Brulaap of Reiki? – Enno Nuy
Maar liefst twee hele pagina’s krijgt filosoof Stine Jensen in de NRC van 19 oktober 2024. De titel van haar bijdrage luidt ‘God blijft dood. Leuker kan ik het niet maken’. Maar wie god doodverklaart, suggereert dat hij ooit leefde. Een echte atheïst kan daarmee niet uit de voeten, Stine Jensen. Zij constateert dat ze soms wel heel erg gretig wordt geannexeerd door radicaal-rechts wanneer ze zich bijvoorbeeld, overigens geheel terecht, verzet tegen gebedsruimtes op openbare scholen en even gretig wordt afgeserveerd door identitair links vanwege vermeende islamofobie. Zij bepleit een ‘moedig en seculier atheïsme’. En ik maar denken dat seculier atheïsme een pleonasme van jewelste is.
Bestaat er ook religieus atheïsme dan? Nou, sommigen menen van wel. Ook Jensen zelf als zij verderop in haar artikel de door haar ‘four horsemen’ genoemde Richard Dawkins, Christopher Hitchens, Daniel Dennett en Sam Harris uitmaakt voor ‘brulapen’. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze hen militant noemt. Die kwalificatie wordt wel vaker gebruikt voor deze befaamde atheïsten die een groot deel van hun openbare leven beste(ed)den aan onvermoeibare religiekritiek.
Jensen noemt zichzelf een teder en spiritueel atheïst (maar niet militant, voegt ze eraan toe), waarbij ik onmiddellijk schrikbeelden van yoga en Reiki krijg. Niet mijn wereld, zullen we maar zeggen. Maar waar het Jensen vooral om gaat, is “dat het middenveld van de ruimdenkende gelovigen, verlichte gelovigen, seculiere gelovigen (dit noemen we dan een contradictio in terminis) of gelovigen die hun geloof als een spirituele privézaak zien, uit beeld verdwijnt.” Want er is sprake van politieke kaping door de beide flanken identitair links en radicaal-rechts. Wie kritiek heeft op religie, zegt Jensen, is al gauw een ‘racist’ en niet ‘cultureel sensitief’ genoeg.
Jensen roept “humanisten en liberale en linkse partijen op om de stem van het seculiere middenveld weer te versterken in het publieke debat. Want alleen zo blijft de vrijheid om te geloven én niet te geloven gegarandeerd.” Ja, kom daar nog maar eens om in deze droeve tijden van Wilders I. Ik zou zeggen: trek je niets aan van die politieke flanken. Zoals je je ook niets moet aantrekken van die nare mevrouw Dilan Yesilgöz die jou voor een antisemiet uitmaakt zodra je het voor de Palestijnen opneemt. “Het is wat het is”, zegt ze dan doodleuk.
En als je denkt dat je nu alles wel gehad hebt, krijgt Stefan Paas, u weet wel, de bekende theoloog, vier dagen later ook bijna een hele pagina van de NRC om uit te leggen dat het begrip seculier afkomstig is uit de christelijke theologie en dat de seculiere ruimte van iedereen is, ook van gelovigen. Maar er bestaat helemaal geen seculiere ruimte, hoogstens een publieke ruimte en daarin mag inderdaad iedereen zich manifesteren. Ook al is lang niet iedereen grootmoedig en tolerant genoeg om andersdenkenden evenveel ruimte te gunnen als zij zelf in wensen te nemen.
Paas is hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam, maar ik heb nooit begrepen wat theologie op een universiteit te zoeken heeft (net zomin als filosofie trouwens). Hij meent dat je kunt verdedigen dat openbare scholen, juist omdat ze seculier zijn, ruimte moeten maken voor leerlingen die willen bidden. Ook meent hij dat een atheïstische levenshouding per definitie niet neutraal is en dus ook nooit een middenpositie in kan nemen. Paas: “De seculiere ruimte is nu juist de ruimte waar alle burgers hun beste en diepste argumenten inzetten. (…) Maar ‘seculier’ en ‘religieus’ zijn niet zo gemakkelijk uit elkaar te houden als een filosoof wellicht zou wensen. Is de paus een seculiere (staatshoofd van Vaticaanstad) of een religieuze (hoofd van de rooms-katholieke kerk) figuur? Is de bouw van een nieuwe protestantse kerk een religieus symbool of een politiek symbool?” Begrijpt u wel?
Ja, er wordt wat afgebazeld. Laten we maar gewoon met elkaar in gesprek blijven en wanneer een ander u meteen in een bepaalde hoek wil drukken, haal dan de schouders op. Van de overheid hebben we weinig te verwachten, zeker niet van onze huidige regering. Het schijnt dat ongeveer 13 procent van de wereldbevolking aangeeft atheïst te zijn. Substantieel genoeg om serieus genomen te worden, zou ik zeggen.
Ik vermijd liever het woord ‘seculier’. We hebben wat mij betreft genoeg aan privé (achter de voordeur) en publiek (op straat). Ik stoor me aan Stine Jensen als ze gerespecteerde atheïsten voor brulapen uitmaakt. En theologen moeten, maar voor eigen parochie preken, ik kan niets met hun onwetenschappelijke geleuter. Laten we gewoon met elkaar in gesprek blijven en niet al te bang zijn voor die rare stigmatisering door anderen. Zelf ben ik al ruim 25 jaar in gesprek met een goede vriend, hij gelovig, ik atheïst. We zijn elkaar in die 25 jaar geen millimeter nader gekomen! Maar we zijn nog steeds goede vrienden, het kan dus wel.
Enno Nuy
De auteur is ondernemer en recensent