Vier deelstaten? Dat is democratie!
In een recent opiniestuk op Liberales.be verwerpen diverse auteurs het voorstel om het bestaande België van gemeenschappen en gewesten om te vormen tot een Belgische federatie met vier deelstaten: Vlaanderen, Wallonië, Brussel en de Oostkantons. De auteurs zijn leden van Open VLD, Jong VLD en Jeunes MR en schreven het stuk samen met samen met Bruno Yammine, de oprichter van de unitaristische partij ‘Belgische Unie - Union Belge’ (BUB).
Over één ding is iedereen het eens: het bestaande model van gemeenschappen en gewesten werkt niet meer. Maar alvorens een België met vier deelstaten te verwerpen, moet er eerst een analyse van gemaakt worden, want hoewel verschillende partijen het over de grondslag eens zijn, verschilt de conclusie radicaal.
Naar een nieuw federaal model
Wat houdt het Belgisch model met vier deelstaten dan precies in? Op basis van welk ordenend principe moeten we de Belgische staat inrichten? Professor Stefan Sottiaux maakte hierover een interessante gedachtenoefening.[1]
Hij schuift als ordenend principe het democratiebeginsel naar voor en baseert zich daarvoor op het zogenaamde Lissabon-Urteil van het Duitse Bundesverfassungsgericht van 30 juni 2009 over het Verdrag van Lissabon tot hervorming van de Europese Unie.
De analyse van het Bundesverfassungsgericht was dat de Europese Unie lijdt aan wat het Hof buitensporige federalisering noemt (“erheblich überföderalisiert”). De balans tussen het federale en het democratische principe is uit evenwicht. De overfederalisering leidt tot miskenning van de electorale gelijkheid en de uitholling van de democratische meerderheidsregel.[2]
Het democratiebeginsel
Het democratiebeginsel houdt in dat elke burger een gelijke stem in de federale besluitvorming heeft. Het federale principe bepaalt dat het noodzakelijk is om de rechten van kleinere deelgebieden binnen de federatie te beschermen tegen de overmacht van de grotere delen. Ook in België zijn deze twee principes uit balans. De zogenaamde pacificatie- of grendelgrondwet heeft er door allerlei technieken (paritaire ministerraad, taalgroepen, bijzondere meerderheden, alarmbelprocedure, …) toe geleid dat de beginselen van evenredige vertegenwoordiging en meerderheidsbesluitvorming (“one person, one vote”) werden uitgehold in het voordeel van de Franstalige minderheid.[3]
Dit evenwicht kan op twee manieren hersteld worden, namelijk door democratisering van de centrale besluitvorming of door het verschuiven van bevoegdheden.[4]
Democratisering van het federale niveau (?)
Wat de democratisering van de centrale besluitvorming betreft, wijst Sottiaux erop dat electoral engineering op zichzelf niet zal volstaan. Het louter invoeren van federaal verkozen volksvertegenwoordigers is niet afdoende, ongeacht of deze nu uit 15 vertegenwoordigers, ingedeeld in vooraf vastgelegde contingenten, of uit de gehele Kamer van Volksvertegenwoordigers bestaat. Volgens Sottiaux moet dit gepaard te gaan met de afschaffing van de grendelmechanismen die op directe of indirecte wijze de politieke gelijkheid van de burger aantasten.
Sottiaux argumenteert verder dat de belangen van regio’s gewaarborgd kunnen worden door hun (over)vertegenwoordiging in een tweede kamer, waarin het vetorecht voor de deelgebieden evenwel beperkt wordt tot constitutionele of taalwetgeving. Voor het overige kunnen de minderheden beschermd worden, niet door uitschakeling van de meerderheidsregel, maar wel door territoriale devolutie. Volgens Sottiaux is de beste manier om de rechten van geografisch geconcentreerde nationale of taalkundige minderheden te accommoderen hen een ruime autonomie toe te kennen. Op die manier wordt een federale minderheid een meerderheid in haar eigen regio. In België werd deze federale logica echter op zijn kop geplaatst doordat de Vlaamse meerderheid autonomie moest vragen om van zijn meerderheid gebruik te kunnen maken.[5]
Sottiaux erkent dat een dergelijk voorstel een hoog politiek fictiegehalte kent.[6] Nochtans is dit het scenario dat de auteurs van het opiniestuk voorstaan, althans indien ze consequent zijn in hun unitaire logica. Het is dan ook interessanter om de tweede optie te bekijken, namelijk het verschuiven van bevoegdheden.
Van gemeenschappen en gewesten naar deelstaten
Dit tweede scenario vereist echter de transformatie van de gemeenschappen en de gewesten naar “deelstaten”. Daarbij komen de deelgebieden internrechtelijk op gelijke hoogte met de federatie te staan. Zo zullen zij bijvoorbeeld bevoegd zijn om een eigen grondwet aan te nemen die de samenstelling van hun eigen instellingen regelt in plaats van de federale Grondwet. De functie van zo’n deelstaatgrondwet is het constitueren van de deelgebieden als autonome politieke gemeenschappen binnen de Belgische federatie. Deze hervorming veronderstelt een duidelijk beeld van wie de deelstaten zijn. Dit betekent de noodzaak aan een visie over het statuut van Brussel en de Oostkantons.[7]
In dit scenario verschuiven er meer bevoegdheden van het federale niveau naar de deelstaten. Bovendien vindt deze verschuiving louter plaats op grond van het democratiebeginsel. Sottiaux erkent dat een toepassing van een ander principe, bijvoorbeeld sociale doelmatigheid of solidariteit, tot een andere bevoegdheidsverdeling zou leiden.[8]
De centrale vraag moet volgens Sottiaux echter zijn welke bevoegdheidsverdeling de bevolking het beste in staat stelt tot volwaardig democratisch zelfbestuur. Een gebrek aan democratische legitimiteit van het federale niveau vereist dat de ‘essentiële domeinen van democratische wilsvorming’ aan de deelstaten worden overgedragen. Dit zijn de materies die zo essentieel zijn dat zij het voorwerp uitmaken van een volwaardige democratische besluitvorming.[9]
Sottiaux maakt hierbij een onderscheid tussen regulerende of coördinerende beleidsdomeinen en beleidsdomeinen met een herverdelend karakter. De herverdelende beleidsdomeinen komen toe aan een niveau dat ten volle democratisch is, terwijl de beleidsdomeinen die eerder regulerend of coördinerend zijn aan een niveau kan worden toegekend dat zijn legitimiteit put uit andere bronnen dan democratische legitimiteit (bv. schaalvoordelen, efficiëntie …). Deze laatste zouden aan het Belgische federale niveau of aan de Europese Unie kunnen worden toegekend. Sottiaux geeft hiervan enkele voorbeelden zoals monetair beleid, vrijhandel en vrij verkeer, milieubescherming, bepaalde aspecten van mobiliteit, defensie, buitenlandse zaken enzovoort.[10]
Als besluit stelt Sottiaux dan ook dat het democratiebeginsel tot gevolg kan hebben dat in België naar een maximale overheveling van bevoegdheden naar de deelstaten wordt gestreefd. Dit impliceert dat herverdelende bevoegdheden zoals sociale zekerheid en gezondheidszorg bij de deelstaten thuishoren in plaats van op het federale niveau. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheid om belastingen te heffen met betrekking tot de eigen bevoegdheden. Voor de regulerende en coördinerende bevoegdheden blijft de federale overheid bevoegd. De financiering van de federale overheid kan gebeuren door dotaties vanuit de deelstaten of door het federale niveau bevoegd te maken om belastingen te blijven heffen met betrekking tot de overgebleven bevoegdheden.[11]
Een kwestie van democratie
Indien we tegelijkertijd tegemoet willen komen aan de legitieme democratische verzuchtingen van de meerderheid en de legitieme nood aan bescherming van de minderheden, is een hervorming noodzakelijk. Het dient een hervorming te zijn die niet gebaseerd is op efficiëntie, doelmatigheid of natiegevoel, maar wel op de beginselen van democratisch zelfbestuur. Dergelijke hervorming dient het gras voor de voeten weg te maaien van diegenen die dergelijke legitieme verzuchtingen misbruiken om hun eigen particuliere doelen te realiseren.
De omvorming van een België van gemeenschappen en gewesten naar een België met vier deelstaten is dus niets meer of niets minder dan een kwestie van democratie.
Tom Kloeck
Jurist
Secretaris Open VLD Berlaar
In eigen naam
[1] S. Sottiaux, De Verenigde Staten van België. Reflecties over de toekomst van het grondwettelijk recht in de gelaagde rechtsorde, Mechelen, Kluwer, 2011, 97 p.; S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 635-651.
[2] S. Sottiaux, De Verenigde Staten van België. Reflecties over de toekomst van het grondwettelijk recht in de gelaagde rechtsorde, Mechelen, Kluwer, 2011, 14.
[3] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 639.
[4] S. Sottiaux, De Verenigde Staten van België. Reflecties over de toekomst van het grondwettelijk recht in de gelaagde rechtsorde, Mechelen, Kluwer, 2011, 61.
[5] S. Sottiaux, De Verenigde Staten van België. Reflecties over de toekomst van het grondwettelijk recht in de gelaagde rechtsorde, Mechelen, Kluwer, 2011, 64.
[6] S. Sottiaux, De Verenigde Staten van België. Reflecties over de toekomst van het grondwettelijk recht in de gelaagde rechtsorde, Mechelen, Kluwer, 2011, 65.
[7] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 646.
[8] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 651.
[9] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 648.
[10] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 649.
[11] S. Sottiaux, “De Zevende Staatshervorming: van federale staat naar Verenigde Staten van België?”, in A. Alen, e.a. (Eds.), Het federale België na de Zesde Staatshervorming, Brugge, die Keure, 2014, 650.