Nietzsche contra Wagner - Friedrich Nietzsche

Nietzsche contra Wagner - Friedrich Nietzsche

De componist Richard Wagner en de filosoof Friedrich Nietzsche worden beide beschouwd als de stamvaders, inspirators en wegbereiders voor het latere nationaal-socialisme. Of dit terecht is, vormt nog steeds onderwerp van discussie. Vast staat wel dat hun oeuvre als het ware ‘overgeleverd’ werd aan het nazisme door hun familieleden. Winifred Wagner, de schoondochter van Richard, was kind aan huis bij Adolf Hitler en ontving met égards de nazikopstukken in het Festspielhaus in Bayreuth. Elizabeth Förster-Nietzsche, de zuster van Friedrich, vroeg en kreeg steun van Mussolini en de nazi’s voor de uitbouw van haar Nietzsche-archief in Weimar. Ze compileerde ook het boek Der Wille zur Macht waarbij ze, gedreven door haar antisemitisme en grootheidswaanzin, de teksten van haar broer wijzigde en verminkte. Hitler bezocht verschillende keren het archief in Weimar. Symbolisch voor de verbondenheid tussen de familieleden van de twee grote Duitse denkers en het nazisme was de aanwezigheid van Winifred Wagner, Elizabeth Förster-Nietzsche en Adolf Hitler op 12 februari 1933 bij de voorstelling van Wagners Tristan naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van het overlijden van de componist.

Juist omwille van hun vermeende gemeenschappelijke band met het nazisme, is het boek van Friedrich Nietzsche Nietzsche contra Wagner, geschreven in 1888 enkele weken voor zijn mentale instorting, van uitzonderlijk belang. Hierin neemt de filosoof definitief afstand van zijn vroegere vriend en inspirator. In een tekst van nauwelijks 25 bladzijden vooraf gegaan door een inleiding en aangevuld met enkele naschriften verbrijzelt Nietzsche volkomen en onverbiddellijk het onderwerp van zijn vroegere adoratie. De aanbidders van Wagner – hij had geen toehoorders maar alleen aanbidders – zullen dit boek met afgrijzen lezen omdat het niet alleen het oeuvre van de oude meester de grond in boort maar vooral de mens Wagner zelf. “Is Wagner überhaupt een mens? Is hij niet eerder een ziekte? Hij maakt alles wat hij aanraakt ziek”, zo schrijft Nietzsche.

Van Nietzsche is geweten dat hij in de loop van zijn leven de meest tegenstrijdige dingen schreef of op zijn minst zaken die vanuit verschillende, zelfs tegengestelde hoek geïnterpreteerd konden worden. In zijn boek De eeuw van Sartre geeft de Franse filosoof Bernard-Henri Lévy dit goed weer. Zo beschrijft hij Nietzsche à la Bergson, de Duitse Nietzsche, de socialistische Nietzsche, de libertaire Nietzsche, de Nietzsche van de radicale antifascisten en natuurlijk ook de Nietzsche van de fascisten. Tegenover die opvallende wisselvalligheid van Nietzsche staat het eenduidige, onwrikbare, ronduit fanatieke denken van Richard Wagner die zijn muzikaal talent gebruikte, neen, misbruikte om zijn megalomane denkbeelden te verspreiden. De filosoof die zo onder indruk kwam van de muziek van Tristan en de Meistersinger, die hem ‘het grootste genie en de grootste mens van onze tijd’ noemde, die zijn kritikasters met bravoure de mond snoerde, die zijn boek Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik aan hem opdroeg, die vanaf 1869 kind aan huis was bij de oude meester (hij had er zelfs een eigen kamer), diezelfde filosoof werd uiteindelijk zijn grootste vijand.

Vanaf 1873 begint de vriendschapsband te wankelen. Hij gruwelt van de innerlijke leegte die hij vaststelt bij de eerste Bayreuther Festspiele en hij verwerpt de knieval van Wagner voor het christendom. Hij veracht de paulinische christelijke moraal, die slavenmoraal van het ‘niet heersen, maar dienen’, en spreekt zich uit voor een Herrenmoral uitgaande van de door hem beschreven Übermensch. Richard Wagner bleek niet de man van de toekomst te zijn, zoals Nietzsche oorspronkelijk dacht, maar juist de ultieme vertegenwoordiger van de Duitse reactionaire krachten in Duitsland. En dus sabelt Nietzsche zijn vroegere vriend ongenadig neer. Het is geen klassiek geval van een haat-liefdeverhouding zoals velen beweerden, want daarbij gaat het om wisselende stemmingen. Hier gaat het om één enkele omslag van liefde naar haat. Een dwangmatige haat, zoals hij schrijft: “Wagner den Rücken zu kehren, war für mich ein Schicksal”. Zowat alles wat hij nadien schrijft, verwordt dan ook tot een aanklacht tegen de grote componist, zoals in Der Antichrist, Der Fall Wagner, Ecce Homo, Götzendämmerung en natuurlijk Nietzsche contra Wagner.

Voor deze uitgave koos Hans Driessen alle geschriften van Nietzsche over Wagner, aangevuld met de dagboeken van diens vrouw Cosima. Het geeft een interessant beeld van Nietzsche en voedt de twijfel over diens geestelijk vaderschap van het nazisme. Zo noemt hij Wagners Lohengrin ‘een banvloek over het onderzoeken en het vragen’. En Parcifal een ‘dol geworden haat jegens kennen’. Nietzsche verwerpt deze christelijke stelling van ‘gij moet en zult geloven’. Hij verwerpt de ganse verlossingsgedachte waaraan Wagner muzikaal vorm geeft. De grote, pompeuze decors, de jacht op effecten, zijn pathos, zijn symboliek, zijn commanderen, zijn dweepzucht, zijn ‘instinct om te domineren’ doen Nietzsche besluiten dat Wagner geen musicus is, althans geen goede, maar alleen een toneelspeler. “Het podium van Wagner heeft slechts één ding nodig – Germanen!… Definitie van de Germaan: gehoorzaamheid”, zo schrijft Nietzsche.

Juist die verwerping van de eis zich te conformeren spoort niet met het nazistisch gedachtegoed. Of neem de volgende zin die Nietzsche schreef onder de titel Waar ik bezwaar tegen maak: “Men laat zichzelf thuis als men naar Bayreuth gaat, men doet afstand van het recht op een eigen tong en een eigen keus; men ziet af van zijn eigen smaak.” Dat staat haaks op de totalitaire consequenties van het nazisme. En wat met de volgende zin uit Hoe ik van Wagner afkwam: “vanaf het moment dat Wagner in Duitsland was, begon hij zich stap voor stap te verlagen voor alles wat ik veracht – zelfs tot het antisemitisme…”? Wagner daarentegen verachtte joden zoals men kan lezen in zijn antisemitisch artikel Das Judenthum in der Musik van 1850. Dit boek is niet alleen ontluisterend over Wagner maar geeft ook een meer genuanceerd beeld van de tot waanzin verworden filosoof die omwille van zijn vaak bizarre inzichten en geschriften zo vaak verketterd werd.

 

Friedrich Nietzsche, Nietzsche contra Wagner, Privé-domein, 2004

Recensie door Dirk Verhofstadt

Print Friendly and PDF
Als sluiers vallen - Nadia Dala

Als sluiers vallen - Nadia Dala

Het politieke midden in tijden van polarisatie - Gert Jan Geling

Het politieke midden in tijden van polarisatie - Gert Jan Geling