De uitgestoken hand is niet meer - Chris Van Camp
In heel de poel van Covid-19 gerelateerde berichten die ons leren dat we asociale etters zijn als we nog maar durven twijfelen aan de aanpak van deze aanslepende crisis, is er één krantenartikel dat mij niet loslaat. Eén klein stukje verdwaald tussen de faits divers dat de doemdenker in mij wist te activeren: ‘Tijdelijk verbod op uithuiszetting loopt af, maandag 17 juli worden 1.000 gezinnen op straat gezet.’
De periode van de opschorting van de uitvoering van uithuiszettingen liep van 21 maart 2020 tot en met 17 juli 2020 en werd – hoewel dat kon – niet verlengd. En dat op een moment dat men de tweede coronagolf over ons afroept en met ongekende gretigheid oppert dat er nieuwe, zij het plaatselijke, lockdowns moeten komen om het aantal besmettingen in te dijken.
“Er is geen mondmasker dat mensen met het water aan de lippen beschermt”
Ik postte het in ongeloof op Facebook waar het minder reactie oogstte dan de gemiddelde hondenfoto. We ontmenselijken in de naam van de nieuwe solidariteit. Je kan geen gram vrijheid claimen of er wordt de kaart getrokken dat we de kwetsbaren moeten ontzien. Ik begin mij af te vragen hoe eng – in elke zin van het woord – die definitie van kwetsbaarheid geworden is.
Wie zijn die kwetsbaren waarover iedereen het heeft? Oudere mensen, mensen met onderliggende gezondheidsproblemen (het gros van ons dus), obese mensen, bange mensen… Het is heel duidelijk dat kwetsbaarheid alleen nog maar in fysieke zin geïnterpreteerd wordt. Financieel en maatschappelijk kwetsbaar zijn, of – hier vaak mee verbonden – psychologisch kwetsbaar zijn, telt even niet meer mee.
De noodkreten over geweld binnen gezinnen, over de achterstand die kinderen in kansarme gezinnen opliepen in tijden van thuisonderwijs, over het alsmaar populairder worden van de voedselbanken dringen niet door. Er is dan ook geen mondmasker dat mensen met het water aan de lippen beschermt. Hoe kunnen we sociaal voelend blijven als burgerschap herleid wordt tot afstandelijkheid en individuele ophokplicht?
Op de stoep
Maandag 17 juli spookten heel de dag beelden door mijn hoofd van mensen die met hun kroost en schamele inboedel genadeloos op de stoep belandden. Heeft u een idee hoe dat eraan toegaat zo’n uithuiszetting? Terwijl je al maanden in angst leeft en je door de constante dreiging je nooit meer veilig thuis voelt, is er plots toch die dag dat je ook nog eens uit je bed gelicht wordt. Iets wat voordien alleen in abstracte rechtstermen bestond, krijgt voeten in de realiteit.
Telkens ik mijn ongeloof uitte dat, terwijl we braaf stonden aan te schuiven om a rato van gemiddeld 100 euro een zak vol boodschappen te halen, er mensen in de pure wanhoop werden gedreven, bleken mijn toehoorders te verwijzen naar het feit dat je vooraleer je in zo’n situatie terechtkomt al wel een paar keer verwittigd werd.
Wat staat arme mensen te doen als de enige oplossing voor al hun problemen geld blijkt te zijn?
Maar wat staat arme mensen te doen als de enige oplossing voor al hun problemen geld blijkt te zijn? Verwittiging of niet, ze kunnen geen kant uit. Je kan niets oplossen tenzij je plots toegang tot geld krijgt, want dat is armoede: geen toegang hebben tot geld.
Als het ging over geen geld hebben, dan waren we allemaal arm, want we hebben allemaal schulden. We betalen huizen, auto’s, reizen, buitenverblijven en met creditcards zelfs ons eigen geld af.
De meesten van ons hebben in zekere mate nog toegang tot geld. Dat vinden we zo vanzelfsprekend dat we er graag vanuit gaan dat wie dat niet heeft, wie niet kredietwaardig of solvabel is, dat alleen aan zichzelf en zijn luiheid te wijten heeft. Zo hard zijn wij die het nu de hele tijd over ‘het beschermen van kwetsbaren’ hebben. Toch zijn we gemiddeld slechts drie maandlonen van de armoedespiraal verwijderd.
Wist je dat een verhuurder al na het niet betalen van twee maanden huur naar de vrederechter kan stappen en uitzetting vragen én krijgen? Twee maanden, terwijl nu velen in de cultuursector ondervinden hoe lang vervanginkomens op zich kunnen laten wachten.
Huisbaas 2.0
Het standpunt en de paniek van een privé-verhuurder die op advies van zijn bank zijn spaargeld dat niets meer opbrengt in vastgoed heeft gestoken, en in de meeste gevallen daar nog heeft voor bij geleend, is te begrijpen. De opbrengst van dat pand vult zijn inkomen, of liever vaak zijn eigen karige pensioen aan. Dus een huurder die niet betaalt, brengt ook de verhuurder zijn situatie in het gedrang.
Er zijn geen valabele perspectieven, er vallen geen plannen te maken. Zelfs geen plan B
Daarom, door de democratisering van het investeren in vastgoed, is de veilige spaarder van gisteren noodgedwongen de vervelende huisbaas van vandaag. Hij heeft een vast rendement nodig van dat ene pand dat hij meestal bezit, en dat hij bijgevolg liefst verhuurd ziet aan solvabele mensen. Mensen zoals hij, die meestal in afwachting van een eigen woning een paar jaar huren. Zoiets. Waardoor heel veel kandidaat-huurders uit de boot vallen.
Je kan die redenering begrijpen. Zo’n mens die heel zijn leven hard gewerkt heeft, en onbetwist offers gebracht heeft om iets te kunnen verwerven, heeft de luxe niet om een sociale instelling te zijn. Dat huis gaat straks op aan het peperdure home waar ze naartoe moeten. En vermits hij/zij zo hard gewerkt hebben en wonderwel iets opgebouwd van scratch – wat vroeger nog kon – hebben ze weinig begrip voor huurders die in de werkloosheid of invaliditeit verzeilen door welke reden dan ook.
Problemen bied je het hoofd door te werken. Desnoods werk je dag en nacht tot er terug licht aan het einde van de tunnel is. Zo was dat vroeger.
We hadden nu in coronatijd kunnen leren dat dat niet langer zo is. Nu er hele sectoren weggeveegd worden en faillissement na faillissement zich aankondigt met grote werkloosheid tot gevolg. Wie vandaag door de restricties zijn beroep niet kan uitoefenen, is niet lui of werkonwillig. Het werk is er niet, door het schrappen van talloze activiteiten in de brede vrijetijdssfeer bijvoorbeeld.
Er zijn geen valabele perspectieven, er vallen geen plannen te maken. Zelfs geen plan B, want bijklussen in de horeca die op apegapen ligt, kan ook niet. Nu liggen de kaarten duidelijk anders, maar raar genoeg is die hele werkethiek hetzelfde gebleven. Daarom is er een grote, eerlijke sociale huurmarkt nodig.
Blauwe maandag
Ik weet niet of u zelfstandig bent en al wel eens een deurwaarder heeft gezien, maar je hebt niet het gevoel dat hij een begripsvolle bemiddelaar is. Toch maken deurwaarders het gros uit van de sociale contacten van mensen in geldproblemen. Ze lopen bij de arme man letterlijk de deur plat. Elke deur wordt zo’n klapperend saloon-deurtje en bij elk bezoek komt er gemiddeld 400 euro bij de af te lossen schuld.
Bij een uithuiszetting bepaalt de deurwaarder de datum. In dit geval zal dat wegens hete kolen veelal maandag 17 juli geweest zijn. De dag dat de bescherming wegviel. Een blauwe maandag.
Wie een huurovereenkomst heeft van voor 2019 kreeg 5 werkdagen op voorhand een laatste verwittiging, wie na 2019 een contract afsloot kreeg die reglementair 7 dagen voordien. Alsof dat helpt. Want wat word je geacht te doen dan? Geld te vinden, onderdak, transport voor je spullen, opslag voor je goederen. Begin maar. Het is niet dat arme duivels op een breed netwerk kunnen rekenen. Hun vrienden zijn meestal ook niet in staat om te helpen. Dus het is bang wachten tot D-day.
De bel gaat, je doet allang niet meer open. De kinderen zijn gedrild om bang te zijn als de bel gaat. Gemorrel in het te vaak geforceerde slot. Daar is de gerechtsdeurwaarder, vergezeld van de slotenmaker en een politieagent, met in hun zog een ploegje verhuizers van het gemeentedepot.
Alvast in de veronderstelling dat je die flatscreen, dat laatste stuk waardigheid dat je nog had, niet op je rug gaat dragen wanneer je verzocht wordt weg te wandelen. Dat noemen ze ‘wanneer de huurder geen plaats heeft gekozen voor de goederen’. Dan gaan je spullen naar het gemeentedepot waar ze maximum zes maanden bewaard worden. Alles gaat mee. De hele lijst die voor de zoveelste keer met zichtbare minachting voor de schamelheid werd bijeen getikt a rato van enkele honderden euro’s alweer. Deurwaarders hebben het best betaalde schrijvende beroep.
Wat verwensingen later, hoe zou je niet boos kunnen zijn vanwege zulke barbaarse praktijken, sta je dus letterlijk met de kleren die je aanhebt op straat. En wees maar zeker dat er een publiek op staat te gapen en filmpjes te maken. Je hele gezin, inclusief de baby op de heup en de drie koters met kapotte schoenen die schoolplichtig zijn.
Dat is het moment waarop de ‘fatsoenlijke mensen’ zich ook nog afvragen waarom uitschot zo oversekst is en geen condoom kent en zelfs sterilisatieplicht durft te opperen. Je weet niet wat je hoort en leest op de sociale uitlaatkleppen van de nieuwe wereldhervormers. Man, man.
Valnet met gaten
Ho maar! Onze maatschappij had toch dat valnet waarover iedereen het heeft? Dat systeem van gratis geld en gratis alles waar de halve wereld op afkomt? De mazen in dat net zijn zo groot dat velen het net niet meer raken en te pletter storten.
Uiteraard wordt het OCMW verwittigd wanneer bij de vrederechter een procedure wordt opgestart. Ook wanneer het gewoon een geschil is, automatisch. Wie een oud huurcontract heeft, voor de hervorming van de huurwet in 2019, kan zich hiertegen verzetten. Voortaan kan dat niet meer, wie een dispuut met de verhuurder heeft, is gekend bij het OCMW.
Worden die mensen op de stoep dan toch meteen in de warme armen van de hulpverlening gesloten? Het is maar waarmee je geholpen bent. Het geformuleerde doel is dat het OCMW de huurder kan helpen bij de beslissingen die hij nog moet nemen (bijvoorbeeld minnelijke schikking, opnieuw huisvesten, financiële hulp etc.)
Opgelet! Het is niet de taak van het OCMW om een nieuwe woning voor de huurder te zoeken. Het OCMW moet de uitgezette huurder op de meest gepaste manier helpen. Het kan de huurder bijvoorbeeld informeren, helpen zoeken naar een nieuwe woning, een advocaat aanvragen.
Daar sta je dan buiten met je jengelende kinderen, je zelfs noodzakelijke spullen in dat stadsdepot en al die goeie raad die je tegoed hebt.
Ik vraag me de hele tijd af wat die mensen doen op dat moment. Vast als gek het laatste van hun belwaarde opmaken aan telefoontjes naar mensen die ook niet kunnen helpen. Waar loop je heen? Wat eet je die middag, die avond? Waar slaap je die avond met vijf…Hoe gaat dat coronagewijs? Lopen ze straks ook nog boetes op omdat ze de avondklok negeren of geen 5 mondmaskers hebben?
Kansloos
Ik heb kansloos altijd een raar woord gevonden. Alsof er dan nooit eens eentje voorbij zou komen. Ik besef stilaan dat ik zelfs zonder een duit op zak meer kansen heb dan die mensen. Niet dat ik een haar beter ben. Nee, ik kreeg iets mee dat me op bepaalde momenten boven een armoedegrens hield. Ik kan het nog steeds niet definiëren maar wat ben ik daar dankbaar voor.
Ook hun spullen worden zes maanden bijgehouden. Wat zijn zes maanden in onzekere tijden als deze? Stel dat je jezelf herpakt, je hebt een vervanginkomen en weer een dak boven je hoofd. Dan moet je wel betalen om je spullen terug te krijgen! Je betaalt voor het wegnemen ervan en het bewaren. Wellicht moet je ook de verhuurder van de verlaten woonst nog een bezettingsvergoeding. De schuldindustrie vergeet jou nooit en draait ondanks de crisis op volle toeren.
Een uithuiszetting heeft iets sadistisch. Het is als je armen en benen afhakken en je bevelen te dansen. Niet ingrijpen, maar harteloos kijken naar het gekronkel op de hete plaat. Kan je dat niet, dan geeft de gemeente enkel de goederen mee die niet in beslag kunnen worden genomen. Noodzakelijke dingen om deftig te overleven, zoals kleren, een tafel, een stoel. Dingen die je zes maanden lang moest ontberen.
Ik kan die 1.000 gezinnen niet vergeten. Duizend gezinnen met pakweg vijf gezinsleden, dat zijn 5.000 mensen die op één dag een verschrikkelijk lot te beurt viel. Die terechtkwamen in een leven dat je niet wil leiden. Bewust op last van de rechtstaat.
5.000 dat is de helft van de herdachte coronadoden. Ik moet er aan denken telkens weer eens iemand een boom opzet over hoe we kwetsbaren moeten beschermen en niet zo aan onszelf en onze pleziertjes denken. Hoe we anderen alleen gaan beschermen door afstand te houden en gemaskerd rond te lopen.
Het is al zover, we vervreemden van ons warme, helpende zelf. De uitgestoken hand is niet meer.
Auteur: Chris Van Camp
Chris Van Camp deed alles wat je schrijvend (voorlopig) ongestraft kan doen. Ze schreef columns voor Apache, De Morgen, Klara en Knack, theaterteksten en boeken.
https://www.apache.be/2020/07/24/de-uitgestoken-hand-is-niet-meer/#comments