Poetins filosoof. Alexander Doegin – Victor Kal
“Het individu is niets, de samenleving is alles.” Alexander Doegin
Met walging zet ik mij aan de bespreking van de weerzinwekkende, immorele en paranoïde politieke filosofie van de Russische filosoof Alexander Doegin (°1962). Doegin is een oorlogshitser en voor wie slachtoffers, of ze nu Russisch zijn of niet, volstrekt irrelevant zijn. Hij is een psychopaat die geen empathie heeft met slachtoffers en nabestaanden. Hij is een megalomane man. Hij heeft levensgevaarlijke ideeën en het enge is dat hij invloed heeft op Poetin die het niet bij ideeën houdt, maar die in Oekraïne bezig is met een oorlog tegen het Westen.[1]
De Nederlandse politiek filosoof en Spinozakenner Victor Kal nam de moeite om het omvangrijke oeuvre van Alexander Doegin door te ploegen, om zijn werk inzichtelijk te maken en te bekritiseren wat resulteerde in het boek Poetins filosoof. Alexander Doegin (2023). Doegin is geen obscure academisch filosoof (dat ware beter geweest). Hij is een publiek intellectueel die dicht tegen de macht aanschurkt. Zijn boek Grondslagen van de geopolitiek was niet alleen een bestseller, het wordt in Rusland ook in het onderwijs gebruikt, inclusief de Academie van de Generale Staf.
Voor onze neus voltrekt zich in Rusland sinds de oorlog die Poetin ontketende in Oekraïne, een conservatieve revolutie waarin de vrijheid van expressie aan banden wordt gelegd. “Wanneer Poetin ‘traditionele waarden’ propageert, dan impliceert dit de verwerping van het individualistische individu, alsook van de liberale samenleving die borg staat voor de open ruimte waarzonder dat individu zich niet in vrijheid kan bewegen. Voortaan wordt in Rusland van het individu verwacht dat het zich identificeert met het vaderland, met de kerk en met het gezin.”
Met de kerk wordt de Russisch orthodoxe kerk bedoeld en met het gezin wordt het traditionele gezin inclusief traditionele rolverdeling bedoeld. Het nieuwe illiberale Rusland moet niets hebben van de homo-emancipatie. Ik heb altijd (Hegeliaans) gedacht dat de geschiedenis zich ontwikkelt in de richting van meer vrijheid (en welvaart). Het is een schok om te zien dat de immorele achterlijkheid weer wordt binnengehaald. Kal wijst erop dat er in de liberaal-democratische Weimar Republiek tussen de twee wereldoorlogen een hausse aan illiberale politieke denkers opkwam die de liberale democratie juist als morele regressie beschouwden. In Nederland anno nu is Sid Lukkassen een illiberale conservatief die in deze traditie past. Thierry Baudet omhelst deze denkers ook, en heeft Lukkassen als (informele) huisfilosoof van Forum Voor Democratie omhelsd.
Doegins filosofie draait om het idee van de zogenaamde ‘multipolaire wereldorde’, waarin verschillende machtscentra bestaan, vanuit Rusland bezien naast de Verenigde Staten. Hij gelooft dat elk land een eigen unieke identiteit heeft en dat deze identiteit moet worden beschermd tegen globalisering. Volgens hem is de westerse liberale democratie een bedreiging voor de traditionele Russische normen en waarden. Hij is van mening dat een nieuwe politieke en culturele orde nodig is om deze nationale tradities te beschermen. Doegin pleit zodoende voor een illiberale autoritaire staat en een versterking van de nationale soevereiniteit. Hij propageert een hiërarchische en organische samenleving, waarin de persoonlijke vrijheid van het individu ondergeschikt wordt gemaakt aan de nationale belangen.
In 1946 publiceerde filosoof Karl Popper zijn beroemde boek The Open Society and its enemies waarin hij betoogt dat het totalitarisme van het communisme, fascisme en nazisme niet uit de lucht kwam vallen maar diepe wortels heeft in de westerse filosofie. Popper laat zien dat de politieke filosofie van Plato, Marx en Hegel vijandig staat tegenover individuele vrijheid en het idee van een liberale democratie. Hij betoogt dat de politieke idealen van deze filosofen leiden tot de gruwelen van de totalitaire onderdrukking van het nazisme, fascisme en communisme waarbij individuen alleen kunnen bestaan voor zover ze het nationaal belang dienen, en waarin het welzijn noch de vrijheid van individuen wordt gerespecteerd. Poppers werk past in het project van de Verlichting waarin de emancipatie van het individu centraal staat. De slogan van de Verlichting, ni dieu, ni maître (god noch meester) duidt op de bevrijding van het individu uit de bevoogding van religie en staat. In de Verlichting komt het idee boven dat de staat er zou moeten zijn voor de belangen van alle burgers en dat die zichzelf via een democratie besturen. De Verlichting heeft kritiek op tradities in zoverre die de vrijheid van het individu beknotten – en dat is een groot deel van de (religieuze) tradities. Doegin omarmt echter de politieke filosofie van Plato, volgens Kal, “met het platonisme gewapend heeft het traditionalisme gemakkelijker toegang tot de academische wereld”.
De liberale democratie is vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw in een aantal westerse landen gerealiseerd, zoals in België en Nederland. Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid zijn mensen vrij om zelf vorm te geven aan hun leven, te experimenteren met levenskunst, vrij van dwang en religie. Dit is bijna een gerealiseerde utopie. Op tal van indices scoren deze liberale democratieën het best: hoogste onderwijsgraad, laagste kindersterfte, hoogste geluksbeleving, laagste corruptiegraad, beste sociale voorzieningen, lage criminaliteit, hoog vertrouwen in de overheid enzovoorts. Je zou het niet geloven wanneer je de zure en zeurende columnisten, praatprogramma’s, collega’s en, bovenal, cultuurfilosofen hoort roeptoeteren hoe beroerd het in navolging van Sprengler met het Avondland gesteld is.
Denkers als Doegin demoniseren individualisme en liberalisme door de angst voor nihilisme op te roepen. Nihilisme is de opvatting dat er geen (absolute) normen en waarden zijn en dat er geen zin te ontwaren is in het bestaan of in het leven. Liberalisme is een dunne politieke theorie, zonder een levensbeschouwelijke basis. Dit leidt tot de misvatting dat liberalisme nihilistisch is; dat is niet het geval. Liberalisme is levensbeschouwelijk neutraal. Liberalisme omhelst levensbeschouwelijk pluralisme en levensbeschouwelijke autonomie: individuen mogen zelf bepalen wat hun levensbeschouwing is. De levensbeschouwing die het beste aansluit bij liberalisme is humanisme, maar er zijn ook gelovige liberalen. Er zullen best nihilisten zijn, maar uit zichzelf is liberalisme niet nihilistisch en een meerderheid van de liberalen koestert juist een positief en optimistisch mens- en wereldbeeld. Doegin is in de ban van het nihilisme. Nog liever vasthouden aan slechte tradities en onware geloofsopvattingen dan te vervallen tot nihilisme (wat dus een stropop-drogreden is).
Doegin denkt eschatologisch: de wereld beweegt zich richting een eindstrijd tussen Goed en Kwaad. Het Kwaad is volgens hem de Moderniteit van het Westen (democratie, individualisme, liberalisme, emancipatie van de LHBTQetc-gemeenschap). Hij wil de geschiedenis een handje helpen door oorlog tegen het Westen op te hitsen. In de ideale, multipolaire wereld, is Rusland één van de grote machtsblokken, samen met China (en wellicht India), die het traditionele, illiberale nationalisme omhelzen en een blok vormen tegen de Moderniteit van het Westen. Doegin is geen democraat die zich iets aantrekt van wat het volk vindt: hij meent voor het volk te kunnen bepalen dat de Moderniteit afgewezen moet worden. Dat de doorsnee Rus juist blij is of was met die vrijheid, interesseert hem niet. Doegin lijkt niet te beroerd om, als een Stalin, de goelags weer te openen en de binnenlandse oppositie uit te bannen. Het politiek ideaal staat boven alles: Het individu is niets, de samenleving is alles.
Kal wijst erop dat Doegin niet alleen een theoreticus is, maar ook een strategie heeft om ten strijde te trekken tegen de Moderniteit. De slinkse werkwijze van de KGB strekt daarbij tot voorbeeld. Vergeet niet dat Poetin ook een KGB-agent was. Kal schrijft: “Je begint met het rekruteren van een geschikte elite (in binnen- én buitenland): daarna zet die elite het volk gewiekst, brutaal en autoritair naar zijn hand – precies zoals het heden in Rusland gaat.” Ook in rechtsextremistische kringen krijgt Doegin gehoor. In de opvattingen van Baudet kan men overeenkomsten zien met het nationalisme, traditionalisme en extremisme van Doegin. Kal wijst erop dat in Nederland de Russische invloed op FVD zichtbaar is. Zo prijst Baudet Poetin de lucht in, ook na de inval in Oekraïne.
Kal beschrijft de warrige paden die Doegin bewandeld heeft. Doegin heeft zich met allerhande extreemrechtse complotdenkers ingelaten, maar gaat zijn eigen, grillige koers. Eén van die complottheorieën is het bestaan van een noordelijke, boreale traditie – een vaag, maar duidelijke extreemrechts concept, waar Baudet ook naar verwees in zijn overwinningsspeech van de provinciale staten in 2019. In 1991 is Doegin betrokken bij een couppoging tegen Gorbatsjov. Klaarblijkelijk zonder enige juridische consequenties. Een Eén van de meest afstotelijke aspecten van Doegins denken is zijn expliciete waardering voor het nationaalsocialisme (nazisme) in zijn tekst Fascisme, zonder grenzen en rood (1997).
Doegin streeft naar onderwerping, niet naar emancipatie. Hij wil een kruistocht tegen het liberalisme. En: “Amerika moet vernietigd worden”. Doegin streeft weliswaar naar een multipolaire orde, maar wel een zonder dat Amerika (of het Westen) daarin een rol speelt. Kal stelt helder: “Mocht het [modernisme/liberalisme] inderdaad zo verschrikkelijk zijn […] dan vraag je je af waarom we geen stroom vluchtelingen zien die zich vanuit Europa richting Rusland beweegt, om daar een goed heenkomen te zoeken.” Migranten bewegen van armoede naar rijkdom en van onvrijheid naar vrijheid. Het Westen trekt migranten aan – ook degenen die zelf moderniteit afwijzen (als orthodoxe gelovigen).
Doegin maalt niet om economie of sociale aspecten. Hij is in de ban van een afschuwelijk waanidee dat hij aan de wereld wil opdringen waarmee hij een bloedbad aanricht en mensen ketent aan hun tradities en de vrijheid beknot. “Wat Doegin bezighoudt is überhaupt niet het wel en wee van mensen in hun degelijks leven.” Dat er ook ecologische problemen zijn is aan Doegin totaal niet besteed. Nergens rept hij erover. Hij is een levensgevaarlijke bloeddorstige waanzinnige die desalniettemin gehoor vindt, ook bij mensen die zich wentelen in de vrijheid en verworvenheden van de Moderniteit.
In een liberale democratie is er door middel van persvrijheid controle op de overheid. Waarheidsvinding is een centrale waarde in de liberale democratie. In een autoritaire samenleving waar Doegin naar streeft, heeft de staat controle over de media die in dienst staan van de ideologie van de staat. Er is hier geen onafhankelijke waarheidsvinding. Zonder toegang tot (eerlijke en correcte) informatie kunnen burgers zich geen oordeel vormen over de maatschappij.
Doegin is een opportunist die zich niet bekommert om consistentie en coherentie – al houdt hij wel consequent vast aan zijn ideaal van oppositie tegen de Moderniteit. “In het rijk van de leugen is taal zonder gewicht en geschiedvervalsing een kleinigheid.”
Voor iedereen die denkt dat Oekraïne het enige militaire doel is van Rusland is het verstandig om te lezen wat Doegin voor ogen heeft wat betreft landen die deel uit zouden moeten maken van de Russische federatie: Finland, Moldavië, Wit-Rusland, Roemenië, Macedonië, Griekenland, Servië. Doegin wil de hele geopolitieke situatie omgooien. Doegin ziet Japan graag weer als de agressief expansionistische macht van de jaren dertig. Hij wil – net als de islamitische conservatieven – Amerika te gronde richten. Er moet volgens deze opponenten een einde komen aan de culturele (en morele) hegemonie van Amerika. Doegin heeft schijt aan wat de mensen die het betreft, zelf vinden. Voor hem is het waanidee in zijn hoofd belangrijker dan het leven en leed van mensen – of het er nou miljoenen zijn of niet. Dit is een verachtelijk idee. Het is een godvergeten schande dat er mensen zijn die dit aanhangen. En dat er filosofen zijn met deze opvattingen is een smet op de filosofie die niet weggepoetst kan worden. Als zulke verachtelijke ideeën het resultaat van filosoferen zijn, zouden we dan niet beter af zijn zonder filosofie? Als Doegin goochelaar was geweest of detectiveschrijver was de wereld beter af geweest. Studeren, lezen en schrijven, debatteren is niet goed in zichzelf. Ik vind dat Doegin bestudeerd moet worden – zoals Kal doet – om hem te weerleggen en niet, zoals in FVD-kringen gebeurt, om met zijn opvattingen te flirten.
Recensie door Floris van den Berg
De auteur is filosoof en schreef tal van boeken over atheïsme, feminisme, veganisme en liberalisme. Zijn laatste boek is Het spook van woke (uitgeverij Aspect).
Victor Kal, Poetins filosoof. Alexander Doegin, Prometheus, 2023
[1] In Filosofie Magazine stuitte ik op het artikel ‘De man achter Ruslands schimmige wereldpolitiek’ door Eduoard ten Houten uit 2012. De tijd die verstreken is tussen 2012 en 2023 laat zien dat het niet bij ideeën is gebleven. Ten Houten definieert de Doegin-doctrine als volgt: ‘[…] de Amerikaanse wereldhegemonie moet worden gebroken, en dat Rusland de enige is die dat kan.’