Nice Racism: How Progressive White People Perpetuate Racial Harm – Robin DiAngelo
The goal of my work is to make visible the inevitable racist assumptions held, and patterns displayed, by white people conditioned from living in a white supremacist culture. Robin DiAngelo
‘[..] white progressives can be more harmful than explicit racists’ (p. 5) merkt DiAngelo op in Nice racism. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig – dat dacht ik toen in dit boek las. DiAngelo beweert dat progressieve liberalen erger zijn dan expliciete white supremacists omdat die nice racists de status quo van het systeem instandhouden. Zij jaagt met haar boek en haar benadering bewust de progressieve liberalen in de gordijnen. Er is een tendens tot zelfkastijding binnen de woke gemeenschap. Het lijkt soms wel of de social justice warriors er plezier aan beleven om het boetekleed aan te trekken om als een calvinistische zondaar gebukt onder historisch schuldbesef zonden te belijden, zonder kans op absolutie. DiAngelo geeft namelijk geen absolutie aan witte mensen, behalve dan misschien een beetje aan zichzelf. Alleen als je je hele leven wijdt aan strijd tegen racisme en dat doet volgens de meest stringente politiek correcte normen van de woke gemeenschap, dan kun je misschien zeggen dat je goed bezig bent. DiAngelo is volgens haarzelf dus goed bezig, maar als je niet naar een woke cursus wilt of meent dat je het allemaal al weet en dat het niet voor jou bedoeld is, dan geef je daarmee aan dat je nog niet zo ver bent, dan toon je, in Newspeak, ‘white arrogance’. Immers: ‘Our [= white progressives‘ certitude that we are free of racism prevents us from any further growth and development.’ (p. 7)
Pas sinds ik woke literatuur lees word ik als lezer aangesproken op mijn ras, op mijn witheid (en op man zijn, cisgendered, middelbaar, heteroseksueel, hoogopgeleid, able bodied – het kan bijna niet erger). Het in het woke kamp bekende boek van Robin DiAngelo White Fragility had ik deels gelezen, maar weer terzijde gelegd – dat is het mooie van boeken, je kunt ze naar believen lezen of niet. Bij de progressieve boekhandel Bijleveld in Utrecht zag ik een poosje terug in de etalage haar nieuwe boek. Dat is een titel met een tegenstelling: nice gaat niet samen met racism. De ondertitel maakt DiAngelo’s punt duidelijk: How progressive white people perpetuate racial harm (2021). Ik koester het concept ergerplezieren: het lezen van opponenten waar je het zo mee oneens bent dat het hilarisch wordt. Ik besteed veel aandacht aan het lezen van opponenten die ideologisch ver van mij afstaan, waar ik het faliekant mee oneens ben of oneens mee denk te zijn. Een ondertitel die mij aanspreekt op mijn witheid en mij dan ook nog eens beschuldigt van het bestendigen van raciaal leed, is iets wat ik moeilijk kon negeren. Zodoende kocht ik het boek – bij Broese trouwens want toen ik het bij Bijleveld wilde kopen bleek het boek uitverkocht te zijn. DiAngelo’s boeken zijn populair onder wokies.
‘My goal is to help us [= witte mensen – FB] get out of denial about our racism and be less harmful to Black people and other people of color.’ (p. xiii) Hoe zou jij reageren als jij van racisme beschuldigd wordt? Word je dan defensief, boos, ga je uitgebreid betogen dat het niet zo is, ga je huilen (white tears), loop je boos of verontwaardigd weg (white rage)? Al deze reacties kunnen worden samengevat als witte kwetsbaarheid of white fragility en dit was het onderwerp (tevens de titel) van het vorige boek van DiAngelo. In Nice Racism richt zij zich tot witte mensen die zichzelf vooruitstrevend en links vinden. Ze richt zich tegen witte wokies die antiracistisch zijn, maar zich desalniettemin volgens DiAngelo niet genoeg bewust zijn van hun witte privileges en hun eigen racistisch gedrag of niet genoeg anti-racistische activiteiten ontplooien.
Ik vat de argumentatie van Nice Racism puntsgewijs samen:
1. In de westerse samenlevingen is er kansenongelijkheid en de facto ongelijkheid tussen witte en niet-witte mensen (DiAngelo spreekt van ‘racialized people’ of ook van ‘Black or colored people’. ‘Black wordt met een hoofdletter geschreven; ‘white’ niet). Die kansenongelijkheid en de facto ongelijkheid noemt DiAngelo racisme.
2. Witte mensen hebben voordelen van de witte dominantie in de samenleving. Die voordelen worden aangeduid als white privilege (en bestudeerd in white studies[1]).
3. Witte mensen hebben moeite te erkennen dat zij profiteren van een systeem dat witte mensen meer kansen biedt. Door geen actie te nemen blijft dit systeem in stand.
4. Vooruitstrevende witte mensen willen laten zien dat zij absoluut niet racistisch zijn, maar zijn dat, volgens DiAngelo, in hun houding, handelen en taal juist wel te zijn. Ook vooruitstrevende witte mensen, die antiracismecursussen volgen of zelfs geven.
5. Om het racisme uit de samenleving te bannen moeten witte mensen heropgevoed worden. Het aanleren van inclusief taalgebruik, oftwel wokespeak, is daar onderdeel van. Zij moeten hiervoor op cursussen en in praatgroepen. Die heropvoeding is echter nooit klaar. Niet-witte mensen moeten hierin het voortouw nemen met de heropvoeding van witte mensen – inclusief links-progressieven ‒ en witte allies als DiAngelo.
6. Witte mensen moeten stoppen met zich te verdedigen tegen de beschuldiging van racisme. Ze moeten deemoedig accepteren dat ze racistisch zijn en vragen (aan white allies als DiAngelo of gekleurde mensen) wat ze moeten en mogen doen. Niets doen of zwijgen is geen optie, immers ‘white silence is violence’. Het is voor witte mensen die het graag goed willen doen, reuze moeilijk om het goed te doen en op het juiste moment de goede opmerking te maken, in de juiste politieke correcte termen, in de juiste intonatie, aan de juiste persoon, met de juiste lichaamstaal en, niet te vergeten, de juiste intentie.
Zoals met veel woke termen dreigt er een semantische verwarring over het begrip racisme. Wanneer (witte) mensen het woord racisme horen, denken zij waarschijnlijk aan één van deze twee betekenissen:
1. Expliciet racistisch gedrag (geweld) of racistisch taalgebruik, zonder dat er sprake is van ironie of indirect citeren.
2. Discriminatie op basis van ras. Dat kan gaan om gedrag in de persoonlijke sfeer of om hoe met mensen wordt omgegaan in instituties.
DiAngelo bedoelt echter met racisme:
3. Al het handelen dat niet expliciet afstand neemt van de raciale kansenongelijkheid in de samenleving. Als je geen actie onderneemt om de raciale ongelijkheid of kansenongelijkheid op te heffen, ben je, volgens DiAngelo, een racist.
4. Als je beweert dat je GEEN racist bent, als je niet genoeg Zwarte vrienden hebt, als je te vriendelijk lacht naar Zwarte mensen, dan ben je, volgens DiAngelo, een racist. Als je zegt kleurenblind te zijn en niet te discrimineren, dan ben je nog steeds deel van een systeem dat witheid privilegieert.
Als de gemiddelde lezer bij racisme denkt aan betekenis 1 en 2, terwijl DiAngelo doelt op 3 en 4, dan ontstaat er een Babylonische spraakverwarring. Wanneer DiAngelo witte progressieven beschuldigt van racisme dan bedoelt zij niet dat deze mensen racistische opmerkingen maken of zelf discrimineren tegen niet-witte mensen! Nee, zij bedoelt dat witte mensen deel uitmaken van een systeem van kansen- en uitkomstenongelijkheid langs raciale lijnen. Witte mensen worden vervolgens boos en zijn verontwaardigd want zij zijn immers nette en vriendelijke mensen zonder een greintje racisme en bovendien ook nog tegen deze kansenongelijkheid, maar voor DiAngelo is dat niet genoeg om geen racist te zijn. Als je, volgens DiAngelo, deel uitmaakt van een onderdrukkend systeem, en je behoort (zonder vrije keuze, maar door geboorte) tot de klasse van geprivilegieerden, dan heb je automatisch schuld aan dat systeem en zul je je, volgens DiAngelo, tot het uiterste moeten inspannen om dat onrechtvaardige systeem neer te halen. Zij haalt ook Martin Luther King aan die doorgaans wordt beschouwd als een liberaal of gematigd strijder tegen racisme. DiAngelo citeert echter King uit zijn Letter from the Birmingham Jail: ‘Lukewarm acceptance [of racism and racial inequality] is much more bewildering than outright rejection.’ (p. 3)[2] DiAngelo merkt nog op: ‘The call to go slow and avoid conflict only serves the status quo of white comfort.’ (p. 4) Doelt ze hier op een revolutie om de gewenste veranderingen in één keer in te voeren?
Voor de duidelijkheid: met racisme bedoelt DiAngelo elk systeem dat leidt tot sociale ongelijkheid tussen mensen van verschillend ras. Wanneer Joe Biden opmerkt: [I have] Not a racist bone in my body! dan kan DiAngelo dat hekelen: Biden heeft immers de privileges van witheid. Hij profiteert, volgens DiAngelo, van een racistisch systeem. Biden is een voorbeeld van een nice racist – volgens DiAngelo.
Veel mensen, waaronder ik, menen dat racisme afneemt. Dat het racisme in de VS nu minder is dan in de jaren 1960 of dat de inclusie van niet-witte mensen in Nederland nu groter is dan 25 jaar geleden. Maar DiAngelo ziet geen enkele verbetering omtrent racisme, zij schrijft: ‘[…] I don’t think the younger generation is less racist than older ones. Most white people live in segregation, at the same time that racist ideology is circulating all around us.’ (p. 12)
Dat er sprake is van kansenongelijkheid in de samenleving staat buiten kijf. Dat moet voor een groot deel veranderd worden door instituties te veranderen. Het regelen in de VS van gezondheidszorg voor iedereen (Obamacare) zou een stap in de goede richting zijn, evenals omvorming van het schoolsysteem waarin er raciale segregatie is omdat witte kinderen naar betere scholen gaan omdat hun ouders dat kunnen betalen. De patstelling van raciale kansenongelijkheid moet ongedaan gemaakt worden. Dat zou gedaan kunnen worden via het linkse ideaal van volksverheffing enerzijds en het bestrijden van racisme (in betekenis 1 en 2) anderzijds. DiAngelo daarentegen legt de plicht tot handelen bij alle witte individuen: die moeten veranderen. Dat er misschien ook enige (mentaliteits- en gedrags) veranderingen aan de kant van niet-witte mensen zouden moeten komen, is niet aan DiAngelo besteed: zij legt de schuld volledig bij alle witte mensen
DiAngelo pleit voor interraciale vriendschappen. Dat klinkt sympathiek, maar je moet die zwarte vrienden dan wel betalen voor hun emotionele arbeid wanneer je met hen over racisme praat (en het is moeilijk voorstelbaar dat je volgens DiAngelo over een ander onderwerp zou kunnen praten). En mocht zo’n donkere vriend geen geld willen aannemen, dan moet je het geld maar overmaken aan een anti-racisme organisatie, in Nederland misschien naar Bij1? En daar zit geen greintje ironie bij.
DiAngelo’s boze bejegening van vriendelijke mensen komt reuze onsympathiek over.[3] Zij wil dat witte mensen inzien dat zij schuldig zijn aan het onrechtvaardige systeem. In plaats van te zoeken naar structurele oplossingen, zoekt DiAngelo haar heil in het nogal dwingend eisen van schuldbekentenissen van witte mensen die moeten toegeven dat, hoewel ze het zelf niet wisten, schuldig zijn aan racisme en zich, nu ze zich hiervan bewust zijn, zullen laten heropvoeden en hun leven zullen beteren. De extreem linkse oriëntatie van DiAngelo blijkt uit de analogie met heropvoeding en schuldbekentenissen in het communisme ten tijde van Stalin en Mao: ‘[…] I don’t think there will be structural transformation without personal transformation.’ (p. xiii)
DiAngelo zoekt niet naar inclusiviteit – dat zegt ze wel, maar het hele boek druist daar tegenin. Zij wil dat witte mensen zich nederig opstellen en zich deemoedig gedragen. Ze wil dat witte mensen hun plaats weten en hun geprivilegieerde plaats afstaan aan niet-witte mensen. DiAngelo generaliseert bewust over witte mensen en daarmee maakt ze zich schuldig aan (omgekeerd) racisme. Het is een contradictie in haar benadering: zij wil racisme met racisme bestrijden. Het lijkt er trouwens op dat DiAngelo niet streeft naar het klassieke liberaal humanistische emancipatiemodel waarbij het erom gaat obstakels weg te nemen totdat iedereen gelijk is. Zij lijkt te menen dat ras constitueel is voor iemands identiteit. Zij hangt een raciale identiteitspolitiek aan waarbij ras essentieel is voor iemands identiteit. De liberaal-humanistische ideologie is juist dat alle mensen in essentie gelijk zijn en dat verschillen tussen mensen er moreel niet toe doen en dat wij daar onze identiteit niet aan moeten ophangen, of er in ieder geval niet zwaar aan moeten tillen.
Het theoretisch kader van DiAngelo is, zoals zij zelf aangeeft, critical discourse analysis. Critical betekent niet ‘kritisch’, maar ‘behorend tot de postmoderne traditie met Michel Foucault als guru’, ‘discourse analysis’ gaat over het speuren naar ongelijke machtsrelaties in taal en maatschappelijke structuren. Volgens critical discourse analysis is de witte westerse samenleving een witnormatieve samenleving. DiAngelo deinst er niet voor terug om de westerse samenleving als white supremacist te definiëren. De onderdrukker is, volgens dit perspectief van machtsrelaties, dus de witte (westerse, heteroseksuele, cisgendered) man of die nu aardig doet of niet. Sterker nog: de aardige witte mannen zijn nog gevaarlijker dan de witte rednecks.
Een probleem bij DiAngelo’s benadering is haar methode. Zij stelt dat witte progressieven bijdragen aan ‘racial harm’ en zelfs meer nog dan de uitgesproken white supremacists die je in alt right en nog extremere rechtse kringen aantreft. ‘White people must understand how race shapes our own lives and how we are conditioned into complicity regardless of awareness or intention.’ (p. xiv)
Om beter grip te krijgen op aardig racisme, stel ik voor om ter vergelijking eens te kijken naar ‘aardig seksisme’: ‘Alle mannen zijn seksisten en aardige mannen zijn nog erger dan machomannen omdat aardige mannen het patriarchaat en hun mannelijke privileges in stand houden door niet structureel actie te ondernemen volgens de wensen van (radicale) vrouwelijke feministen.’ Als aardige en feministische man zul je een dergelijke typering waarschijnlijk niet als erg constructief ervaren. Je krijgt te horen dat jij – ondanks jouw welwillendheid – een groter probleem bent dan de botte seksisten! Dat is nogal een beschuldiging! Wat je eraan moet doen? Op cursus! Je moet hardop laten horen hoe geprivilegieerd jouw positie als man is en je moet actief worden in de anti-seksisme beweging, maar wel altijd tweede viool spelen.
DiAngelo is geobsedeerd door ras. Wat betekent ‘ras’ eigenlijk en in welke betekenis gebruikt DiAngelo de term? Volgens Van Dale gaat ras om genetisch overdraagbare uiterlijke kenmerken van mensen (onder andere gelaat, haar en huidskleur) op basis waarvan mensen in categorieën verdeeld kunnen worden en dikwijls wordt er langs deze lijnen gediscrimineerd. Uiterlijke kenmerken kunnen samengaan met een bepaalde cultuur van die groep. Mensen kunnen op allerlei verschillende manieren worden ingedeeld, maar raciale kenmerken zijn doorgaans in het oog springend en daardoor van invloed. Mensen zijn tribaal ingesteld en we hebben de neiging om de eigen tribe voor te trekken en om te discrimineren jegens buitenstaanders. Verwarrend is dat verschillende uitsluitingsmechanismen (vormen van discriminatie) tegelijk kunnen werken: gender, seksuele geaardheid, sociale klasse, religie, politieke ideologie, handicap, haarkleur etc. Verschillende soorten uitsluitingsmechanismen kunnen elkaar versterken. Als je zwart bent en vrouw en gay en gehandicapt en uit een arm gezin komt, dan krijg je met vijf uitsluitingsmechanismen tegelijk te maken. Het zich bewust zijn van verschillende soorten uitsluiting wordt intersectionalisme genoemd. DiAngelo komt uit de postmoderne school waar intersectionalisme als dogma wordt omarmd, maar zij geeft er een eigen draai aan. Volgens haar is er een hiërarchie van uitsluitingsmechanismen en is racisme de belangrijkste. DiAngelo wil de intersectionele benadering erbuiten laten. Haar slogan zou kunnen zijn: ‘racism first’ en ‘Make racism great again’. Alle andere vormen van uitsluiting komen daarna (al wordt er in haar boeken met geen woord gerept over de discriminatie van niet-menselijke dieren). DiAngelo wil niet dat witte mensen zich beroepen op andere vormen van uitsluiting of slachtofferschap. Zelfs al ben je daar slachtoffer bij, dan nog ben je als wit persoon onderdrukker in een racistisch systeem.
Waar DiAngelo met geen woord over rept is discriminatie door niet-witte mensen. Maar ook niet-witte mensen discrimineren. Discriminatie is niet voorbehouden aan witte mensen (was de wereld maar zo simpel). De reden waarom zij dit niet adresseert is, meen ik, dat DiAngelo focust op de westerse samenleving en op de kansenongelijkheid die daar zichtbaar is. De westerse samenleving is witnormatief en daarom is alles doordesemd met een witte normativiteit. Dit Foucaultiaanse machtsperspectief blokkeert echter het zicht op discriminatie en misstanden in groepen die gepercipieerd worden als slachtoffers, zoals niet-witte mensen, vrouwen, moslims, joden etc. Discriminatie van vrouwen in de islam is een onderwerp dat niet alleen buiten het zicht van DiAngelo ligt, maar ook van het hele intersectionele feminisme en de wokegemeenschap van social justice warriors.
DiAngelo wil dat witte mensen het boetekleed aantrekken – en aanhouden! ‒ en hun privileges afstaan aan niet-witte mensen. Witte mensen moeten in hun boetekleed levenslang op cursus en worden heropgevoed. De witte mens moet hervormd worden tot een Nieuwe Mens die de dogma’s van de woke ideologie zonder morren accepteert en zich daarnaar gedraagt. De wereld die DiAngelo voor ogen heeft, is geen wereld zonder racisme met gelijke kansen voor iedereen en met vrijheid van expressie hoog in het vaandel, maar een collectivistische cultuur waarin groepen raciaal zitten opgesloten en waar de vrijheid van handelen ondergeschikt gemaakt is aan reparaties van historische ongelijkheid en onderdrukking.
Dat zoveel witte mensen meegaan met de zelfbeschuldigingen van DiAngelo en bereid zijn te boeten is een vorm van cognitieve flagellatie. Dat deze witte mensen zwelgen in zelfbeschuldiging [dubbele spatie] moeten zij zelf weten. Beangstigend wordt het wanneer DiAngelo’s ideeën voet aan de grond krijgen in het onderwijs en de cultuursector. Niet elke oplossing voor een probleem is constructief. DiAngelo’s benadering leidt tot vergaande polarisatie, neoracisme en vooral tot heel veel boosheid en wrok. Wie schiet daar nu wat mee op?
Recensie door Floris van den Berg
Robin DiAngelo, Nice Racism: How Progressive White People Perpetuate Racial Harm, Beacon Press, 2021
Noten:
[1] Het aantal toegepaste ‘studies’ op universiteiten neemt razendsnel toe. ‘Studies’ zijn bijna altijd toegepaste sociologie vanuit postmodernistisch en met name foucaultiaans perspectief waarbij onderliggende machtsrelaties worden gedeconstrueerd. ‘Studies’ zijn een ideologisch gekleurde lens om mee naar de wereld te kijken. ‘Studies’ sluiten doorgaans andere perspectieven en wetenschappelijke theorieën uit. Voorbeelden van studies zijn: gender studies, queer studies, transstudies, Black studies, white studies, fat studies, boy studies, vegan studies.
[2] Er wordt helemaal niets gevraagd van de zwarte gemeenschap (denk aan criminaliteit, drugs, alcoholverslaving, eenoudergezinnen, zwarte misogynie, geweldsverheerlijking in zwarte gemeenschap, etc.).
[3] Een verwijt dat mij ook gemaakt wordt als ik het over veganisme heb. Een verschil is dat een vleeseter aantoonbaar slachtoffers maakt – er ligt immers een vermoord dier op diens bord. Bij veganisme is het morele probleem helder zwart/wit.