Het had waar kunnen zijn – Tim Verheyden

Het had waar kunnen zijn – Tim Verheyden

Op 23 juni 2016, de dag van het Britse referendum over het lidmaatschap van de Europese Unie, stuurde een leger van Russische trollen duizenden berichten met de hashtag #ReasonsToLeaveEU die dan verder massaal verspreid werden. Veel van die berichten leken te komen van ernstige organisaties en nieuwszenders, maar het betrof doorgaans fake news waarmee men de Britse kiezers aanzette om voor de Brexit te stemmen. In aanloop van de verkiezingen van 2016 in de VS verschenen berichten dat Hillary Clinton wapens verkocht aan Islamitische Staat en dat paus Franciscus de verkiezing van kandidaat Donald Trump steunde. Opnieuw betrof het nepnieuws dat misschien niet beslissend was voor het stemgedrag van de Amerikanen, maar ongetwijfeld een grote invloed erop had. Vanaf dan begreep men ten volle het grote gevaar van desinformatie die via Twitter en andere sociale media verspreid wordt om mensen te beïnvloeden. Een trend die zich verder doorzet.

Binnen de Vlaamse openbare omroep VRT volgt en bespreekt de journalist Tim Verheyden de invloed van sociale media en technologie op ons alledaags leven. Daarnaast maakte hij spraakmakende reportages voor Canvas en Pano zoals de tv-reeks Facebook & ik, en in 2018 een reportage over het extreemrechtse Schild & Vrienden waarin hij racistische, seksistische en antisemitische berichten op haar interne communicatiekanalen blootlegde, wat uiteindelijk leidde tot een gerechtelijk onderzoek. De reportage werd in mei 2019 bekroond met de Belfius-persprijs in de categorie Televisiepers. Onlangs verscheen van zijn hand het boek Het had waar kunnen zijn waarin Verheyden op zoek gaat naar de impact van desinformatie en fake news, en oplossingen formuleert over de manier waarop we daarmee kunnen omgaan.

Vanuit Rusland werden in 2016 Facebook-groepen gefinancierd die zich richtten op Amerikaanse burgers met uiteenlopende meningen over migratie. ‘De enige bedoeling was de polarisering op te stoken om zo de presidentsverkiezingen te beïnvloeden,’ aldus Verheyden. Het gaat hier dus niet om fake news, maar om ‘nep aangestuurd gedrag’ dat gebeurde via het Internet Research Agency (IRA), gevestigd is in Sint-Petersburg. Sinds de aanval van Rusland in Oekraïne is het IRA vooral actief in het verspreiden van pro-Kremlinberichten in Brazilië, Zuid-Afrika en India met als doel de antiwesterse sentimenten wereldwijd op te poken, zo schrijft de auteur.

‘Daarom ook steunt het Kremlin eurosceptische partijen, wat volgens Staatsveiligheid een strategie is om de invloed van Rusland binnen de Europese Unie te vergroten,’ aldus Verheyden. Zo weten men intussen dat Rusland steun verleent aan het extreemrechtse Rassemblement Nationale van Marine Lepen, en er bestaat een sterk vermoeden dat ook Brexiteers Russisch geld kregen om de campagne tegen de EU een duw in de rug te geven. Onvermijdelijk stelt zich dan de vraag of en in welke mate extreemrechtse partijen en politici, die voor de oorlog in Oekraïne nog vol lof waren over Poetin, zoals Filip Dewinter, ‘geholpen’ werden door het Kremlin. Verheyden legt ook uit hoe Facebook en Twitter mee Trumps leugen over de gestolen verkiezingen van 2020 verspreidde. Dat werd natuurlijk gretig opgepikt door extreemrechtse groeperingen als QAnon en de Proud Boys. Zelfs Gerolf Annemans tweette op 4 november 2020 al #StopTheSteal.

De hoeveelheid nepnieuws nam tijdens de verschillende coronagolven ook spectaculair toe.  Verheyden beschrijft hoe Bill Gates in tal van complottheorieën de gebeten man was. ‘Via vaccins zou Gates mensen met 5G-chips willen inspuiten om hen mentaal te controleren.’ Veel antivaxers raakten er via de sociale media van overtuigd dat Gates samen met big pharma en politici het hele corona-gedoe in elkaar heeft gezet. Bewijzen waren er niet, maar fake news loopt nu eenmaal sneller dan de waarheid. De auteur merkt ook scherp op dat er iets verschoven is in het complotdenken. Vroeger ging men nog uit van bepaalde ‘bewijzen’ om een compleet foute theorie te ondersteunen en te verspreiden. Dat laatste blijkt nu niet meer nodig: miljoenen mensen geloven in een ‘alternatieve waarheid’ zonder dat er enig bewijs voor bestaat. En wie die leugens met echte bewijzen doorprikt, wordt dan weer beschouwd als iemand die, samen met de politiek, wetenschap en traditionele media, meewerkt aan het wereldwijde complot.

Verheyden gaat ook dieper in op de psychologie van nepnieuws waarin de cognitieve dissonantietheorie van Leon Festinger een belangrijke rol speelt; op de eis van complotdenkers om pseudowetenschappers op dezelfde hoogte te plaatsen als echte wetenschap; op het gevaar van de antivax-fuik waarin zowel onwetende als wetenschappelijk geschoolde mensen op social media in terechtkwamen; over alternatieve feiten en het ontstaan van parallelle werkelijkheden; over hoe desinformatie families heeft verscheurd; op de eendracht tussen linkse, spiritueel geïnspireerde mensen met extreemrechts tijdens de antivax-betogingen; op de verspreiding van desinformatie via Russia Today dat gefinancierd wordt door Poetin’s regering teneinde het Westen te destabiliseren en te verdelen; op de complottheorie over The Great Reset waarbij een geheime (doorgaans vermeende Joodse) elite zich de wereldmacht zou willen toe-eigenen en absoluut moet gestopt worden; op de doodsbedreigingen die antivaxers steeds vaker uiten tegen wetenschappers.

En dan begon de oorlog in Oekraïne. Met een enorme overmacht aan wapens en manschappen viel het Russische leger op 24 februari 2022 het soevereine land binnen. En van in het begin draaide de Russische propaganda op volle toeren met video’s, beelden en teksten op sociale media om de Oekraëeners de schuld te geven. Die desinformatiecampagne via valse netwerken begon eigenlijk al in 2014 toen men de Krim binnenviel om er daarna een pro-Russisch nepreferendum te houden, (dat Vlaams Belangers Jan Penris, Frank Creyelman en Christian Verougstraete als waarnemers mee legitimeerden). Maar nu, aldus Verheyden, ‘komt de desinformatie rechtstreeks van de top van de Russische regering’ en draait de werkelijkheid om. Niet Rusland maar de Oekraïeners zouden hun eigen mensen doden. Wie dat in Rusland betwijfelt of bekritiseert, is strafbaar, en de Russen zelf zijn afgesneden van Facebook, Twitter en andere informatiebronnen en horen dus voortdurend het officiële, door Poetin gestuurde, narratief.  

De voorbeelden die Verheyden geeft van de desinformatie die door Poetin en Lavrov worden verspreid, zijn onthutsend. Heel zorgvuldig toont de auteur aan hoe burgerjournalisten hun leugens blootleggen, maar dat volstaat niet. Uit een aantal interviews met antivaxers en critici van de coronamaatregelen, blijkt hoezeer ze de traditionele media wantrouwen. ‘Mensen laten de media links liggen en gebruiken bijvoorbeeld WhatsApp als hun voornaamste bron van informatie,’ aldus Verheyden. Kunnen we dan rekenen op factchecks? Tot een paar jaar geleden was factchecken nog heel gemakkelijk, aldus de auteur, maar ook dat is niet langer evident. De toestroom aan fake news is zo groot dat het onmogelijk is om elk bericht op zijn waarachtigheid te controleren en zo nodig te weerleggen. Dat neemt niet weg dat de traditionele media, doorgaans met professionele journalisten die gehouden zijn aan een reeks deontologische regels, de plicht hebben om belangrijke informatie te checken en te dubbelchecken, hun publiek zo waarachtig mogelijk moeten informeren, en fake nieuws blijven counteren.

Het boek vormt één grote waarschuwing dat de verspreiding van valse berichten en doelgerichte politieke advertenties via de sociale media de democratie kunnen ondergraven. Dat is een boude uitspraak maar de voorbeelden die Verheyden geeft, zijn alvast beangstigend. Het Europees Parlement en de Europese lidstaten proberen fake news en haatberichten onder controle te krijgen, een moeilijke oefening omdat men niet mag raken aan de vrijheid van meningsuiting. Autoritaire landen als Rusland en China trekken zich daar niets van aan. Zij zeggen wat mensen moeten denken. Alles wat niet in hun kraam past, wordt er verboden, terwijl ze vrij spel geven aan trollen om westerse landen te ontwrichten. Het is een onthutsend feit dat al te weinig gekend is maar van bijzonder belang is in de geopolitieke strijd die momenteel gevoerd wordt, een wereldwijde strijd tussen het liberaal democratische maatschappijmodel enerzijds en het autoritaire model anderzijds.

‘Durf bullshit te benoemen, meer dan ooit. Maar laten we vooral weer met elkaar praten,’ zo besluit de auteur. Het is een nobele gedachte, maar het zal niet eenvoudig zijn om dit ook echt waar te maken. Daarvoor zijn veel tegenstellingen te diep en is het wantrouwen te groot. En met de verkiezingen van 2024 in zicht bestaat de vrees dat de polarisatie alleen nog maar zal toenemen. Dit vlot geschreven boek raakt aan belangrijke aspecten van de open samenleving en geeft ons inzicht in de kracht en het gevaar van de sociale media. Het verdient vijf sterren en moet dan ook breed gelezen worden.

 

Recensie door Dirk Verhofstadt

Tim Verheyden, Het had waar kunnen zijn, Pelckmans, 2022

Print Friendly and PDF
De canon van het sociaal contract - Hakan Sonmez

De canon van het sociaal contract - Hakan Sonmez

Vrijheid en plichten – Dirk Verhofstadt

Vrijheid en plichten – Dirk Verhofstadt