Waarheen met het deugdelijk bestuur? – Harold Van der Kraan
De recente discussies rond het brokkenparcours van Wouter Beke in de Vlaamse regering verhullen een oud zeer: wat zijn de contouren van politieke verantwoordelijkheid? Bovendien is de vraag wat de rol van de media de publieke opinie daarin is relevanter dan ooit. Feit is: Annemie Turtelboom moest destijds voor minder opstappen.
Neen, dit stuk is geen afrekening met het beleid van minister Beke. Laat de kiezer daar vooral over oordelen in 2024, in de veronderstelling dat de Limburger dan op een kieslijst figureert. Ongetwijfeld kan hij uitpakken met enkele concrete beleidsrealisaties waaronder de geslaagde vaccinatiecampagne. Toch overheerst in de publieke opinie – en in de eigen partijrangen – het beeld van een stuntelige minister die de laatste jaren allesbehalve een foutloos parcours reed. Met als voorlopig dieptepunt een open brief van zijn eigen partijvoorzitter in een Vlaamse krant. Pijnlijker wordt het niet. Correctie: het echte dieptepunt was – helaas - het overlijden van een kind in een crèche. Dat is niet de persoonlijke fout van de minister, maar het valt wel onder zijn politieke verantwoordelijkheid.
Zijn mediaoptredens achteraf hielpen bepaald niet om het beeld bij te stellen van een minister die zwalpend communiceert over wat er allemaal verkeerd loopt in het beleid. En ‘sorry zeggen’ is blijkbaar ook een concept uit het verleden, zoals Ivan De Vadder terecht opmerkt. Annemie Turtelboom moest destijds, omwille van een perceptie die op haar bleef kleven, voor minder opstappen. In de collectieve herinnering zit ook nog het ontslag van toenmalig minister Louis Tobback bij het dramatische overlijden van de 20-jarige Semira Adamu bij een verplichte repatriëring, omdat hij vond dat hij politiek verantwoordelijk was.
Dat er veel te doen is rond het functioneren van Beke, is ondertussen al een tijdje duidelijk. Zowel in de mediakanalen van het Mediahuis als die van DPG Media is Beke aangeschoten wild. Het is ook de rol van een kritische pers om te schrijven over beleidsfouten, slechte communicatie (al dan niet verkeerd begrepen) en interne partijtwisten. De sociale media zorgen voor een extra dimensie en vullen die kritische berichtgeving moeiteloos aan. Zo hoort het ook in een democratie waarin de vrije mening een absolute waarde is.
Maar is een politiek uitvoerend ambt even absoluut houdbaar in de tijd? Relatief. Voorlopig blijft de minister zitten, terwijl de druk verder toeneemt. Hoe lang nog? Laat ons daarvoor de vraag stellen: wat is deugdelijk? De Vlaamse overheid hanteert zelf het principe van deugdelijk bestuur. Deugdelijk bestuur omvat een aantal maatregelen over hoe organisaties bestuurd en gecontroleerd worden en op welke wijze daarover wordt gecommuniceerd naar de buitenwereld. Het is belangrijk dat de middelen waarover de publieke sector beschikt optimaal worden besteed en daarover ook verantwoording kan worden afgelegd. We zijn uiteindelijk allemaal aandeelhouder van diezelfde Vlaamse overheid.
Dat principe zou je, met een beetje goede wil, kunnen doortrekken naar de politieke verantwoordelijkheid. In casu een politicus die kan worden beoordeeld op het feit of er sprake is van ‘deugdelijk beleid’. Maar tegelijk zit ons parlementair systeem fundamenteel anders in elkaar. Het is pas als de meerderheid van de Vlaamse volksvertegenwoordigers geen vertrouwen meer heeft in een minister of de hele Vlaamse regering, dat ze de regering of de minister kan ‘ontslaan’. Maar in de feiten gebeurt dat natuurlijk niet. In realiteit is het de partijvoorzitter die behoorlijk wat macht en invloed heeft en daardoor wikt en beschikt.
Wouter Beke voerde op in 2019 zelf de forcing door Joke Schauvliege naar de uitgang te duwen. Voorlopig gelden er nu andere spelregels, al blijft het onduidelijk op wat die gebaseerd zijn. De vraag is dus: achter welk principe verschuilt Beke zich als hij zich niet echt kan beroepen op principes van deugdelijk bestuur en het parlement in deze zaak niet aan zet is? Al moeten we dat laatste tegelijk enigszins nuanceren: wordt het finaal toch wachten op de resultaten van de parlementaire onderzoekscommissie naar mistoestanden in crèches? En is het dan niet sowieso too little, too late?
Harold Van der Kraan