Met elkaar, voor elkaar – Patrick Loobuyck
Een van de meest opvallende maatschappelijke tendensen van de afgelopen twee decennia is de toenemende polarisatie, de versterking van tegenstellingen tussen partijen en bevolkingsgroepen. Veel politici zoeken niet langer naar een gemeenschappelijke oplossing of een eerbaar compromis, maar trekken zich terug in hun eigen gelijk en leggen de schuld voor alles wat misloopt bij de ander. Vooral nationalisten, populisten en extreemrechtse politici hanteren op radio, televisie en sociale media openlijke scheldpartijen, ruw taalgebruik, fake news, beledigingen en zelfs bedreigingen ten opzichte van al wie het niet met hen eens is. Zo voeden ze voortdurend de angst en onzekerheid bij de burgers die, gestuurd door de algoritmes van Twitter en Facebook, alleen maar nieuws en meningen voorgeschoteld krijgen die aansluiten bij het eigen grote gelijk en zo in diverse kampen terechtkomen. Dat zien we duidelijk bij de debatten over migratie en de coronacrisis.
Wat migratie betreft, is het een feit dat we niet enkel leven in een multiculturele samenleving, maar ook steeds meer in een multireligieuze samenleving met mensen met verschillende, soms tegengestelde waarden en normen. Extreemrechts voedt de angst tegenover allochtonen en nieuwkomers en spiegelt de burgers een eenvoudige, maar onrealistische oplossing voor door de grenzen te sluiten en niet langer rekening te houden met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Hetzelfde gebeurde in de VS onder Donald Trump die in 2016 de Mexicanen ‘drugdealers, criminelen en verkrachters’ noemde en beloofde een muur te bouwen tussen de VS en Mexico waardoor het migratieprobleem in één klap zou opgelost zijn. Aan extreemlinkse kant klinkt dan weer dat we binnen de multireligieuze samenleving groepsrechten moeten aanvaarden, waarbij we geen kritiek zouden mogen uiten op culturele en religieuze gewoontes en tradities die ingaan tegen de individuele vrijheid.
Eenzelfde polarisatie zien we bij de coronacrisis. Mede onder impuls van belangrijke bewindvoerders zoals Trump in de Verenigde Staten, Poetin in Rusland, Modi in India en Bolsonaro in Brazilië werd het gevaar voor Covid 19 geminimaliseerd, en gaf men voeding aan coronaontkenners, antivaxers en complotdenkers die zich keren tegen de maatregelen in zowat alle landen. Daartegenover staan dan weer een aantal politici, intellectuelen en wetenschappers die juist harder willen ingrijpen om het virus aan banden te leggen. Op 25 oktober 2021 legde de Chinese overheid een complete lockdown op aan de stad Lanzhou nadat er 29 besmettingen werden vastgesteld. Op diezelfde dag stelde men in ons land bijna 10.000 besmettingen vast waarna men opnieuw de mondmaskerplicht invoerde voor winkels en een coronapas voor de horeca en festivals. In het onvrije China hoorde men geen protesten, hier des te meer.
Het is niet eenvoudig om in deze gepolariseerde wereld, en geconfronteerd met zoveel haat, rancune en leugens, minzaam en respectvol te blijven. Ondanks de bijna 250 miljoen besmettingen en zowat tien miljoen doden die het coronavirus intussen wereldwijd maakte, blijven heel wat mensen deze pandemie minimaliseren. Terwijl de ziekenhuizen vol liggen en de capaciteit om IZ-zieken te verplegen onhoudbaar wordt, blijft de tegenstand tegen beperkende maatregelen even groot. Ook in ons land raken veel maatregelen om het virus in te dijken aan de essentie van de liberale democratie die de vrijheid van het individu juist centraal stelt. De lockdown, de avondklok, de coronapas, de verplichte mondmaskers en andere maatregelen knabbelen aan de persoonlijke vrijheid die velen zo dierbaar zijn. We staan met getrokken messen tegenover elkaar en weigeren nog om op een redelijke manier met elkaar te praten.
Vandaar het belang van het boek Met elkaar, voor elkaar van de Gentse moraalfilosoof en hoogleraar Patrick Loobuyck, met als ondertitel De kunst van het samenleven in crisistijd. Hij erkent de bestaande spanningen rond migratie en het coronavirus, waarbij een aantal van onze vrijheden worden ingeperkt, maar hij weigert consequent de kant te kiezen van een van de extremen. Voor hem kunnen we maar harmonieus samenleven voor zover we ons houden aan een aantal gedeelde uitgangspunten die hij de ‘overlappende consensus’ noemt, overeenkomstig de ideeën van de Amerikaanse filosoof John Rawls. Loobuyck hanteert de techniek van wat hij het ‘combinatiedenken’ noemt, waarbij hij zich voortdurend openstelt ‘voor nieuwe informatie die het beeld van de werkelijkheid verrijkt en genuanceerder maakt’. Dat is een totaal andere denkwijze dan die van activisten die zich weigeren open te stellen voor feiten die niet in hun eigen kraam passen. Dat laatste ontaardt doorgaans in een dovemansgesprek en polarisatie in de samenleving, zeker over zaken als een lockdown, de avondklok, de coronapas, de verplichte mondmaskers enz.
De moraalfilosoof gebruikt die elementen om dieper in te gaan over de betekenis van vrijheid, de waarde van de democratie, kritisch denken, burgerzin en individuele verantwoordelijkheid. Wat de vrijheid betreft stelt Loobuyck dat we de voorbije jaren nog nooit zoveel vrijheid hebben moeten opgeven, maar dan wel ten bate van de volksgezondheid en de vrijheid van anderen. Hij verwijst hiervoor naar het schadebeginsel van John Stuart Mill en het rechtvaardigheidsbeginsel van John Rawls. We aanvaarden een aantal belemmeringen, zoals de mondmaskerplicht, niet enkel voor de eigen veiligheid, maar ‘om die van anderen te beschermen én om de werking van de ziekenhuizen en intensivecareafdelingen voor iedereen te kunnen blijven garanderen’. Loobuyck beseft echter heel goed dat die strenge regels ook heel wat andere schade hebben berokkend, bv. dat nabestaanden geen afscheid konden nemen van overledenen. Het verbod om naar een tweede verblijf te mogen gaan of op een bankje te gaan zitten noemt hij ronduit buitenproportioneel.
Moeten we de vrijheid inperken om het virus in te dijken? De liberale filosoof Michael Ignatieff stelt in zijn boek Het minste kwaad dat elke maatregel die bepaalde rechten en vrijheden van minderheden of individuen inperkt, getoetst moet kunnen worden door de wetgevende en de rechterlijke macht, en zo voegt hij er expliciet aan toe, aan de vrije pers. Volgens hem zijn dergelijke maatregelen alleen aanvaardbaar als ze tijdelijk zijn, als ze de schade zoveel mogelijk beperken (het minste kwaad) en als ze aan een kritisch toezicht van een open democratisch systeem worden onderworpen. Zo kan men veel vragen stellen bij het groeiend aantal camera’s die het doen en laten van de burgers kunnen volgen. En hij wijst op het gevaar van misbruiken die kunnen voortvloeien uit bepaalde overheidsbeslissingen. Neem bijvoorbeeld de beslissing van de N-VA burgemeester van Willebroek die de avondklok niet enkel in de strijd tegen het coronavirus wou toepassen maar ook op luidruchtige jongeren in zijn gemeente, een compleet ongrondwettelijke maatregel.
Ook de waarde van de democratie wordt door sommigen in vraag gesteld wegens te trage en niet eenduidige besluitvorming. Dat is volgens Loobuyck geen reden om het autoritarisme zoals onder meer in Singapore en China te omarmen, of over te gaan tot een soort ‘virocratie’ waarbij experten de beslissingen zouden nemen. ‘In een democratie geldt steeds het primaat van de politiek’, schrijft Loobuyck. Hij stemt in met de visie van de filosoof Karl Popper dat de politiek zich aan de wetenschappelijke methode zou moeten spiegelen. ‘Ook het beleid moet zich laten bijsturen en verfijnen, en moet bereid zijn fouten toe te geven. “Piecemeal social engineering” noemt hij dat: we kunnen slechts bescheiden, broksgewijs en stap voor stap de wereld proberen te verbeteren,’ aldus Popper. Het is goed dat er politici en experten zijn die hun verantwoordelijkheid nemen al zal het voor de ene steeds te veel zijn en voor de ander steeds te weinig.
Loobuyck houdt verder een hartstochtelijk pleidooi voor burgerschap. Binnen een samenleving hebben we elk rechten en vrijheden, maar volgens de auteur ‘ook een aantal plichten die voor iedereen gelijk van toepassing zijn. Een daarvan is dat burgers aanvaarden dat ze de plicht hebben om de wetten na te leven’,’ voor zover die op een democratische manier tot stand kwamen. Wel zijn er waakhonden nodig, in het bijzonder de onafhankelijke media. ‘Zonder goede nieuwsvoorziening hapert de democratie’, aldus Loobuyck. Maar dat is nu net een punt waar antivaxers kritiek op uiten. Zij stellen dat hun visie niet aan bod komt op radio en televisie. Ze vertrouwen de media niet omdat die, volgens hen, onkritisch een door de overheid en de wetenschap opgelegd eenheidsstandpunt zouden vertolken. Daarom zijn ze volop actief op sociale media om hun ‘alternatieve feiten’ te verkondigen. De vraag stelt zich echter of de ‘klassieke’ media naast de best wetenschappelijke kennis evenveel aandacht moet besteden aan heel wat onzin en ronduit valse informatie, zoals de mythe dat vaccinatie zou leiden tot autisme.
In het hoofdstuk ‘Waarom een crisistijd ook een moment van samenwerking en solidariteit is’ wijst Loobuyck op enkele positieve evoluties ingevolge deze pandemie. Zo bestond er heel wat nuttige internationale samenwerking, denk aan de gezamenlijke ontwikkeling en aankoop van vaccins door de Europese Unie, al bleef er steeds een vorm van coronanationalisme bestaan. Ook mondiaal viel die samenwerking tegen. Terwijl men in ons land volop derde prikken aan het zetten was, waren het overgrote deel van de bevolking in arme landen nog niet eens een eerste keer gevaccineerd. Wel ontstond er in ons land een ware solidariteitsgolf met onder meer de artsen, verplegers en zorgverleners die zich uit de naad werkten om zoveel mogelijk levens te redden. In de VS van na Trump keurde het parlement een gigantisch coronasteunpakket van 1.900 miljard dollar goed, vooral ten bate van mensen met een laag inkomen. Ook zich laten vaccineren is volgens Loobuyck een vorm van solidariteit, want wie dat doet, ‘doet dat niet alleen voor zichzelf’.
‘Mijn vrijheid moet compatibel zijn met de vrijheid van de ander waarmee ik samenleef,’ zo besluit Loobuyck die met Met elkaar, voor elkaar een heel belangrijk boek schreef. Terwijl velen de weg inslaan van de confrontatie en polarisatie, zoekt de moraalfilosoof geduldig, bedachtzaam, kritisch en rationeel naar concrete oplossingen. Hij reikt handvaten aan om op een redelijke en genuanceerde manier de tegenstellingen te overbruggen. Het zou dan ook breed moeten gelezen worden en deel uitmaken van het publieke debat. Voor Loobuyck is de centrale vraag hoe we harmonieus met elkaar kunnen samenleven, en hoe we vrijheid, veiligheid en solidariteit zo goed mogelijk kunnen combineren.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Patrick Loobuyck, Met elkaar, voor elkaar, Pelckmans, 2021