Van zonlicht naar inzicht - Geert Magiels

Van zonlicht naar inzicht - Geert Magiels

Fotosynthese is een proces waarin lichtenergie wordt gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten, zoals glucose. Het proces komt voor bij planten, bomen en algen. Het was en is ook een voorwaarde voor het ontstaan en de ontwikkeling van leven op onze planeet. Zonder fotosynthese zouden alle organismen uitsterven. Het belang ervan kan dus niet onderschat worden, maar toch heeft het bijzonder lang geduurd alvorens wetenschappers inzagen hoe cruciaal het opnemen van koolstofdioxide en het afgeven van zuurstof door planten was. En dat belang neemt nog toe in de wetenschap dat de dramatische afname van de regenwouden ingevolge ontbossing leidt tot meer CO2, minder zuurstof en meer droogte op aarde. De man die het principe van de fotosynthese als eerste goed begreep en omstandig beschreef was de Nederlandse bioloog, arts en gynaecoloog Jan Ingenhousz, een vandaag totaal onbekende man, maar die op het einde van de achttiende eeuw een grote reputatie genoot als geneesheer, Verlichtingsdenker en wetenschapper.

Over het leven, het werk en de ontdekkingen van Jan Ingenhousz schreef de bioloog Geert Magiels eerst een proefschrift en later een boek onder de titel Van zonlicht naar inzicht. Hoe Jan Ingenhousz het geheim van het bladgroen ontdekte. Ingenhousz was een polyglot die les volgde in Leiden, Parijs en Edinburgh, de Schotse hoofdstad die in de 18de eeuw het centrum van de Schotse Verlichting was. Zijn eerste aandacht ging naar de bestrijding van de pokken een levensbedreigende virusziekte die de mensheid eeuwenlang heeft geteisterd, niet alleen gewone mensen maar ook adellijke families. Hij paste als een van de eerste artsen het systeem van inoculatie toe waarbij een minder zware vorm van pokken op de huid aangebracht waardoor zich een afweersysteem kon ontwikkelen. In Wenen behandelde hij op die manier de nog levende kinderen van keizerin Maria Theseria waardoor hij in één klap groot aanzien verwierf in de toenmalige academische wereld. Zo werd hij in 1771 opgenomen als Fellow van de prestigieuze Royal Society in Londen.

Ingenhousz had contacten met tal van grote wetenschappers van zijn tijd, zoals Benjamin Franklin met wie hij zijn passie voor elektriciteit deelde, met Joseph Guillotin die als arts op zoek was naar een methode om executies pijnlozer en dus humaner te maken, met Antoine Lavoisier die algemeen beschouwd wordt als de vader van de moderne scheikunde, en met Joseph Priestley die claimde dat hij het element ‘zuurstof’ had ontdekt. Hij stelde vast dat een kaars onder een stolp uitdoofde, maar dat als hij planten onder een stolp plaatste de lucht verbeterde. Het belang van deze ontdekking kan niet voldoende benadrukt worden. Benjamin Franklin begreep toen reeds dat het massaal omhakken van bomen in de buurt van huizen een slechte zaak was. Misschien kan dit beschouwd worden als de eerste vorm van ecologisch bewustzijn van de mens. In elk geval veegden deze denkers daarmee de klassieke indeling in de vier basiselementen, water, aarde, lucht en vuur van tafel.

Toch maakte Priestley een belangrijke denkfout. Hij was ervan overtuigd dat planten iets uit de lucht verwijderden, terwijl Ingenhousz dacht dat planten iets aan de lucht toevoegden. Zo stelde hij vast ‘dat planten net als dieren ademen en lucht gebruiken, een nooit eerder vastgesteld fenomeen, en dat ze dat ’s nachts doen. Overdag doen ze (door het licht) het tegenovergestelde’. Daarmee kwam hij als eerste op het spoor van de fotosynthese, al werd deze term pas veel later gebruikt. Maar cruciaal was ook dat Ingenhousz daarmee inzag dat alle levende wezens onderling afhankelijk zijn, wat een deuk gaf aan de christelijke gedachte van de menselijke uniciteit en superioriteit. Magiels beschrijft daarna gedetailleerd de strijd die Ingenhousz moest voeren tegen Joseph Priestley en Jean Senebier die beiden claimden dat zij als eersten de door de zon aangedreven productie van lucht van planten hadden ontdekt. Blijkbaar was Ingenhousz niet bijzonder geïnteresseerd in roem, want zijn pogingen haalden niet veel uit. Het beste bewijs is dat hij vandaag de dag zo goed als onbekend is, ook bij professoren en studenten plantenkunde.

Maar het boek van Magiels biedt nog veel meer. Het geeft een interessante inkijk op het vooruitgangsdenken dat in de 18de-eeuw zo sterk naar voor kwam. Steeds meer schoven de wetenschappers van die tijd de oude religieuze dogma’s opzij en probeerden ze empirisch aan te tonen hoe de wereld in elkaar zat. Ze begrepen dat proefnemingen, maar ook kritiek en twijfel cruciaal waren om tot sterke hypotheses en theorieën te komen. Ingenhousz kreeg als hofarts onder de Oostenrijkse vlag ook problemen tijdens de Franse Revolutie en moest uitwijken naar Holland en later naar Engeland. Daar leverde hij op latere leeftijd ook bijdragen aan het verbeteren van landbouwtechnieken om de opbrengst te verhogen, wat in die tijd bijzonder belangrijk was. Uiteindelijk stierf hij in 1799 en raakte hij compleet in de vergetelheid. Het duurde trouwens nog tot 1940 alvorens men finaal ‘dat de zuurstof die de planten produceren afkomstig is van het water dat ze door hun wortels opnemen en niet van de koolstofdioxide die ze door hun bladeren opnemen’.

Het is alvast de verdienste van Geert Magiels om de figuur van Jan Ingenhousz opnieuw voor het voetlicht te brengen. Die besefte als geen ander dat ‘nieuwe wetenschappelijke inzichten in realiteit met veel vallen en opstaan (worden) verworven’. En die wetenschappelijke ontdekkingen gaan intussen door en blijven noodzakelijk. Al was het maar om uit te vinden hoe we in de toekomst goedkope en propere energie kunnen produceren, zonder dat we de draagkracht van de aarde verder aantasten. Dat is geen gewone uitdaging, dat is een absolute noodzaak als de mensheid die steeds meer energie verbruikt niet wil afstevenen op een massaextinctie.

 

Geert Magiels, Van zonlicht tot inzicht, Houtekiet, 2012

Recensie door Dirk Verhofstadt

mailto:verhofstadt.dirk@telenet.be

Print Friendly and PDF
De tocht van de olifant - José Saramago

De tocht van de olifant - José Saramago

Mogelijkheden scheppen - Martha Nussbaum

Mogelijkheden scheppen - Martha Nussbaum