Knielen voor George Floyd
Ik had vannacht een droom waarin iedereen ter wereld gevraagd werd te knielen voor George Floyd. Wie niet wilde knielen, was racist en werd weggeleid in afwachting van een proces.
Het knielen dat we op televisie zien door de betogers, actievoerders en ordehandhavers in de Verenigde Staten heeft veel weg van een soort van geloofsbelijdenis.
Hier bij ons in Europa veroorzaakt de zaak George Floyd een toestand van schizofrenie. Rechts haast zich om racisme te contextualiseren. Links kruipt door het stof in zelfbeschuldigingen. Ook die reflex heeft veel weg van een religieuze rite.
Het debat is zodanig gepolariseerd dat alleen zwarte mensen zich over deze kwestie mogen uitspreken. Ik zal daarom proberen in dit stuk zoveel mogelijk zwarte opiniemakers te citeren. Dat lukt me wonderwel, afgezien van een verwijzing naar een 'witte' opiniemaakster.
Een van de interessantste stemmen in het Amerikaanse antiracismedebat is die van John McWhorter (geboren 1965). In zijn tekst "Antiracism, Our Flawed New Religion" uit 2015 zegt hij dat antiracisme onze nieuwste seculiere religie is. Het antiracisme heeft drie elementen die haar status als religie lijken te bevestigen, zij het natuurlijk, beste lezer, met een minimum aan zelfrelativeringsvermogen.
1) Het antiracisme heeft het canonieke "heilig schrift". Voor McWhorter in de Verenigde Staten is dat Ta-Nehisi Coates, voor ons hier in de Lage Landen is dat het rolmodel Gloria Wekker die met haar boek ‘Witte onschuld’ dan wel niet beweert dat alle witten ‘schuldig’ zijn maar dat ze zich evenmin als ‘onschuldig’ kunnen kwalificeren. Het is een boek dat tot doel heeft witte mensen ongemakkelijk te maken. Een boek dat te nemen of te laten is, geschreven door een vrouw die niet zo erg in dialoog geïnteresseerd lijkt.
2) Het antiracisme heeft de erfzonde. Die erfzonde bestaat uit het witte privilege. Wit zijn is geboren worden met een onverdiend privilege. Je raakt daar nooit meer vanaf, je draagt het bij je tot je sterft. Je bent ermee belast.
3) Het antiracisme heeft zijn eigen eschatologie, zijn eigen einddagen: er komt een moment waar niemand nog racistisch zal zijn. Als alle racisme uit de wereld is, zullen we eindelijk in een rechtvaardige wereld leven. Pas dan is het onrecht gedaan. Wereldvrede zal ons deel zijn.
Die nieuwe religie heeft ook haar consequenties. Een ervan is dat het oude antiracisme van de baan geveegd wordt. Het originele antiracistische discours is van Martin Luther King en hij zei in zijn bejubelde “I have a dream” toespraak dat hij ervan droomde dat op een dag zijn kinderen niet meer beoordeeld zullen worden op hun huidskleur maar op de “inhoud van hun karakter.”
Hij was voorstander van kleurenblindheid. Het maakt niet uit welke kleur je hebt, je zal beoordeeld worden om wat je kan, niet om hoe je eruit ziet.
Waar Martin Luther King voor streed is werkelijkheid geworden. Alle wetten die zwarten uitsloten van zaken die witten wel toegestaan waren, alle discriminerende wetten gingen op de schop. Iedereen kreeg gelijke kansen.
Die notie van kleurenblindheid wordt in het huidige antiracisme totaal verworpen. Vandaag willen mensen zoals Gloria Wekker jonge zwarte kinderen expliciet inpeperen dat ze zwart zijn, dat ze op een gegeven moment 'anders' zullen behandeld worden door witte mensen maar dat ze zich ervan bewust moeten zijn dat dat niet hun fout is. Sowieso gaan ze met racisme te maken krijgen want de witte mens is sowieso racistisch.
Iemand van bij ons die op dezelfde lijn zit als mevrouw Wekker is Sabrine Ingabire. In een recent opiniestuk liet ze in smalende bewoordingen weten dat "N-VA een zwarte vrouw in het Europees Parlement heeft” en dat ze daar niet om juichte.
Mevrouw Ingabire had het over Asitta Kanko. Toen ik die regels las, was het net of mevrouw Kanko maar een eigenschap had: zwart zijn. En dat dat zwart zijn met zich meebracht dat je dan maar op een manier politiek in het leven kon staan: links. En inderdaad. Pas later las ik de titel van haar column: "Je bent zwart, toch? Dus je stemt rood." Van kadaverdiscipline gesproken.
In de column van Kanko als antwoord op Ingabire stond een verdediging van de kleurenblindheid ooit door Martin Luther King als hoogste goed verdedigd:
"Ja, ik ben zwart: het is gewoon een feit waarmee ik mij niet bezighoud. Hierdoor laat ik me niet beperken maar ik verwacht ook geen voorrechten. Ik focus meer op het feit dat ik net zoals anderen in eerste instantie een mens ben. Huidskleur laten samenvallen met identiteit is een gevaarlijke weg die ik niet wil bewandelen."
Even later zag ik iemand Assita Kanko excuustruus noemen.
Dat het debat totaal uitermate gepolariseerd is, blijkt uit uitlatingen zoals die van een andere opiniemaakster bij De Morgen, Katrin Swartenbroux (wit, ik had u verwittigd) die zegt dat "als je geen zwarte vrienden of collega's hebt, vraag je dan af hoe dat komt."
Nu heb ik zelf het geluk (ahem) dat mijn beste vriend op de middelbare school zwart en gay was. Hij woont inmiddels niet meer in België. Momenteel heb ik geen zwarte hartsvriend meer. Moet ik mij nu schuldig voelen? Telt de kennis waar ik af en toe contact mee heb? Of is dat onvoldoende? Ik vind het moeilijk om Swartenbrouxs raad serieus te nemen. Moeten mensen die geen zwarte vrienden hebben zich vragen stellen? Klinkt dat niet raar in de oren?
Ik wil even terug gaan naar de woorden van John McWhorter, de man die het hedendaagse antiracisme als een religie beschrijft.
Hij geeft toe dat er een probleem is met politiegeweld. Hij verwijt de plunderaars niets, het is de enige manier dat ze hun woede kunnen uiten. Maar hij stelt ook dat politiegeweld zowel wit als zwart treft. En dat de gemiddelde zwarte stadsbewoner meer kans loopt door een andere zwarte aan het einde van zijn leven te komen dan door de politie. Hij looft de Black Lives Matter beweging dat ze het probleem van politiemoorden van ongewapende Afro-Amerikanen op de nationale agenda heeft gezet maar moedigt tevens die beweging aan om zwart-tegen-zwart geweld ook eens onder de loep te leggen.
McWhorter wees er in 2015 al op in een Time magazine artikel “Police Kill Too Many People—White and Black” dat er zo’n probleem is met politiegeweld in de Verenigde Staten. Maar heeft dat geweld ook niet voor een groot deel te maken met het algemene wapenbezit? Een politieagent die in België de straat opgaat, verwacht enkel ongewapende mensen aan te treffen. Een politieagent die in de Verenigde Staten uitrukt, kan op elke hoek van de straat beschoten worden. Het is alsof je er achter vijandelijke linies gedropt wordt.
Op het moment dat ik op het punt sta deze tekst af te sluiten, raadpleeg ik nog even John McWhorters twitterfeed en zie een afbeelding van een meisje dat een bord omhoog houdt waarop staat “White silence=violence”. Het lijkt of er tot gedwongen biecht wordt opgeroepen. Liefst knielend, stel ik me voor.
In memoriam George Floyd. Dat niemand ooit nog zo'n zinloze dood moet sterven.
Jan-Willem Geerinck
Kernlid Liberales