Beschaafden in het land der barbaren – Joseph Roth

Beschaafden in het land der barbaren – Joseph Roth

In deze ruimhartige bundel is een aantal teksten opgenomen die eerder in boekvorm verschenen. In Hotelmens zijn de columns van de Joods-Oostenrijkse schrijver Roth opgenomen met zijn observaties en overpeinzingen over de vele hotels die hij bewoonde. Roth leefde uitsluitend in hotels, hij heeft nooit een huis bezeten of gehuurd. Werkelijk prachtig zijn zijn beschrijvingen van de portier, de oude kelner, de kok, het kamermeisje en de hoteldirecteur, waarin hij zich laat zien als een scherp waarnemer met een groot psychologisch inzicht. En heerlijk is zijn karakterisering van de tennisleraar, wiens babbeltje “slechts een akoestische glimlach is”. En Roth sluit af met: “Naast de tenniskampioen zie ik eruit als een karikatuur. Dat lijkt al te zijn opgemerkt “.

In een zoals gewoonlijk fraai geformuleerde brief aan Stefan Zweig van 27 februari 1929 schrijft Roth dat hij geen stabiel literair ‘karakter’ heeft maar dat is valse bescheidenheid. Misschien dat hij het oprecht meende maar dat zou dan toch misplaatst zijn. En als hij zinspeelt op een komende ontmoeting met Zweig schrijft hij: “U zult teleurgesteld zijn, ik zeg geen woord, ben onbeholpen en kom onaangenaam over.” Roth is een geweldig stilist en tegelijkertijd is hij spaarzaam met woorden. Al deze columns beslaan slechts twee tot drie pagina’s en het is telkens weer een wonder hoeveel zeggingskracht de woorden van Roth hebben. Het is werkelijk een genot om Joseph Roth te lezen. Na twee of drie columns leg ik het boek even weg, om het voorgaande nog eens te herkauwen. Bovendien wil ik lang over dit boek doen, het genot als het even kan zoveel mogelijk verlengen.

Ik citeer hier een willekeurige zin uit het proza van Roth, afkomstig uit de column Symfonie in b-klein over een bioscooppianist: “Zijn oog, schuin omhoog kijkend naar de snel bewegende schimmen, laat zijn hand weten dat hij het blad moet omslaan, en de indruk van de partituur gaat nauwelijks via het bewustzijn, mag dit deel van de persoonlijkheid overslaan, negeert als het ware de hersenen, springt van oogzenuw naar motoriek, dicteert de hand, wekt in zekere zin de herinnering aan de toetsenvolgorde in het geheugen van de vingers, tot vijf minuten later nieuw beeld om nieuwe klank vraagt en het mechanisme van het lichaam weer in beweging zet.” Schitterend toch? En voortreffelijk vertaald!

Duits nationalisme is volgens Roth de uitkomst van de som: Duitse politiek maal Duitse volksopvoeding maal bekrompen levensbeschouwing. Nog zo’n mooie overpeinzing: “Ik kan me in onbekende landen perfect thuis voelen, maar niet in onbekende tijden. Alleen in de eigen tijd voelen we ons thuis. Het heden is ons ware vaderland. Onze landgenoten zijn onze tijdgenoten”. Of deze zinnen: “Ik heb altijd alleen in mistige landen rondgereisd. Mijn zwerftocht was een strijd tegen de ondoorgronde geheimenissen van het landschap. Ik voelde door al zijn deugdelijkheid heen de onbetrouwbaarheid van de natuur, wat men in vermenselijkt jargon de ‘verraderlijkheid van het element’ noemt”. En dan te bedenken dat Roth deze prachtige verhalen en beschrijvingen al schreef toen hij nog maar een jaar of dertig was. En konden we vandaag nog maar naar Roth luisteren als hij schrijft: “Hoe dom is de angst van bepaalde staten, zelfs als ze Europees gezind zijn, dat de ‘eigen aard’ verloren zou gaan en dat de kleurrijke mensheid één grijze soep zou worden! Maar mensen zijn geen kleuren, en de wereld is geen schilderspalet! Hoe meer vermenging, hoe sterker de eigen aard”.

In het land van de eeuwige zomer is bijna hallucinant geschreven en even heerlijk om te lezen. Ik zou er wat voor over hebben gehad om de Provence ooit aan te kunnen treffen zoals Roth het beschreef. Maar de ingrepen van de moderne mens zijn even ingrijpend als onomkeerbaar. In de woorden van de schrijver voel je de warmte van de zon, het licht dat pijn doet aan je ogen en zo onderga je de lyrische beschrijving van Avignon en de turbulente geschiedenis van Marseille. De beschrijving van deze laatste stad is werkelijk ongeëvenaard, zinderend en vol van gevaar, hectiek, bedwelming, erotiek en chaos. Wat een schitterende literatuur! En nog maar een keer: Roth was nog geen dertig jaar oud! En dan die laatste zin: “En zelfs wie dit land verlaat, neemt het beste mee wat een vaderland kan meegeven: heimwee.”

Roth heeft ons inmiddels meegenomen naar Rusland, we schrijven 1926 en we bevinden ons op een Wolgavaart: “Als een vlieg zoemt, een doffe penduleslag weerklinkt, ligt in deze geluiden dezelfde troostende, want bovenaardse en tijdloze droefheid van een weidse vlakte.” En waarachtig, soms is het net alsof ik tussen de regels door Paustovski hoor, bijvoorbeeld als Roth over de slepers van de Wolga schrijft, de ongekend sterke mannen die het werk van kranen verrichten of zijn column over het Russisch straatbeeld.

Roth’s beschrijving van de Kaukasus is pure antropologie, je vraagt je af waar hij al die kennis vandaan haalde! Internet was niet eens een toekomstvisioen, er moet dus al studie zijn gemaakt van al die Kaukasische volken maar hoe kwam Roth aan zijn bronnen? Indrukwekkend is de kennis van Roth zeer zeker! “In de ontoegankelijke kloven en dalen van de Kaukasus wonen de laatste overblijfselen van voor de rest allang verdwenen exotische werelden, allang uitgestorven culturen. De hele menselijke ontwikkeling is af te lezen aan voorbeelden die in de Kaukasus leven: de weg die is afgelegd van primitieve holbewoner tot sedentaire landbouwer, van oorlogszuchtige nomade tot vredelievende herder, van wilde jager tot pacifistische Doechobor, die uit religieuze overtuiging geen vlees eet…” Ook hier laat Roth ons zien waarom de Kaukasus tot de dag van vandaag een turbulente regio is, bakermat van een maalstroom aan ideeën en waanvoorstellingen, geboorteplaats van terreur en onverdraagzaamheid, nationalisme en tolerantie. En Roth serveert zijn kennis als geschiedschrijving, literaire geschiedschrijving wel te verstaan! Ik wist ook niet dat Tiflis sinds 1795 achtereenvolgens werd bezet door Chazaren, Hunnen, Byzantijnen, Arabieren, Tataren, Mongoliërs, Perzen, Turken en Seltsjoeken. Probeer u dat eens voor te stellen.

De reportages uit en over Rusland zijn uitermate verhelderend maar laten niets heel van de communistische ideologie. Roth fileert de Russische samenleving en haar machthebbers, voor hem is het communisme een doodlopende weg. “In Sovjet-Rusland bekijkt men de wereld vanuit de toren die gevormd wordt door de verzamelde en op elkaar gestapelde geschriften van Marx, Lenin en Boecharin…” Dan is Roth het zat: “Het licht mag dan uit het Oosten komen, daglicht vind je alleen in het Westen.”

Ik beschouw Radetzkymars als het magnum opus van Joseph Roth maar zijn Joden op drift (dat ik al vaker las) is toch echt een meesterwerk en buitengewoon indrukwekkend. Ik citeer hier de eerste zin, waarin de brille van het schrijverschap van Roth heel krachtig wordt samengebald: “De Oost-Jood heeft in zijn vaderland geen idee van het sociaal onrecht in het Westen; geen idee van de heerschappij van het vooroordeel dat het gedrag, de moraal en de wereldbeschouwing van de doorsnee West-Europeaan beheerst; geen idee van de beperktheid van de westerse horizon, door elektriciteitscentrales omzoomd en fabrieksschoorstenen gekarteld; geen idee van de haat die al zo sterk is dat men hem koestert als een middel dat het leven in stand houdt (maar die het bestaan doodt), als een eeuwige vlam waar het egoïsme van deze mensen en landen zich aan warmt.” Dit is even scherp waargenomen als briljant geformuleerd (en voortreffelijk vertaald). En wat te denken van deze wrange waarneming: “De Joden uit het Oosten hebben nergens een vaderland, maar op elke begraafplaats hebben ze graven.”

Dan schrijft Roth: ”Joden hebben recht op Palestina, niet omdat het hun land van oorsprong is, maar omdat geen enkel ander land hen wil. De angst van de Arabieren voor het verlies van hun vrijheid is even begrijpelijk als de wil van de Joden om in goed nabuurschap met hen te leven oprecht is.” Me dunkt, er is nogal wat gebeurd tussen toen en nu! Het hoofdstuk over de Joodse stetl, meer in het bijzonder de passage over de wonderrabbi, is van een wonderlijke schoonheid. “…en de buren brengen rouwenden een hardgekookt ei, het voedsel van hen wier verdriet rond is, zonder begin en zonder einde. Ach, de wereld denkt in klassieke gemene, versleten clichés. Ze vraagt een reiziger nooit waar hij naartoe gaat, alleen waar hij vandaan komt. Terwijl voor een reiziger het doel belangrijk is, en niet het vertrekpunt.” En kom hier nog maar eens om in onze moderne samenleving: “Er kan geen Europese en ook geen Europees-christelijke moraal bestaan zolang het principe van de ‘niet-inmenging’ gehandhaafd blijft.” Roth sluit deze gedenkwaardige tekst af met de hopeloze woorden: “Gelovige joden blijft de hemelse troost. De anderen het vae victis.”

Deze stukken van Joseph Roth werden werkelijk meer dan voortreffelijk vertaald door Els Snick die in het Roth-oeuvre haar intrede deed met haar proefschrift Waar het slecht gaat is mijn vaderland. Dat vond ik destijds een goed gedocumenteerd boek maar in deze vuistdikke bundel laat zij zien ook over literaire kwaliteiten te beschikken. Dit is een vertaling die recht doet aan de statuur van de schrijver. Els Snick is oprichter en voorzitter van het Joseph Roth Genootschap.

Joseph Roth lezen is, voor mij dan toch, een eeuwige bron van vreugde. Hij leidde een moeizaam leven, verkeerde altoos in financiële problemen en was ook in zijn persoonlijk leven niet onverdeeld gelukkig, hij leefde onrustig en gejaagd en raakte onomkeerbaar verslaafd aan de drank maar wat een prachtige boeken, verhalen, schetsen en artikelen schreef hij. Ik heb het vaker geschreven: Joseph Roth is waarlijk een groot Europees schrijver, hij mag in geen enkele canon ontbreken. Ik blijf hem gewoon lezen en als ik alles uit heb, begin ik gewoon opnieuw.

 

Recensie door Enno Nuy

Joseph Roth, Beschaafden in het land der barbaren, Wereldbibliotheek, 2023, 622 pagina’s

Print Friendly and PDF
Zwijgen is geen optie meer – Dirk Verhofstadt

Zwijgen is geen optie meer – Dirk Verhofstadt

Op de bres voor onze democratische rechtsstaat – Dirk Verhofstadt

Op de bres voor onze democratische rechtsstaat – Dirk Verhofstadt