We leven in veranderende tijden met complexe uitdagingen en veel vragen. Dit maakt mensen onzeker. Doemdenken en negativisme overheersen het publieke debat. Vaak ten onrechte. Het is hoog tijd dat we meer aandacht hebben voor al het positieve dat rondom ons gebeurt. Opiniemakers zijn vaak zeer negatief, of nog erger cynisch (zoals Carl Devos maandag in de krant De Morgen), over de toestand van onze democratische rechtsstaat. Dit ‘democratisch vermoeidheidssyndroom’ is een hyperbolische benoeming van een aantal pijnpunten in ons politiek systeem. Natuurlijk is er onvrede over de politieke praktijk, en die gaat vaak over een gebrek aan inspraak, maar van een diepgaande legitimiteitscrisis is geen sprake. De Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur (2015) toont dit bijvoorbeeld haarfijn aan. Een aantal problemen maken nog niet dat het hele systeem op de schop moet. In de zoektocht naar de versterking van onze democratie moeten we de juiste dosis vernieuwing toedienen.
De fundamenten van onze democratische rechtsstaat zijn zeer stevig. We zijn zo gewend aan vrije verkiezingen, een vrije oppositie in het verkozen parlement, en een vrije pers dat we de waarde ervan niet altijd ten volle waarderen. Decennialang wensten we onszelf mondige burgers toe, in plaats van door de zuilen aangestuurd en monddood kiesvee. Dat zou onze democratie immers vitaliseren. Vandaag is hij of zij er, die mondige burger. En toch luidt de diagnose: de democratie is moe. Dat valt niet te rijmen. De burger in de 21ste eeuw neemt terecht geen genoegen meer met eens om de vijf jaar gaan stemmen. Veel burgers willen meer betrokken worden bij het beleid en het mee vorm geven.
Het gaat om burgers die de democratie een warm hart toedragen, en juist daarom ontevreden zijn met de doorgaans verticale structuur van de politieke praktijk vandaag. Onze samenleving wordt alsmaar horizontaler en de politiek van toen voldoet dus niet meer aan burgerverwachtingen van nu. Dit kan anders en beter. Ook politieke partijen zullen zich hieraan moeten aanpassen. Politieke partijen zullen meer moeite moeten doen om de burgers warm te maken voor hun verhaal. Het einde van de massapartij met duizenden partijsoldaten en het ontstaan van de zwevende kiezers zijn net een democratische verrijking, geen verarming. Omarm de mondige burger en zie hem of haar als een bondgenoot, en niet langer als een probleem.
Open Vld investeert volop in allerlei democratische experimenten. In het stadsdistrict Antwerpen maakte de burgerbegroting zijn intrede. Momenteel loopt de derde editie. De stad Gent volgt nu het voorbeeld. In Mechelen en Kortrijk worden burgers al jaren actief betrokken bij buurtwerking en stadsvernieuwing. Ook Vlaams ministers Sven Gatz en Bart Tommelein laten burgers meedenken over hun beleid via burgerkabinetten. Al die initiatieven worden positief onthaald en verdienen uitbreiding. Maar we moeten verder durven gaan. Waarom geen Vlaams minister van Participatie in de volgende Vlaamse regering die de waaier aan lokale democratische experimenten faciliteert? Waarom de vele formele adviesraden niet vervangen door echte ‘bottom-up’ burgerinitiatieven? Waarom geen burgertops organiseren rond cruciale thema’s? Of sterker, waarom geen burgers betrekken bij de opstelling van de meerjarenbegroting, een heuse Vlaamse burgerbegroting? Mijn conceptnota burgerparticipatie geeft alvast een voorzet met tien concrete voorstellen.
Ik ben blij dat andere partijen nu ook het licht zien, maar laten we wel constructief werken en niet opportunistisch. De burger een rol geven bij bestuur of in de politiek moet serieus genomen worden. Ballonnetjes die nu worden opgelaten mogen geen vorm van schijnparticipatie zijn. Want er is nood aan betekenisvolle burgerparticipatie. Van vrijblijvende inspraak naar actieve burgerparticipatie. Niet alleen om de democratische legitimiteit van het beleid te verhogen, maar ook om de kwaliteit en de efficiëntie ervan te verhogen. Wat een investering in draagvlak is op korte termijn rendeert op lange termijn. Maar, en dit mogen we echt niet vergeten, burgerparticipatie is ook geen tovermiddel dat lukraak toegepast kan worden. Het is steeds een aanvulling op het bestaande parlementaire systeem.
Laten we vooral dringend stoppen met onszelf een democratisch vermoeidheidsyndroom aan te praten. Er is regelmatig reden voor kritiek, maar vaker voor optimisme. Laten we nu vol aan de slag gaan om onze democratische rechtsstaat verder te versterken en verfijnen. Een praktijk van burgerdemocratie kent een belangrijke groeicurve. Oefening baart kunst, weet u wel, en liefst van jongs af aan. We moeten nu beginnen met democratisch experimenteren en hieruit lessen trekken om de burger en de politiek dichter bij elkaar te brengen. Het lokale bestuursniveau is een gedroomd laboratorium en een echte hefboom voor burgerparticipatie. Het devies van Open Vld luidt daarom: geniet van meer burgerparticipatie, maar met mate en steeds weloverwogen, en uiteraard binnen de grenzen van de liberale vrijheden en rechten.
Willem-Frederik Schiltz
De auteur is Vlaams parlementslid voor Open VLD.