Het Verraad der Voorstelling - Brecht Decoene en Peter Zegers
Ceci n’est pas un complot, comment les médias racontent le Covid is de titel van het recentste werkstuk van de Waalse documentairemaker Bernard Crutzen. Hierin behandelt hij de volgens hem kwalijke manier waarop de Waalse media berichten over de coronacrisis. “Wat ze zeggen, hoe ze het zeggen, en waarover ze zwijgen”, klinkt het in de intro. Het deed vooral in Franstalig België veel stof opwaaien en via sociale media werd het massaal gedeeld. Een documentaire die in de titel benadrukt dat het niet om een complot zou gaan, wekte bij ons enige argwaan. We willen niet te lang stil blijven staan bij alle feitelijke onjuistheden in de documentaire (dat is al door een aantal mensen op voortreffelijke wijze gedaan), maar we gaan in dit artikel vooral in op de methode die Bernard Crutzen hanteert.
De kern van het betoog van Crutzen is dat de (toonaangevende) media in Wallonië leugenachtig zijn en bewust voortdurend fouten maken. Media als Le soir en de RTBF stellen de zaken veel dramatischer voor dan ze in werkelijkheid zijn en staan daarmee in dienst van een manipulatieve overheid, die overbodige en schadelijke maatregelen aan de bevolking oplegt. Ze zijn ook handlangers van de machtige farmaceutische industrie, die grotendeels in handen zou zijn van Bill Gates. In plaats van de macht te controleren (wat hun taak is in een democratie), zijn de media medeplichtigen van de macht geworden. U snapt het al: de media doen hun eigenlijke werk dus niet goed. Met het grootste gemak scheert Crutzen alle media over dezelfde kam. Vrijwel alle journalisten zijn volgens hem blijkbaar in hetzelfde bedje ziek. Ze zouden bijdragen tot het creëren van een irrationele angstpsychose en ervoor zorgen dat er geen kritiek meer mogelijk is.
Degelijk ogende onzin
De documentaire is geniepig en bedrieglijk, vooral omdat hij stilistisch en filmtechnisch heel erg goed in elkaar zit. De beelden en de montage zijn kwalitatief van een hoogstaand niveau. We krijgen deze keer geen knullig in elkaar geflanste, amateuristische prent voorgeschoteld. Hier eens niet die typische eindeloze herhalingen of een hypnotiserende soundtrack, geen onheilspellend inzoomen op details, waarbij de manipulatie al te opzichtig is en die zo kenmerkend is voor de meeste documentaires in het genre. Maar dat maakt de zaak in dit geval vooral erg verraderlijk. De documentaire is doortrapt en arglistig net omdát hij degelijk en professioneel oogt.
We zitten in het verhaal heel erg dicht op de huid van de experten en volgen de ontwikkelingen vanuit het standpunt van de regisseur. Het lijkt erop dat hier een onderzoeksjournalist aan het woord is, een individu dat voor zichzelf denkt en niet zomaar slikt wat de manipulatieve media hem voorschotelen. Maar onder dat voorwendsel bezondigt Crutzen zich zelf aan alles wat hij die media verwijt. Het lijkt een afgewogen en genuanceerd verhaal te zijn doordat hij opvallend veel mensen aan het woord laat, maar hij laat ze alleen aan het woord als ze dingen zeggen die in zijn kraam passen. Iets waar Jacinthe Mazzocchetti en Marius Gilbert, die beide in de documentaire aan het woord komen, terecht bezwaar tegen hebben gemaakt. Het gaat in tegen de journalistieke code om mensen louter als spreekpop te gebruiken. Bernard Crutzen doet dus duidelijk aan cherry picking.
Onzinnige kritiek
De surrealiteit ligt ironisch gezien echter niet zozeer op het vlak van de berichtgeving omtrent de huidige coronatoestanden (zoals de documentaire ons wil doen geloven). Het is juist de duizelingwekkende stortvloed aan onwaarheden, aan de talloze denkfouten, aan feiten die uit hun context worden gelicht, aan het volledig foutief interpreteren van cijfers, aan het opvoeren van een aantal valse experten, aan het maken van vuige verdachtmakingen en ten slotte aan het opperen van gratuite beweringen. In die zin is het bekijken en analyseren van de documentaire een goede oefening om het kritische denken op los te laten.
De achterdochtige benadering van elk aspect van de coronakwestie in de documentaire is de val van de confirmation bias waar heel het verhaal in gevangen zit. Alles wordt uitsluitend geïnterpreteerd vanuit een complotoptiek en geen enkele tegenstem of alternatieve visie wordt ook maar enigszins overwogen. Dit heeft absoluut niets meer met een gezonde kritische ingesteldheid of aanpak te maken. Dit is duidelijk het tegenovergestelde van daadwerkelijk kritisch denken. In tegenstelling tot wat sommigen menen stelt Crutzen ook helemaal geen goede vragen. Eigenlijk stelt hij helemaal geen vragen, maar lanceert allerlei verdachtmakingen die op niets zijn gebaseerd. Toevallige of zeer oppervlakkige verbanden worden uitvergroot tot allesverklarende feiten. Typerend is zijn framing van de presentatie van Marc Van Ranst van 22 januari 2019 bij Chatham House over de crisisaanpak ten tijde van de Mexicaanse griep. Hoewel Van Ranst zelf netjes zijn mogelijke belangenconflict aangeeft, is het feit dat hij dat maar twee seconden doet voor Crutzen reden om het belangenconflict als een gegeven te presenteren. Damned if you do and damned if you don’t.
Ziekenhuisbedden
Het belang van het voorkomen van een enorme overbelasting van de openbare ziekenhuizen wordt het voornaamste punt in de berichtgeving van de overheid en de media. Het afplatten van de curve is de boodschap van overheid, waarvan de media de spreekbuis zijn. Wat Crutzen hierbij opvalt is de uniformiteit in de berichtgeving (een element dat overigens vaak terugkomt bij complotdenkers). Het feit dat alle media grosso modo hetzelfde beweren wijst er in deze gedachtegang niet op dat het hier wel eens om de waarheid zou kunnen gaan, maar legt daarentegen een bewuste, gecoördineerde manipulatie bloot. “Elke communicator weet dat het herhalen van de boodschap de kern is van propaganda”, is de duiding van Crutzen. Dat klopt, maar het is eveneens een kenmerk van goede en efficiënte communicatie. Vooral als het gaat om een tot dan toe ongekende situatie waarbij nieuwe maatregelen en richtlijnen voor ons gedrag die in ons aller belang zijn, best zo breed mogelijk verspreid moeten worden over de samenleving. Die gedragsverandering vereist natuurlijk een aanpassingsperiode. Dat heeft tijd nodig en waarschijnlijk zal het voor veel mensen in het begin lastig zijn om daar voortdurend rekening mee te houden. Hoe duidelijker en monotoner de communicatie echter is, hoe effectiever die zal zijn en hoe meer mensen die uiteindelijk zal bereiken. Een onderdeel van duidelijkheid is nu eenmaal de voortdurende herhaling. Frappez, frappez toujours.
Televisie is de duivel, de baarlijke duivel
Schitterend in beeld gebracht is de aloude beschuldiging dat de televisie een malafide rol speelt. We zien een close-up van Crutzens oog met zijn voice-over: het oog als symbool voor de directe poort tot onze ziel, als zogezegde onmiddellijke toegang tot ons onderbewustzijn. Hij spreekt van een echte collectieve hypnose omdat de mediaberichten naar de keel grijpen. Crutzen suggereert dus dat we niet meer niet staat zijn om zelf te kunnen nadenken en in slaap worden gewiegd door hypnotiserende beelden. Hoe komt het dan dat hij daaraan ontsnapt? Waarom staat hij daar boven? Daarvoor krijgen we geen verklaring. Er schuilt nogal wat ironie in dat net díe boodschap eveneens via TV-beelden tot ons wordt gebracht.
Subliminale boodschappen, een opgewarmd lijk
Crutzen beweert de subliminale boodschappen te hebben bestudeerd. “Dat zijn de beelden die onmiddellijk onze hersenen binnentreden zonder dat we ons ervan bewust zijn,” zegt hij. De theorie daarachter is echter al heel lang weerlegd. Subliminale boodschappen bestaan simpelweg niet. Ofwel worden de beelden opgemerkt en verwerkt, en dan is dat bewust, ofwel helemaal niet. De griezelige gedachte dat we beïnvloed worden door beelden, zonder dat we ons daarvan bewust zijn, blijft veel mensen aanspreken en klinkt overtuigend. Toch is de idee dat we op een onbewust niveau beelden zouden registreren zonder het te beseffen een vorm van pseudo-wetenschap gebleken. Ons onderbewuste, voor zover dat volgens deze invulling zou bestaan, wordt niet op die manier aangesproken. Maar er is meer aan de hand. Crutzen lijkt zelfs niet in staat de term correct te hanteren. Beelden die op de achtergrond te zien zijn, zijn geen subliminale beelden.
De stem van de voice-over gaat verder. De beelden op de achtergrond bij het nieuwsitem van de RTBF zouden zijn gekocht op Shutterstock, de patiënten zouden ingehuurde acteurs zijn. Bewijzen voor deze uitspraak levert hij natuurlijk niet. De beelden zijn met een search makkelijk te vinden, maar uit niets blijkt dat het geënsceneerd is. We krijgen jongere mensen te zien die wat gemaquilleerd zijn, zegt Crutzen. Dit is volgens hem in volledige tegenspraak met de meerderheid die aan de ziekte lijdt, die oud tot zeer oud is. “De subliminale boodschap is helder. Zelfs jonge mensen met een goede gezondheid, ook u, kunnen slachtoffer worden van COVID.” Onze bedenking hierbij is: en wat is er precies verkeerd aan deze stelling? Jonge gezonde mensen zonder medische voorgeschiedenis kunnen wel degelijk gegrepen worden door de ziekte. Ziek worden is bovendien geen synoniem voor sterven. Maar hier getuigt Crutzen (zoals veel complotdenkers of activisten tegen de coronamaatregelen) van een simplistische en ongenuanceerde kijk op de realiteit: ofwel ben je dood, ofwel leef je. Alsof zich daartussen geen heel spectrum van aandoeningen en blijvende letsels bevindt? Is Crutzen dan echt onbekend met de vele mensen die ook maanden later nog altijd last hebben van smaak- en reukverlies, nog steeds last hebben van kortademigheid door permanente longschade, lijden aan hartproblemen of slachtoffer zijn van ernstige neurologische schade?
Brecht Decoene
Peter Zegers
Brecht Decoene is bestuurslid van SKEPP en auteur van ‘Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën.’ (ASP -2016)
Peter Zegers is boekverkoper in Amsterdam en heeft een blog over samenzweringsdenken op http://www.scepticus.nl