Perspectieven – Laurent Binet
We schrijven 1557 en bevinden ons in Florence. Italië is in de ban van de geestelijke Savonarola (1452-1498) die zich verzette tegen immoreel gedrag en zedeloosheid. Zijn invloed reikt zover dat ook schilderijen van gerenommeerde schilders op de brandstapel eindigen omdat er te veel naakt op is te zien. Een van die beroemde schilders is Jacopo da Pontormo (1494-1557). Hij wordt op brute wijze vermoord en de vraag is wie voor die moord verantwoordelijk kan worden gehouden.
De schrijver kon in een antiekzaakje in Arezzo de hand leggen op een bundeltje brieven van een aantal personages dat zich juist over die roemruchte moord buigt en zich gezamenlijk inspant om de dader(es) te ontmaskeren. Het is ronduit knap hoezeer Binet erin slaagt zich een taal eigen te maken die als authentiek voor die periode in de zestiende eeuw door kan gaan. De brieven geven je daadwerkelijk het gevoel dat je beland bent in het Florence van die tijden.
En onderwijl doen zich tal van intriges voor, wordt een huwelijk bekokstoofd en moet de schrijver zich bekommeren om een plausibel en spannend plot. Nou, dat gaat hem uitstekend af! Prachtig is de brief waarin Catharina de’ Medici, koningin van Frankrijk, haar levensloop schetst. Ik neem niet aan dat Binet dit allemaal bij elkaar verzonnen heeft, dus hij heeft heel wat onderzoek voor dit boek moeten verrichten. Op pagina 101 evenwel is sprake van Picochroolse Twisten maar ik heb nergens kunnen achterhalen wat dat zijn, de schrijver legt het niet uit en de vertaalster beperkt zich tot de vertaling (zij weet het dus ook niet?). Verderop wordt een eenvoudig Frans zinnetje wel in een voetnoot vertaald, de enige voetnoot in dit boek.
Van da Pontormo is niet bijster veel bekend. Werd hij wel vermoord? En misschien heeft Binet wel veel meer bij elkaar gefabuleerd. Maar dat procedé is bekend van Binet: in al zijn romans tot nog toe, vormde de geschiedenis zijn uitgangspunt. Maar hij neemt geen genoegen met concrete of feitelijke historische gebeurtenissen alleen. Hij gebruikt juist zijn fantasie om een spel te kunnen spelen met de geschiedenis, om zodoende zijn verhaal te kunnen vertellen. Het maakt me dus niet uit, hoe da Potormo in het echt aan zijn einde is gekomen. Staat er ergens geschreven dat het niet is toegestaan een eigen versie van het verleden te presenteren? Het gaat erom tot wat voor boek de aanpak van Binet heeft geleid. Daarover straks. Maar eerst nog even dit: er is meerdere keren sprake van ‘een karton’ met een afbeelding, die als model moest dienen. Ik verbaas me over het woord ‘karton’ dat immers pas in de negentiende eeuw werd uitgevonden. Welk woord gebruikte Binet zelf en waarom koos de vertaler voor juist dit woord? En welke betekenis moeten we dan aan dat woord toekennen? Ik vermoed dat het extra dik papier met een ruwe schets moet zijn geweest.
Maar terug naar de brieven die bij elkaar een spannende detective opleveren. Het is buitengewoon knap hoe Binet de briefschrijvers tot leven brengt, hun zielenroerselen bloot laat leggen. Daarmee geeft hij hen reliëf en een persoonlijke geschiedenis. Ik geef het je te doen! Kortom, ik ben zeer onder de indruk. Cruciaal in dit hele verhaal is de brief van architect Michelangelo Buonarroti aan schilder, architect en schrijver Giorgio Vasari, gedateerd 21 juni 1557. Hij schrijft in een zeer fraaie brief onder andere: het perspectief is het oneindige onder handbereik van alles wat ogen heeft. Het levenswerk van Buonarroti betrof het afbouwen van de Sint-Pieter in Rome.
En dan is daar opeens een bekentenis en ontknoping en die is zonder meer plausibel, ja zelfs logisch! Ten slotte lezen we een brief van Pontormo aan Michelangelo Buonarroti. Zijn laatste woorden: “De mens is maar een vlek die wegbleekt op een muur”.
Ik vond nog een recensie in Vrij Nederland van de hand van Carel Peeters. Die moet weinig van dit boek hebben, niet opgewassen tegen de fantasie van Binet. In zijn vernietigend oordeel geeft hij meteen maar het hele plot weg. Peeters is, kortom, een prutser van formaat. In de NRC van 21 juni 2024 is Margot Dijkgraaf heel wat positiever. Ik las beide recensies pas nadat ik het boek zelf gelezen had. En weet wel hoe mijn oordeel uitpakt, daar heb ik anderen niet voor nodig.
Dit Perspectieven is simpelweg een heerlijke who dunnit in een verrassend tijdperk, een magistrale roman over de zeggenschap van de kunstenaar over zijn werk, over de tijdgeest die bepaalde kunstuitingen niet meer wenst te waarderen, ja zelfs in de ban doet. Overkomt ons dat niet ook nu, meer dan vijfhonderd jaar nadat de Medici’s hun stempel drukten op Florence?
Op pagina 158 staat deze merkwaardige zin: “Ikzelf geloof dat Vasari door de hertog was gestuurd om Jacopo’s fresco’s te vernietigen, dat ondanks zijn buitengewone schoonheid niet langer voldoet aan de laatste mode, nu Rome de naaktheid uitbant.”
Ook staan er nogal wat termen in de tekst die met een simpele voetnoot verklaard hadden kunnen worden. Wie zou kunnen weten wat tondi zijn bijvoorbeeld? Of popolo minuto? Of een escouade? Of Scoronconcolo? Of fuorusciti? Overigens hulde voor Liesbeth van Nes die een fraaie en overtuigende vertaling van deze roman heeft afgeleverd.
Ik blijf met één vraag zitten: hoe komt een schrijver in vredesnaam op dit thema voor zijn nieuwe roman? Alleen al de gedachte aan alle voetangels en klemmen onderweg zou mij de moed ontnemen aan zo’n exercitie te beginnen. Zo niet Binet, die met deze roman opnieuw een enorme prestatie verrichtte! Een heerlijk boek kortom. Als ik toch nog iets van kritiek zou moeten formuleren zou ik wellicht opmerken dat alle personages min of meer dezelfde taal bezigen, je merkt weinig van persoonlijke varianten terwijl we toch allemaal zo onze eigen taalgewoonten hebben ontwikkeld, overigens zonder ons daar ooit van bewust te zijn.
Recensie door Enno Nuy
Laurent Binet, Perspectieven, Meulenhoff, 2024, 299 pagina’s. Vertaald door Liesbeth van Nes