Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? - Astrid Elbers
Van activisme tot cancelcultuur en (zelf)censuur. Vormt woke een bedreiging voor de vrijheid van denken? Dat was de titel van een symposium dat op zaterdag 19 maart 2022 plaatsvond aan de Universiteit Antwerpen. Het was een initiatief van het Humanistisch Verbond, de Vrijzinnige Dienst van de Universiteit Antwerpen en het Atheïstisch Platform in samenwerking met boekhandel De Groene Waterman.
De aankondiging van het symposium deed heel wat stof opwaaien. De organisatoren kregen mails – waarvan er ook mij als toehoorder enkele bereikten – met verontwaardigde reacties: de aankondiging zou tendentieus geformuleerd zijn, er was geen diversiteit onder de sprekers, de sprekers waren ‘gebiast’… De rector van de Universiteit Hasselt weigerde zelfs deel te nemen aan het afsluitende rectorendebat, omdat hij een zekere framing ontwaarde in de uitnodiging.
Gezien de diversiteit van het panel zijn deze reacties op zijn minst eigenaardig te noemen. De organisatoren hadden duidelijk een krachttoer uitgehaald om te zorgen voor een grote variatie bij de sprekers wat betreft opleidingsachtergronden, professionele carrières – zowel academische als niet-academische –, leeftijd, geslacht – hoewel de vrouwen in de minderheid waren –, afkomst en opinies.
Deze reacties op de aankondiging van het symposium lijken dus al een eerste indicatie dat woke wel degelijk de vrijheid van denken bedreigt.
Laat me even ingaan op enkele punten uit het debat.
Wie en wat is woke? Daar was het eerste deel van het symposium aan gewijd. Mia Doornaert – onafhankelijk expert in internationale betrekkingen en gewezen journalist bij De Standaard (waar zij nog steeds tweewekelijks een column in schrijft) – benadrukte dat de positie van vrouwen en minderheidsgroepen sterk verbeterd is dankzij de sociale strijd die decennialang gevoerd werd. Deze strijd is echter totaal doorgeschoten. Dat is ‘woke’. De strijd is doorgeschoten in die mate dat wetenschap en rede het moeten afleggen tegen onwetenschappelijk denken en emoties. Vroeger was een rationeel debat mogelijk. Nu wordt de ‘tegenstander’ al bij voorbaat afgemaakt, omdat hij niet de juiste huidskleur, het juiste geslacht, het juiste gender … heeft en wordt elk debat dus onmogelijk. Kop van jut is daarbij de ‘heteroseksuele, witte man’. Luc Sels, rector van de Katholieke Universiteit Leuven, gaf later tijdens het rectorendebat overigens aan dat sommige wokies zelfs weigerden een gesprek met hem aan te gaan, omdat hij een ‘bange, blanke, witte man’ is. De ‘bange, blanke, witte, heteroseksuele man’ mag voor de wokies dan wel een vaststaande categorie zijn, de ‘vrouw’ is dat allerminst, aldus Doornaert. Telkens opnieuw wordt in vraag gesteld wat een ‘vrouw’ is. Onder andere door de polemiek rond transpersonen is het nu in sommige kringen zelfs niet meer politiek correct om over ‘vrouwen’ te spreken, maar moet men het hebben over ‘wezens met vagina’s’ of ‘menstrueerders’. Vrouwriendelijk is deze houding allerminst.
De andere criticus van de wokebeweging, Paul Boonefaes – taalkundige, ondernemer en auteur van het boek Zwijg! Waarom woke niet deugt (2021) –, zag de oorsprong van woke heel anders dan Doornaert. Volgens hem is woke geen uitwas van een sociale strijd. Woke is een fenomeen dat uit de Verenigde Staten is overgewaaid, maar geenszins haar wortels heeft in de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig. Woke dient immers geen emancipatorisch doel. Integendeel. Het duwt minderheden steeds dieper in het slachtofferschap, omdat ze daar status aan ontlenen. Woke komt dan ook voort uit het slechtste wat de twintigste eeuw heeft voortgebracht, onder andere uit het cultuurmarxisme, het postmodernisme en de intersectionaliteit. Ook Europa leidt ondertussen onder de dictatuur van woke. En dat is geen marginaal fenomeen. In alle culturele instellingen, in de academische wereld, in de media, in de internationale instellingen, in het World Economic Forum … is woke dominant, aldus Boonefaes. Mensen die daarop kritiek geven, kunnen dus niet zomaar weggezet worden als lui die ‘de status quo’ willen verdedigen.
Dat laatste was meteen een kritiek op em. prof. dr. Eric Corijn, die verbonden was aan de Vrije Universiteit Brussel als hoogleraar stadsstudies. Corijn zag geen dreiging in woke. De kritiek dat de media de laatste decennia verkleuterd zijn en het academische achteruitgegaan is, is terecht. Maar dat komt niet door woke, aldus Corijn. Aan de academische wereld is er door contractonderzoek bijvoorbeeld minder plaats voor vrij onderzoek.
Dat er andere, misschien nog ernstigere, bedreigingen zijn voor het open debat en het academische onderzoek, lijkt me naast de kwestie. Het maakt woke daarom niet minder gevaarlijk.
Corijn noemde woke ook een erg schimmige categorie. Het is helemaal niet duidelijk wat dit begrip precies inhoudt. Woke in het feminisme, in Black Lives Matter … zijn allemaal verschillende dingen, aldus Corijn. Deze bewering van Corijn is echter feitelijk onjuist. Intersectionaliteit – de opvatting dat de maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen (ras, geslacht, geaardheid …) die elkaar snijden – is immers een belangrijk ingrediënt van de woke-ideologie.
Het klopt wel dat er geen eenduidige definitie is van woke – een argument dat vaker terugkwam tijdens het symposium – maar dat wil geenszins zeggen dat woke niet bestaat. Als je op zoek gaat naar een eenduidige definitie van racisme, zal je die overigens ook niet vinden.
Erger nog is dat Corijn beweerde dat er volgens hem geen empirisch materiaal is om de dreiging van woke aan te tonen. Over woke-incidenten in academia zijn inmiddels boekenkasten vol geschreven. Recente publicaties daaromtrent konden we ons zelfs aanschaffen bij de boekenstand voor het auditorium waar het symposium plaatsvond. Ook op YouTube vinden we inmiddels heel wat getuigenissen. Zo getuigt Anna Krylov – hoogleraar chemie aan de University of Southern California – over de richtlijnen van de Royal Society of Chemistry (RSC) voor auteurs om aanstootgevende woorden, afbeeldingen … in publicaties te vermijden. Interessant gegeven: wat ‘aanstootgevend’ is, wordt louter door de perceptie van de ontvanger bepaald, niet door de intentie van de auteur. Krylov heeft het ook over de steeds langer wordende lijst van ‘onderdrukkende termen’ die voor de natuurwetenschappen aangelegd werd. Daarin vinden we onder andere ‘quantum supremacy’. Deze term ligt onder vuur wegens ‘racistisch en koloniaal’. De huidige toestand doet Krylov – die geboren is in Oekraïne en onder andere studeerde in Moskou – sterk denken aan de Sovjettijd, waarin bepaalde disciplines, zoals genetica, werden afgedaan als ‘burgerlijke pseudowetenschap’.
Dat begrippen door de geschiedenis heen een andere betekenis krijgen, in andere contexten gebruikt worden, in gebruik of juist in onbruik geraken … zijn normale processen. Wat echter niet normaal is, is dat groepen mensen – vaak is zelfs niet geweten wie – opeens bepalen dat sommige termen offensief zijn en niet meer gebruikt mogen worden. Dat doet erg denken aan Orwelliaanse Newspeak.
Los van de vraag waarin de wokebeweging haar oorsprong vindt – wel of niet in een nobele sociale strijd – blijft de vraag of haar huidige strijd tegen ‘structureel racisme, uitbuiting …’ gerechtvaardigd is. Dat hangt in de eerste plaats af van het antwoord op de vraag of er effectief structureel racisme en uitbuiting is in onze samenleving. Volgens Corijn is dit het geval. Volgens Dyab Abou Jahjah – publicist en leerkracht – en Boonefaes niet. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen (cultureel) racisme is, aldus Abou Jahjah, maar dat is van een heel andere orde.
Het feit dat de wokebeweging zo goed gedijt in onze contreien, lijkt ons een argument te geven pro het gelijk van Abou Jahjah en Boonefaes wat dat laatste punt betreft. De acties van woke zijn dan een mooie illustratie van het ‘Tocqueville-effect’: het verschijnsel dat de sociale frustratie sneller toeneemt naarmate de kansen verbeteren.
Om Hannah Arendt even aan te halen die ook brandend actueel is voor dit wokedebat: voor Arendt waren ideologieën verderfelijke, pseudowetenschappelijke, politieke wapens. Echte ideologieën zijn echter zeldzaam, aldus Arendt. Meestal gaat het om losse ideeën. De enige echte ideologieën waren volgens Arendt het marxisme en het racisme.[1] Dat was anno 1951. Helaas zijn we goed op weg het ‘woke-isme’ daaraan toe te voegen.
Woke heeft wel degelijk al heel wat schade aangericht in onze samenleving. En dan hebben we het niet enkel over individuele incidenten. Het afbrokkelen van de intellectuele diversiteit is misschien wel het grootste probleem. Om een voorbeeld te geven: Kevin Mims, freelanceschrijver uit Sacremento (VSA), schreef begin 2020 in Quillette al een artikel over de sterk afgenomen diversiteit bij de genomineerden en winnaars van de National Book Awards de laatste tien jaar. Als huidskleur en geslacht een criterium zijn, dan mag de organisatie zich op de borst kloppen: op dat vlak is de diversiteit inderdaad toegenomen. Op zowat alle andere vlakken vormen zij in tegenstelling tot enkele decennia geleden echter een bijzonder homogene groep vandaag: ze schrijven zich aan dezelfde elitecolleges in, behalen gevorderde graden in Engels of creatief schrijven, en gaan tot slot lesgeven in diezelfde kring van elitescholen. En uiteraard weerspiegelt zich dat in de inhoud van de literatuur.
Als besluit kunnen we dan ook zeggen: laten we niet wachten tot de situatie in Europa even ernstig is als in de Verenigde Staten. Laten we ook niet wachten op Sovjettoestanden waarbij wetenschappelijke disciplines opnieuw onder vuur komen te liggen alleen al omdat toevallig de ‘verkeerde’ mensen ze bedrijven. En laten we zeker niet wachten op een eenduidige definitie van woke – die er nooit zal komen – om in actie te schieten.
Astrid Elbers
De auteur is kernlid van Liberales
[1] Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism, Penguin Books, London, 2017 (eerste uitgave 1951), p. 207.