Waarom het buitengewoon onderwijs buitengewoon is - Joshua Lindeboom
Naar aanleiding van reflecties rond buitengewoon onderwijs gaf de leerling Joshua Lindeboom via een speech voor de Katholieke onderwijskoepel, een persoonlijke inkijk in ons onderwijssysteem en het belang van kwaliteitsvolle begeleiding van kinderen ongeacht hun afkomst en/of bagage. We geven deze toespraak integraal mee als relevante stem in het onderwijsdebat.
Beste dames, heren en sympathisanten van het Katholiek Onderwijs. Ik ben Joshua Lindeboom, student Latijn-Moderne talen via de examencommissie en Scholierenvertegenwoordiger bij de Vlaamse Scholierenkoepel.
Ik ben op vijfjarige leeftijd gediagnosticeerd met Autismespectrumstoornis. In een notendop maakt dat het voor mij moeilijk om sociale contacten op een vlotte, juiste manier aan te pakken en heb ik meer dan andere leerlingen nood aan begrip, structuur en voorspelbaarheid. Dat was al duidelijk vanaf de kleuterschool. In de eerste kleuterklas had ik op vlak van leerstof en cognitieve vaardigheden een voorsprong op de andere kindjes, wat ertoe leidde dat ik vaak de klas op stelten zette omdat ik me verveelde. De school wist daar eigenlijk niet zo goed mee om te gaan. Een van de dingen die ze probeerden was om de andere kinderen aan het einde van de dag te laten beslissen of Joshua “braaf” was geweest vandaag. Zoals te denken werkte dat enorm demotiverend en ontstonden daardoor ook veel ruzies met de andere kleuters.
Er vanuit gaand dat ik gewoon hoogbegaafd was lieten ze mij halverwege het jaar al les volgen in het volgende jaar. Dat bleek een van de slechtste dingen die ze konden doen. In mijn autihoofdje klopte dat niet. Je deed eerst de eerste kleuterklas, dan de tweede, dan de derde en daarna ging je naar het lager onderwijs. De “grote school”, zoals ik dat toen noemde. Ze kregen het mij niet uitgelegd, en na enkele incidenten is het experiment dan ook stopgezet.
De tweede en derde kleuterklas heb ik in het bijzonder onderwijs gedaan. Dat bleek de perfecte oplossing. Er stonden altijd twee juffen voor de klas, elke dag stond mooi uitgepland op het lessenrooster bij onze vaste plaats, er waren dieren op het schoolterrein (zoals het paard waar we soms mee in het bos gingen rijden) en er was leerstof op maat, waardoor ik sneller dan de andere kinderen moeilijkere rekensommen kreeg. Leuk vond ik dat niet, maar door die extra uitdaging zette ik de klas niet meer op stelten en kon ik vlot meedraaien.
Met deze goede ervaring in het achterhoofd zijn we bij het zoeken naar een lagere school eigenlijk meteen naar een buitengewone school op zoek gegaan. De keuze viel op Jonghelinckshof, waar ik een heel goed traject gelopen heb. Aan het einde zagen ze toch nog een paar werkpunten. Ik had bijvoorbeeld geen ervaring met huiswerk en had enorme last van toetsen- en examenstress. De oplossing die we voorgeschoteld kregen was een zevende jaar in het lager, en in het middelbaar een instap in het bijzonder onderwijs, opleidingsvorm 1, de richting Zelfredzaamheid. Omdat we niet beter wisten vertrouwden we op de ervaring van Jonghelinckshof en stemden toe.
Om een korte inhoud van een richting Zelfredzaamheid te schetsen: je leert er koken, stofzuigen, strijken, omgaan met geld, een klein beetje Frans en Engels, een GO-pass invullen enzovoort.
Vind ik het nu spijtig dat ik die richting heb gekozen? Eigenlijk niet. Niet alleen zal ik nu nooit meer vergeten hoe je een GO-pass invult, ik kon ook in een zeer veilige omgeving flippen over mijn eerste huistaak. Meer dan een kleine toets of taak per week was een uitzondering, dus kon ik op mijn gemak leren hoe het werkte en hoe ik kon omgaan met schoolstress. De trucjes die ik bij koken heb geleerd helpen mij vandaag nog altijd, nu ik ze aan mijn familieleden kan bijbrengen. Ik heb ook een jaar Comenius genoten, wat mijn interesse in Europa en de Europese unie heeft aangewakkerd.
In het tweede middelbaar begon ik mij echter te vervelen. Door een gebrek aan uitdaging verloor ik de motivatie om naar de klas te komen. Ik was vaak moe, werd snel afgeleid en mijn punten op de weinige toetsjes die ik had begonnen omlaag te gaan. Nu had mijn school, Nautica, een heel goed ondersteuningssysteem. Naast een goed draaiende leerlingbegeleiding, die instond voor het welbevinden van leerlingen en leerkrachten, conflictvermijding en -oplossing, gesprekken met ouders, time-outs en beloningstrajecten, had elke leerling ook een meter of peter. Dat was een leerkracht of teamlid die elke leerling aan het begin van het jaar kon kiezen. Meestal koos je dus de leerkracht waar je het best mee overweg kon, waarbij het niet van belang was hoeveel uur les je ervan kreeg.
Ik heb bij mijn meter aangegeven dat ik het moeilijk had. In samenspraak met haar, mijn ouders en het paramedisch team werd er besloten om mij een proeftraject te laten volgen in de richting Handel, Opleidingsvorm 4. Eigenlijk hetzelfde niveau, dezelfde leerstof en zelfs dezelfde boeken als het gewoon onderwijs, maar er wordt gekozen voor kleinere klassen, zijnde maximaal acht leerlingen, meer structuur d.m.v. een vast lesrooster, duidelijke afspraken die door beide partijen afdwingbaar zijn en een opvolging van de klassfeer door de leerkracht en een voelspriet: dat is een lid van het paramedisch team dat op vooraf aangekondigde uren achterin de klas komt mee volgen. Zo zijn we er bijvoorbeeld achter gekomen dat ik gemakkelijk werd afgeleid door de vogels in de tuin en hebben we een scherm tussen mij en het raam kunnen zetten.
Na een eerste succesvolle proefperiode ging ik steeds meer vakken volgen in OV4, tot ik uiteindelijk volledig in klas 1A zat. Van daar ging het alleen maar beter: Ik werd beter in het sociale aspect, ik was verscheidene jaren klasafgevaardigde in de leerlingenraad, ik leerde studeren en doorstond met succes mijn eerste examenperiode, we richtten ons eigen studentenbedrijfje op en ook was ik lange tijd verbindend figuur binnen onze klas: De “cement van 3H”.
Ik kwam voor het eerst in contact met VSK en andere spelers binnen het onderwijs. Onze school was uitgenodigd op de inspraakdag in het Vlaams Parlement en ik mocht mee. Een fantastische ervaring! Mijn eerste VSK-weekend en een speech bij de voorstelling van het GO!-memorandum volgden.
Toen in het vijfde jaar de richting Handel op Nautica overging in Informatica, kwam ik er al snel achter dat dat niks voor mij was. Ik verloor opnieuw motivatie en ging op zoek naar alternatieven. Nautica kende geen uitdagendere richtingen en ik wist dat ik in taal verder wou studeren. Een overstap naar een Moderne-talenrichting en dus het ASO is niet niks. Wel had ik het geluk dat Handel qua niveau goed aansluit bij veel ASO-richtingen. Toch was ik de stress van een nieuwe school liever kwijt dan rijk. De keuze viel daarom al snel op de Examencommissie. Ik nam met veel gelukwensen van het team afscheid van Nautica en ging aan de slag voor dit nieuwe avontuur. Twaalf jaar van begeleiding, ervaringen, steun en vaardigheden stapelden zich op tot een spetterende 97 op 100 voor Nederlands, waar ik nog graag naar mag kijken.
Ik wens alle leerlingen van Vlaanderen en Brussel zo’n zelfde succesverhaal toe. Elke schooldag werd er samen met mij gekeken wat ik nodig had en waar ik naartoe wilde. Ze steunden mij in mijn keuzes, gaven feedback, soms één-op-één-les als iets moeilijk liep, dachten mee na over strategieën en oplossingen, werkten die uit en reikten ze aan. Zonder hun vitale ruggensteun was ik nooit gekomen waar ik nu ben. Zou ik veel dingen die nu moeiteloos gaan wellicht niet gekund hebben en zou ik deze speech hier niet kunnen geven.
Ik roep dan ook op om altijd naar leerlingen te blijven luisteren en hen actief te steunen en te begeleiden. Soms is de goede richting of een kwaliteitsvolle school niet voldoende. Als ik meteen was gestart in mijn geliefde Latijn-Moderne talen had ik wellicht een C-Attest gehaald. Was ik misschien in een waterval terecht gekomen: ASO, TSO, BSO, BuSO,… had ik waarschijnlijk alle motivatie verloren. Dacht ik nu dat ik niks kon, dom of raar was, en was ik gestopt met school. Werkte ik nu aan een lopende band, dromende van ooit een speech te geven voor een groep belangrijke mensen die geïnteresseerd waren in wat ik te zeggen had.
Joshua Lindeboom, is scholier en zetelt in de Raad van Bestuur van de Scholierenkoepel.
Alle rechten voorbehouden aan Joshua Lindeboom. U mag deze tekst niet overnemen zonder voorafgaande goedkeuring van Joshua.