Europa. Een blik achter de schermen - Rudy Aernoudt

Europa. Een blik achter de schermen - Rudy Aernoudt

Exact drie weken na de start van de Russische inval in Oekraïne valt dit boek op de deurmat. De vraag is of het nog relevant is nu Europa na de inval op haar kop is gezet. Het antwoord is volmondig ja. Meer nog, het bekijken van dit boek door de bril van de recente gebeurtenissen in Oekraïne versterkt alleen maar de boodschap. ‘Hoe dieper de crisis, hoe meer er mogelijk is’ schrijft de auteur. De Oekraïne crisis heeft in drie weken mogelijk gemaakt wat in de decennia daarvoor onmogelijk bleek. Een Europa dat met één stem spreekt, dat snel handelt, dat eensgezind sancties afkondigt, een Europa dat zijn defensie serieus begint te nemen en daarmee terugkeert naar waarom het allemaal begon in de jaren vijftig van de vorige eeuw, met name het vermijden van oorlogen tussen de Europese landen. Dit doel was politiek, het middel was economisch. Door de economieën in elkaar te vlechten zou oorlogsdreiging op de achtergrond verzeilen. ‘Handel verzacht de zeden’ zei Montesquieu al in de 18e eeuw.

Dit boek brengt de ontstaansgeschiedenis van Europa in herinnering. Hoewel al zo veel keren geschreven en verteld is het nog altijd nuttig en nodig om oog te hebben voor de bestaansreden van Europa en om de vele stappen te schetsen die Europa sindsdien gezet heeft, van douane-unie, over interne markt en de politieke unie tot de euro. De auteur is daarbij niet blind voor wat er verkeerd is gelopen. De complexiteit van de besluitvorming, de bureaucratisering (de ‘Eurocratie’), de reglementitis, de kloof met de burger (het ‘democratisch deficit’). Deze smetten op het blazoen worden niet geschuwd en de auteur kan ze illustreren met massa’s anekdotes van binnenuit, hij werkt er.

Hij blijft evenwel een optimist en ziet doorheen de minder goede kanten van Europa ook de kansen om het tij te keren en van Europa een instrument te maken dat de levenskwaliteit van de burger kan verbeteren. Daartoe moet eerst en vooral aan de architectuur van Europa worden gewerkt. Het logge bureaucratische apparaat, de ‘moloch’ moet afgeslankt worden. Het leger van 50.000 ambtenaren is te groot (hoewel dit natuurlijk erg meevalt in vergelijking met de 80.000 ambtenaren van de Belgische federale overheid). Maar er zijn inderdaad mogelijkheden zoals de afschaffing van praatbarakken zoals het Comité van de Regio’s en het Economisch en Sociaal Comité. Daar heeft de Commissie al lang een beter alternatief voor gevonden, met name de stakeholdersraadpleging waar het bij elk nieuw belangrijk beleidsvoorstel gebruik van maakt en waar ook de regio’s en de sociale partners hun stem kunnen laten horen. Europa moet ook zijn activiteiten inperken tot waar het echt een meerwaarde kan bieden. De auteur somt ettelijke voorbeelden op van projecten waar Europa tijd en geld insteekt zonder dat er een meerwaarde is van het Europese niveau. Zo kunnen de activiteiten van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Globalisatiefonds of het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie perfect ook op nationaal of subnationaal niveau worden uitgevoerd. Ook moet Europa stoppen met zijn fixatie op het dempen van de economische kloof met de VS. Even rijk worden als de Amerikanen kan niet de essentie zijn van de Europese eenmaking.

De pandemie bood al een voorafspiegeling van waar Europa toe in staat is in tijden van crisis. Vooral de introductie van een systeem van gemeenschappelijke schuldfinanciering om de financiële gevolgen van de pandemie te betalen is een mijlpaal die bereikt werd, nadat er eerder decennialang vruchteloos over gedebatteerd werd. De Oekraïne crisis heeft dit proces nog versneld.

‘Pièce de résistance’ van dit boek zijn de twaalf werken van Hercules die in het afsluitende hoofdstuk worden gepresenteerd. Ze vormen de concretisering van de pragmatische benadering die de auteur voorstaat ten aanzien van Europese integratie. Deze pragmatische aanpak staat tegenover de ‘Eurofolie’ aanpak van mensen als Guy Verhofstadt, Valéry Giscard d’Estaing en Helmut Schmidt die veel te ver willen gaan in hun integratiepogingen en daarbij de publieke opinie verliezen. Hij staat ook tegenover de Eurofobische houding van extreemrechts zoals uitgedragen door politici als Le Pen, Farage, Wilders edm. De pragmatische benadering van Europa houdt in dat voor elk beleidsdomein de vraag wordt gesteld of we het Europees, nationaal of regionaal aanpakken.

De twaalf werken gaan dieper in op twaalf van die beleidsdomeinen en bieden de antwoorden op de in de pragmatische benadering gestelde vragen. Het zou ons te ver voeren om al deze werken te bespreken, daarom kiezen we er enkele van de meest opvallende uit. Het eerste werk is het Erasmusprogramma dat studenten toelaat een stuk van hun studies in het Europese buitenland te doen. Terecht wordt gewezen op de sterke positieve impact van dit programma dat de auteur daarom wil uitbreiden. Elke student zou op Erasmus moeten, in plaats van één op vijf nu.

Een ander werk dat eruit springt is de klimaatwerf. Spijtig genoeg geraakt de auteur hier niet verder dan een beschrijving van wat er nu al allemaal gaande is zonder iets toe te voegen (het Fitfor55 pakket, het emissierechten systeem en het Carbon Border Adjustment System). Sterker komt de auteur voor de dag op het terrein waar hij zelf specialist is, met name ondernemerschap, bedrijfsfinanciering en het innovatie-element ervan. Zo is er het pleidooi voor de ‘reshoring’ van bedrijven die in de afgelopen decennia het continent hebben verlaten. Naar analogie met de VS en het VK zou Europa een dienst moeten creëren die actief bedrijven opzoekt en begeleidt bij de terugkeer. Het stimuleren van het ondernemerschap is een ander dergelijk verhaal. Europa zou het voortouw kunnen nemen door een klimaat te creëren van respect voor ondernemerschap. Daarop voortbouwend moeten startups nog meer aangemoedigd worden door een betere toegang tot startersfinanciering, het verlagen van administratieve lasten en het creëren van een ondernemersvriendelijke sociaaleconomische omgeving. Ook bij het doorgroeien moeten ze verder gesteund worden door aangepaste financieringsmodaliteiten die deze bedrijven in Europa houden. Nu zien we ze nog teveel vertrekken naar de VS. Samenwerking tussen bedrijven op het vlak van technologische ontwikkeling moet daarbij worden gestimuleerd.

Er is nog een lange weg te gaan vooraleer we zullen kunnen spreken van een nieuw, krachtig en welvarend Europa. De verdienste van dit boek is dat de bakens waarlangs de weg loopt worden uitgezet. Misschien moet Europa om de boodschap beter over te brengen nog eens één van zijn fameuze letterwoorden lanceren: MEGA of Make Europe Great Again!

 

Recensie door Frank Naert

Rudy Aernoudt, Europa. Een blik achter de schermen, Intersentia, Antwerpen-Gent-Cambridge, 2022.

Print Friendly and PDF
Wokabulary – Floris van den Berg

Wokabulary – Floris van den Berg

Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? - Astrid Elbers

Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? - Astrid Elbers