Wokabulary – Floris van den Berg
Er bestaat een groep die zich Feminists of Maastricht noemt. Die wilde gratis maandverband achterlaten in toiletten op de plaatselijke universiteit. Het universiteitsblad Observant maakte daarvan melding en beging daarbij de kapitale fout te spreken over ‘vrouwen’. Feminists of Maastricht beschouwt het woord ‘vrouw’ namelijk als discriminerend en eist dat er wordt gesproken over ‘mensen die menstrueren’, raakte vervolgens vertoornd en legde uiteindelijk de website van het universiteitsblad drie dagen plat door een ddos-aanval. Laat ik heel helder zijn, deze mensen zijn dwaallichten, onverdraagzame dwaallichten. En precies over dit soort mensen gaat het nieuwste boek van Floris van den Berg, die we van luiheid niet kunnen betichten, hij publiceert in een hoog tempo het ene na het andere filosofieboek waarin hij doorgaans actuele thema’s aansnijdt.
‘Woke’ en ‘wokisme’ vormen een zeer actueel thema waarin talloze begrippen over elkaar heen buitelen en voor je het weet ben je volledig verdwaald. Goed om eens orde in de chaos aan te brengen! Van den Berg besloot dit onderwerp samen te vatten in een ‘wokabulair’. En tot mijn niet geringe verbazing komt hij tot wel 176 pagina’s met lemma’s over het wokisme! Laat me hier onmiddellijk aan toevoegen dat dit een zeer welkom boek is, dat op zichzelf weer onderwerp van studie zou kunnen zijn, een sociologische studie wat mij betreft. Want er zijn een paar zaken die onmiddellijk opvallen bij lezing van dit boek: ‘wokisme’ komen we eerst en vooral tegen in de academische wereld en dan bij uitstek in de Angelsaksische en Amerikaanse academische wereld. Maar kijk naar de Feminists of Maastricht en stel dan vast dat het Nederlandse universiteitswereldje deze moderne vorm van political correctness wel heel snel heeft overgenomen. Een groot deel van de lemma’s is afkomstig uit het Engels en van den Berg heeft er, mijns inziens terecht, voor gekozen deze niet apart te vermelden maar gewoon alfabetisch lexicografisch op te nemen in de Nederlandstalige opsomming. De titel van het boek is Engels, dat dan weer wel.
Het wokisme tot slot lijkt zich te concentreren rond drie thema’s: gender, kleur en slavernij. Een willekeurige greep uit al deze lemma’s: ‘anti-intellectualisme’, we komen dit tegen bij al die wappies die zich verzetten tegen Corona-maatregelen, die een mening zwaarder laten wegen dan een wetenschappelijk feit. Gelukkig hebben we tegenwoordig een minister die het nadrukkelijk opneemt voor de wetenschap en de wetenschapsbeoefenaren. Ik moet bij dit lemma onmiddellijk denken aan Mao en Pol Pot, twee van de grootste misdadigers uit de wereldgeschiedenis bij wie intellectuelen en brildragers het ook al moesten ontgelden.
Het ‘recht op beledigen’ komt ook in deze lijst voor maar ik vermoed dat dat toch een onderwerp is waartoe de schrijver zich met name aangetrokken voelt en ik zie niet direct de link naar het wokisme. Hij verdedigt dit recht al heel erg lang maar ik geef de voorkeur aan de wijze waarop cartoonist Kurt Westergaard het formuleerde: “Niemand heeft het recht niet beledigd te worden”. Bij ‘biculturele taal’ merkt van den Berg op dat in de woke-cultuur wordt gepleit voor het afschaffen van het ABN omdat dat een vorm van taalkolonialisme zou zijn waardoor ongelijkheid alleen maar wordt vergroot. Ik gruwel van dit soort voorbeelden!
‘Birth giving people’. Ook mannen kunnen bevallen in de woke-wereld maar men vergeet dan (opzettelijk) te vermelden dat het daarbij altijd om transmannen gaat. Mannen kunnen niet bevallen natuurlijk, net zoals ik u en ik niet omhoog kunnen vallen. You can’t fuck physics. Bij het lemma ‘Blackness’ vermeldt van den Berg dat dit de evenknie is van ‘white supremacy’ maar dat ben ik niet met hem eens omdat het er bij blackness volgens mij niet om gaat de suprematie van het gekleurde bevolkingsdeel te benadrukken. Dat men in woke-kringen black en zwart met een hoofdletter schijnt te willen schrijven roept bij mij alleen maar acute ergernis op.
‘Campus activism’, maar al te vaak moeten we lezen hoe studenten sprekers die een hun onwelgevallige boodschap brengen boycotten en het spreken onmogelijk willen maken. Zulke studenten hebben in een academisch milieu echter niets te zoeken, ze hebben niet begrepen waartoe de alma mater in het leven is geroepen. ‘Gelijkheidsfeminisme’. Er schijnen mensen te zijn die menen dat genderverschillen uitsluitend sociale constructen zijn en dat biologische verschillen tussen mannen en vrouwen niet bestaan. Wat een dwaallichten!
Wat te denken van ‘huilkamers’ of knuffelruimtes (zie het lemma ‘puppy rooms’) op universiteiten waar studenten kunnen huilen of met kleine hondjes kunnen knuffelen als ze last hebben van tentamenstress. Ach wat word ik daar droevig van! Zulke studenten hebben op een universiteit toch niets te zoeken?! En wat te denken van ‘SWERF’, Seks Worker Exclusionary Radical Feminist, feministen die menen dat sekswerkers per definitie niet geëmancipeerd zijn en dus ook niet worden opgenomen in de strijd voor gelijke rechten!?
Op de achterflap lezen we dat de schrijver zich ook verzet tegen doorgeslagen anti-wokisme. Ik waardeer het in hem dat hij zijn best doet de lemma’s zo neutraal mogelijk te presenteren maar bij vele lemma’s, ik vermeldde er hierboven een paar, kun je je bijna niet onttrekken aan een uitgesproken mening. Persoonlijk vind ik de genderfluïditeit bij veel jonge mensen van nu heel verfrissend. Ik heb er in ieder geval geen enkele moeite mee wanneer mensen zich niet direct vast willen laten pinnen op fysieke functies die ze bij hun geboorte mee hebben gekregen.
Maar of die fluïditeit onmiddellijk moet worden uitgedrukt in identiteit vastleggende benamingen of kwalificaties, waag ik te betwijfelen. En over kleur kunnen we heel duidelijk zijn: het is mooi hoe bereid wij zijn vluchtende Oekraïners zonder ook maar de geringste beperking in ons midden op te nemen, maar die bereidheid staat wel in heel schril contrast tot onze onbereidwilligheid asielzoekers en vluchtelingen uit andere delen van de wereld op te vangen, om nog maar te zwijgen over de manier waarop gekleurde vluchtelingen uit Oekraïne aan de grenzen worden gedwarsboomd. En als het over slavernij gaat schaar ik me zonder enige terughoudendheid achter diegenen die een aantal standbeelden uit de publieke ruimte willen verwijderen, J.P. Coen verdient geen standbeeld, heeft nog nooit een standbeeld verdiend en het zou goed zijn als we die historische blunder durven corrigeren.
Maar voor het overige moet ik hier wel opmerken dat mijn ergernis over dit woke-gedachtegoed tijdens lezing van dit naslagwerk – want dat is het, een naslagwerk – alleen maar toenam. Of ik doorgeslagen ben in mijn anti-wokisme, dat mag u dan weer beoordelen. Hoe het ook zij, dat komt vooral doordat er uit heel veel lemma’s onverdraagzaamheid spreekt. Kijk maar naar het voorbeeld waar ik deze recensie mee begon. Dat neemt niet weg dat ik dit een zeer verhelderend boek vind waarvan ik hoop dat het snel zijn weg vindt naar alle universiteitsbibliotheken en media-redacties. Benieuwd of dit naslagwerk nog woke-woede genereert, het zou me niet verbazen. Ik kan u dit boek in ieder geval van harte aanbevelen, het toont u een zeer behoorlijke staalkaart van het woke-gedachtegoed. En ik vermeld het hier nog maar een keer: ik heb het idee dat van den Berg zijn uiterste best heeft gedaan de lemma’s zo objectief en nauwgezet mogelijk toe te lichten.
Dit woordenboek heeft echter ook iets anders blootgelegd: de onbedwingbare neiging van mensen om overal hun eigen bubble voor op te eisen. Ik ben nog opgegroeid in een verzuilde samenleving en we meenden erop vooruitgegaan te zijn toen die zuilen werden ontmanteld. Maar zie wat we ervoor in de plaats krijgen. Voor mij is dit woke gedachtegoed uiteindelijk zeer verontrustend omdat het anti-wetenschappelijk of wetenschap-vijandig is. En wat natuurlijk buitengewoon stoort is de onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Woke mensen gedragen zich daadwerkelijk als gedachtenpolitie en dat is ronduit zorgwekkend.
Maar hoe het ook zij, ik meen dat het buitengewoon zinvol is dat dit boek nu verschenen is.
Recensie door Enno Nuy
Floris van den Berg, Wokabulary, Uitgeverij Aspekt, 2022, 176 pagina’s