Het politieke midden in tijden van polarisatie - Gert Jan Geling
In tijden van politieke polarisatie is het in stand houden van het midden niet alleen een behoorlijke uitdaging, maar ook een ondankbare taak. Wanneer de uitersten aan het politieke spectrum steeds extremer worden, en tegelijkertijd ook in aanhang groeien, komt het midden onder druk te staan. Niet alleen qua aantallen, maar ook onder de druk om kleur te bekennen. Want waar hoor je plaats? In ‘ons’ kamp of in ‘hun’ kamp? Soms wordt het bestaan van het midden zelfs überhaupt ontkent. Sommigen op links vinden het midden als snel ‘rechts’, terwijl anderen op rechts het midden eerder als ‘links’ zien. Kortom, wanneer je tot het midden behoort, kun je het in de ogen van de flanken eigenlijk nooit echt goed doen.
En misschien is dat maar goed ook. Misschien is het juist belangrijk dat het midden een stukje afstand houdt van de flanken en als eigen politieke pool door het leven gaat. Het midden als uitgangspunt. Het radicale midden. Wellicht is dat juist wat we nodig hebben in tijden van polarisatie. Niet om mee te polariseren, maar juist om aan te geven waar we staan en dat we tot geen van beide politieke flanken toebehoren. Dat we als midden duidelijk eigen standpunten hebben, en onze eigen politiek bedrijven, los van links of rechts, en vanuit de grondvesten van het liberale denken.
Daarbij zullen we op een aantal cruciale punten moeten proberen om als zijnde het genuanceerde, maar bij tijd en wijle ook radicale, soms grijze, midden een middenpositie in te nemen in het politieke debat. Het betreft hierbij de volgende thema’s: cultuur & identiteit, de ontwikkelingen op sociaal-economisch terrein, en de verondersteld groeiende kloof tussen de gewone man en de elite.
Op het gebied van cultuur & identiteit moeten we proberen in een uiterst gepolariseerde setting stelling te nemen, tussen de uitersten van open en gesloten grenzen, en van grootschalige culturele verandering en volledige culturele stilstand in. Tussen het misplaatste idee van sommige kosmopolieten dat we nu plotseling allemaal wereldburgers zijn geworden en de wens van nationalisten om ons achter de grenzen terug te trekken in. Hierbij zouden we wat de Britse politicoloog David Miller omschrijft als een positie van ‘zacht kosmopolitisme’ moeten nastreven. In de kern kosmopolitisch, maar minus de soms naïeve veronderstellingen en scherpe kantjes van het ‘harde kosmopolitisme’.
Op sociaal-economisch terrein is ongelijkheid, reële of veronderstelde, een fundamenteel probleem. Want de middenklasse, waar het politieke midden op gebouwd is, kan alleen groot zijn bij de gratie van het feit dat de ongelijkheid tussen verschillende klassen niet te groot wordt en de welvaart zich niet slechts in de handen van weinigen concentreert. Europa doet het in dat opzicht op dit moment beter dan bijvoorbeeld de VS, maar ook hier kennen we mede als gevolg van privatisering, liberalisering en globalisering voldoende uitdagingen. Overigens zijn er zeker ook kansen, bijvoorbeeld wanneer het gaat om technologie en duurzaamheid. Het is van belang dat we hierbij als zijnde het politieke midden niet vergeten dat ook het zorg dragen voor het sociaal-economische midden van groot belang is. En dat het daarbij cruciaal is dat de politiek zich richt op de wensen en noden van de velen, en niet slechts op de belangen van de weinigen.
En wat betreft de veronderstelde groeiende kloof tussen de ‘gewone man’ en de ‘elite’, die gerelateerd is aan de twee hiervoor genoemde thema’s, is het tegengaan van segregatie cruciaal. Van etnische segregatie, van regionale segregatie, van segregatie tussen klassen en tussen opleidingsniveaus. De kloven die reeds bestaan in onze samenlevingen zouden niet groter moeten worden. We zouden er juist naar moeten streven deze te overbruggen. Aandacht voor diversiteit is hierbij van belang. Zowel voor culturele diversiteit, als voor diversiteit qua opleidingsniveaus van bijvoorbeeld volksvertegenwoordigers, en ook voor het aandacht besteden aan en serieus nemen van een diversiteit aan meningen. Want juist wanneer de gewone man zich door de elite serieus genomen en gehoord wordt, kunnen we wat doen aan deze kloof.
Zo kent het midden dus een aantal grote uitdagingen. Uitdagingen die zij de komende jaren aan zal moeten gaan, en waarbij zij ernaar zal moeten streven om te midden van polarisatie haar principes overeind te houden. Dat dit lukt is cruciaal voor iedere gezonde liberale democratie, die bestaat bij de gratie van een sterk midden. De VS zijn inmiddels zo sterk gepolariseerd dat het steeds verder afglijden van de liberale democratie daar dreigt. In Europa moeten we dit hoe dan ook proberen te voorkomen. Een makkelijke taak zal dit niet worden, maar ook zeker niet onmogelijk.
Gert Jan Geling
De auteur is kernlid van Liberales