De schurkenstaat - Pierre Rigoulot
Dank zij satelliet, televisie en internet kunnen we kennis maken met zowat alle landen van de wereld. Zelfs met het communistische Cuba. Toch blijft er nog één land over dat weinig of niet gekend is en dat met succes journalisten en andere nieuwsgierigen weet te vermijden. Het gaat om Noord Korea, een van de laatste communistische bolwerken ter wereld. Het land heeft zich na de Koreaanse oorlog in de jaren vijftig totaal geïsoleerd en geldt als een van de meest ontoegankelijke ter wereld. In navolging van zijn in 1994 overleden vader, Kim Il Sung, houdt de huidige leider Kim Jong Il het land met 21 miljoen inwoners in een stalen greep. Beide leiders zijn door een enorme persoonlijkheidscultus tot mythische proporties verheven. Noord-Korea is zo goed als bankroet, de economie is ingestort en de bevolking wordt bedreigd door hongersnood. In een poging aan geld te komen houdt het regime zich bezig met duistere praktijken als wapenleveranties, drugssmokkel en steun aan terroristen. Reden waarom president Bush het land een ‘schurkenstaat’ noemde.
In zijn boek De schurkenstaat geeft Pierre Rigoultt een schokkend en onthullend beeld van dit gesloten en voor velen onbekende land. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Noord-Korea snel tot een communistische staat met een centrale partij en een reeks volkscomités die begonnen met de confiscatie van de gronden. Deze politieke ontwikkeling kreeg de steun van Franse intelligentia waaronder Jean-Paul Sartre en Claude Bourlet. Om het systeem in stand te houden kregen de Noord-Koreanen massale financiële steun van de Sovjet-Unie en China. Intern volgden zuiveringen tegen personen en groepen die beschuldigd werden van revisionisme. Langzaam maar zeker ontwikkelde Noord-Korea een eigen communistisch en nationalistisch koreanisme. Het kreeg de sympathie van politieke leiders als Tito, Pol Pot, Ceausescu, Robert Mugabe, Georges Marchais (leider van de Franse communisten), Fidel Castro en zelfs van François Mitterand.
Economisch is de Noord-Koreaanse politiek evenwel een ramp. Het land eet niet maar bewapent zich wel. Uit internationale rapporten blijkt dat sinds 1995 meer dan 2 miljoen Noord-Koreanen stierven bij gebrek aan eten. Bijna de helft van de kinderen in Noord-Korea is ondervoed. Landbouwers bewerken er het land met de hand want er zijn bijna geen machines. Door de collectivistische planeconomie die persoonlijke productie en winst verbiedt, slaagt men er niet in voldoende voedsel te produceren voor de eigen bevolking. Daarbij komen nog ontbossing, erosie en gebrek aan technische hulpmiddelen. Sinds de val van de Sovjet-Unie komt er ook vanuit die hoek geen hulp meer. Het land kan alleen overleven dankzij enorme voedselsteun van de VS en de Europese Unie in het kader van het World Food Program. Het tekort aan voedsel blijft er evenwel een structureel probleem. Een van de minst gekende vluchtelingenstromen in de wereld is dan ook die van Noord-Korea naar China. Naar schatting 300.000 Noord-Koreanen verbergen zich in China. Zij zijn op de vlucht voor honger en vervolging. De Chinese overheid stuurt opgepakte vluchtelingen zonder pardon terug naar Noord-Korea. Daar lopen ze een reëel risico om gevangen, mishandeld of zelfs gedood te worden.
Veel van hen worden opgesloten in de concentratiekampen van Hoeyong, Xaechon, Yodok en Chongjin in de provincies Noord en Zuid Hamgyong. Ze zijn vergelijkbaar met de Goelagkampen uit de vroegere Sovjetunie en de Laogaikampen in China. In Noord-Korea zitten ongeveer 200.000 mensen in strafkampen waar ze dwangabeid moeten verrichten. Doorgaans gaat het om zogenaamde ‘politieke gevangenen’ maar ook hun familieleden tot de derde generatie worden opgepakt. Kang Chol-Hwan was negen jaar oud toen hij werd opgesloten in het strafkamp Yodok omdat zijn grootvader zich positief had uitgelaten over het kapitalisme in Japan. Een decennium later kon hij ontvluchten en schreef hij zijn ervaringen neer in het boek The Aquariums of Pyongyang. Een andere getuigenis komt van Ahn Myong-chol die zeven jaar bewaker was in kamp 22 van Hoeryong. Hij kon het land ontvluchten door de Tuman-rivier met buurland China over te steken. Beiden wijzen ze op de systematische terreur, de onderdrukking en onmenselijke behandeling in hun land. Ondanks dit alles stellen uiterst linkse organisaties in het Westen het communistische Noord-Korea nog steeds voor als een modelstaat en als de ultieme natie die het ware socialisme toepast.
Terwijl hun onderdanen honger lijden blijven de Noord-Koreaanse leiders grote legerparades houden. In september 2003 kregen we beelden te zien van tienduizenden mensen die met wapperende rode vlaggen opstapten in een mars ter ere van de leider Kim Jong Il. Net zoals in de vroegere Sovjet-Unie, China en nazi-Duitsland staan duizenden kinderen langs de weg te zwaaien met rode vlaggetjes. Door de luidsprekers klinkt patriottistische marsmuziek. Mensen gooien bloemen en zwaaien naar de camera. In feite zijn ze al van in de ochtend aangevoerd met bussen en treinen en krijgen ze vlaggetjes en spandoeken in de hand gedrukt. En juichen ze omdat ze moeten juichen. Niet spontaan, maar op bevel. Ter ere van de Grote Leider en de socialistische heilstaat. De Grote Leugen van het communistisch regime slaagt er alsnog in hen in het gareel te houden.
Ook de persoonsverheerlijking gaat verder. De Grote Leider of Suryong staat boven elke instellingen en juridische en constitutionele regelgeving. Er bestaat controle op verplaatsingen, meningen en informatie (op schrijfmachines en kopieerapparaten). Wie zich niet plooit wordt heropgevoed en wie echt moeilijk doet wordt gevangen gezet samen met de hele familie. Een goed staaltje van de indoctrinatie van kinderen was te zien in het Nederlandse televisieprogramma NOVA. Onderwerp was de vertaling van het boek Het Achterhuis van Anne Frank in het Noord-Koreaans en de grote populariteit ervan onder de plaatselijke scholieren. De geschiedenis van het joodse meisje dat zich moest schuilhouden voor de fascistische bezetters past blijkbaar in de heersende ideologie tegen het imperialisme van Bush en andere kapitalistische landen.
De reportage van NOVA over deze gebeurtenis is onthullend. Het boek wordt door onderwijzers in Noord-Korea gebruikt als een efficiënt propagandamiddel. Zo zie je hoe enkele scholieren doelbewust gekozen fragmenten voorlezen als aanklacht tegen de hedendaagse Amerikaanse vijand. Toen de interviewer een vraag stelde over de oorzaak van het voedseltekort, iets waar ook Anne Frank onder leed, kwamen de officiële begeleiders van de cameraploeg vlug tussenbeide. Die vraag was onvoorzien en bracht de geïnterviewde scholieren duidelijk in verwarring. Een juffrouw kwam de kinderen snel het antwoord influisteren. “Voedseltekort was te wijten aan de bourgeois die het eten weghielden voor het proletariaat”, zo klonk het na een korte onderbreking. Net dezelfde woorden die de kinderen hoorbaar voor de camera werden ingefluisterd. Die korte scène maakte in één klap duidelijk hoe Noord-Korea als een van de laatste communistische bolwerken omgaat met de waarheid.
Intussen geeft het land tegengestelde signalen. In het jaar 1990 brachten de premiers van Noord- en Zuid-Korea wederzijdse bezoeken aan de hoofdsteden. Het zorgde voor enige ontspanning en tal van landen erkenden het regime van Pyongyang. Ook in 2000 was er een ontmoeting tussen de twee leiders. Maar sindsdien gaat het weer minder goed. Terwijl de VS de grootste leverancier van voedsel is voor het land blijven de Noord-Koreanen dreigen met de ontwikkeling van kernwapens. Op 31 december 2002 werden de twee enige inspecteurs van de IAEA het land uitgewezen en op 10 januari 2003 kondigde Noord-Korea zijn opzegging van het non-proliferatieverdrag aan. Het lanceerde intussen ook raketten in de Japanse Zee. Sinds de terroristische aanvallen van 9/11 staat Noord-Korea als ‘schurkenstaat’ opnieuw hoog op de zwarte lijst van de Amerikanen.
Momenteel is niet heel duidelijk of de Noord-Koreanen verder willen gaan in hun eigenzinnige koers. Sommigen dromen van een samengaan met Zuid-Korea. Volgens de auteur zijn evenwel vooral de Zuid-Koreanen daar beducht voor omdat het een enorme financiële last zou zijn om te dragen. Een last die vele keren hoger zou zijn dan de hulp van West-Duitsland aan het vroegere Oost-Duitsland. Andere bronnen zeggen dat het juist de Verenigde Staten zijn die een dergelijk samengaan niet zien zitten en de ‘gemeenschappelijke vijand’ in stand houden om hun militaire aanwezigheid te verantwoorden.
In elk geval zijn de grootste slachtoffers de Noord-Koreanen zelf. Zij zijn een van de weinige volkeren die nog te lijden hebben onder een mensonwaardig collectivistisch systeem dat de individuele vrijheid onderdrukt en de ontwikkeling van welvaart belemmert. En dat enkel en alleen omwille van de machtsdrang van enkele partijleiders die zich de vertegenwoordigers van de Zon op aarde achten.
Pierre Rigoulot, De schurkenstaat, Atlas, 2003, 128 blz.
Recensie door Dirk Verhofstadt