat van paraatheid. Help, de democratie verdwijnt! Of haar schip maakt op zijn minst flink water. Toch?
In Nederland hoeven we ons niet direct zorgen te maken, er is geen democratische crisis. Het vertrouwen onder de bevolking in democratie is hoog en is in de afgelopen twintig jaar vooral gegroeid. Dat burgers mondiger zijn geworden, en dat zij de gevestigde orde zijn gaan dwarsbomen via referenda en opkomende anti-establishmentpartijen, is eerder een teken dat de democratie bloeit, zo kunnen we leren van Tom van der Meer.
De politieke correctheid voorbij
Niets aan de hand dus? Nou, er zijn heus wel gevaren… Interessanter dan al het paniekvoetbal is de wetenschappelijke discussie over democratie en rechtsstaat. Veel stemmen in het debat nemen het automatisch op voor de laatste en tégen de eerste. De rechtsstaat moet worden beschermd tegen enge volksmenners die via de democratie de bestaanszekerheid van minderheden – en eigenlijk van de hele beschaving – aantasten. Dat is veel te eenzijdig, veel te correct gedacht.
Gelukkig is er nu een boek vol bijdragen van wetenschappers die verder kijken: De strijd om de democratie, onder redactie van de Leidse rechtsfilosofen Afshin Ellian, Gelijn Molier en Bastiaan Rijpkema. Daarin durft een diverse groep auteurs enerzijds te benoemen waar rechtse partijen als onze eigen PVV een gevaar vormen voor de rechtsstaat – een verbod op moskeeën, islamitische scholen en moslims in het leger –, maar is anderzijds evenmin blind voor de andere bedreigingen: de radicale islam, de lakse houding van politieke elites en de strapatsen van autocratische regimes zoals dat van Erdogan in Turkije, van Orbán in Hongarije en van regeringspartij PiS in Polen.
Stoeptegel in de vijver van het debat
De strijd om de democratie wordt, zo toont dit boek, gestreden op verschillende fronten en tegen verschillende vijanden. Alles draait om het begrip ‘weerbare democratie’. Rijpkema keilde het in zijn alom gelauwerde proefschrift Weerbare democratie (2015) als een stoeptegel in de vijver van het publieke debat. Sindsdien is het een buzzword, en terecht: de vraag hoe weerbaar (en kwetsbaar) ons gekoesterde stelsel is, kan niet vaak genoeg worden gesteld. Zelfs kabinet-Rutte III maakt zich daar zorgen over en beloofde in zijn regeerakkoord de wet aan te scherpen zodat antidemocratische organisaties in Nederland geen kans krijgen.
Ook al is er in Nederland nog niet zoveel aan de hand, hier geldt het wijze gezegde: je moet de rookmelders niet pas gaan ophangen als het huis al in lichterlaaie staat. Aan de hand van de Hongaarse premier Viktor Orbán, die onder het mom van ‘nationale soevereiniteit’ en ‘illiberale democratie’ de rechtsstaat afschaft en politieke tegenstanders en minderheden aanvalt, laat Rijpkema in De strijd om de democratie zien dat een democratie geen rustig bezit is.
Grootinquisiteur Timmermans versus autocraat Orbán
Andere bijdragen in het boek verkennen de politiek- en rechtsfilosofische theorieën die ons zouden kunnen helpen om de democratische rechtsstaat te versterken. Dat is een heikel punt: voor je het weet zijn we politieke geluiden aan het smoren en het open debat aan het dichttimmeren – kijk maar naar de gretigheid waarmee Europese regeringen het ‘nepnieuws’ willen uitbannen.
Als we vrezen voor democratische schade, in lijn met wat nu gebeurt Polen en Hongarije, wat kunnen we dan verwachten van de EU? Is ‘Grootinquisiteur’ Frans Timmermans, in de provocerende omschrijving van Orbán, op de goede weg om de democratische toekomst van lidstaten veilig te stellen?
Een ander heet hangijzer is religie. Zeker met de radicale islam blijkt de vrijheid van godsdienst een legitimatie voor antidemocratische woorden en daden, zo tonen David Suurland, Dirk Verhofstadt en Paul Cliteur in hun bijdragen aan De strijd om de democratie.
Democratisch burgerschap, makkelijker gezegd dan gedaan
Maar oké, als we de wetten een beetje aanpassen, zijn we dan veilig? Nee, de democratische rechtsstaat is ten dode opgeschreven als er geen zelfbewust ‘democratisch burgerschap’ is. Daar moeten we voortdurend moeite voor blijven doen, zo stelt Patrick van Schie in zijn bijdrage. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het boek gaat voorbij aan de recente opkomst van linkse en rechtse identiteitspolitiek, die de basale eenheid van de natiestaat, onze eenheid in verscheidenheid, steeds verder aantast. Kan een democratie met volstrekt gesegregeerde etnische, religieuze, seksuele en andersoortige groepen nog wel weerbaar zijn? Voer voor een vervolg!
Bastiaan Rijpkema, Afshin Ellian & Gelijn Molier (red.), De strijd om de democratie, Boom, 2018
Recensie door Geerten Waling