We hebben nood aan meer liberalisme – Dirk Verhofstadt
Ik bewonder collega Mark Elchardus als een onafhankelijke en scherpe denker die met zijn opiniestukken vaak ongemakkelijke waarheden onder de aandacht brengt en daarmee het publieke debat op een hoger niveau tilt. Maar zijn tekst over het liberalisme in De Morgen van 6 april stelt in dat opzicht toch teleur.
Elchardus drijft de spot met de vermeende oorsprongstheorie van het liberalisme. Als er al een oorsprongstheorie over het liberalisme zou bestaan dan is het de natuurlijke drang van de mens naar meer zelfbeschikking. Dat zagen we reeds bij Epicurus die ataraxia nastreefde, een vorm van mentale vrijheid zonder angst en ongemak voor de (onbestaande) goden. Ook Pico della Mirandola bepleitte, tegen de macht van de kerk in, de vrijheid van de mens om zichzelf te verheffen. Nog later omschreef John Stuart Mill de essentie van de menselijke vrijheid: “Over zichzelf, over zijn eigen lichaam en geest, is ieder mens zijn eigen meester”.
Deze theoretische denkbeelden werden vanaf de Verlichting langzaamaan realiteit. Denk aan de strijd tegen de privileges van de adel en de kerk, tegen de slavernij, voor de parlementaire democratie en voor gelijke rechten voor vrouwen. Maar ook op economisch en sociaal vlak zorgde de vrije markt, het eigendomsrecht, het vrije denken en het menselijk vernuft voor een indrukwekkende welvaartsgroei en een wereldwijde afname van de armoede.
Wat kunnen de andere ideologieën daartegenover plaatsen? Het nationalisme en fascisme liggen aan de oorsprong van de donkerste periodes in de Europese geschiedenis. Het conservatisme wilde de klok terugdraaien en de mensen weer knechten met religieuze dogma’s. Het socialisme en communisme hebben steevast geleid tot enorme overheidsdwang, onvrijheid en collectieve armoede – zie daarvoor de socialistische experimenten in de Sovjet-Unie, China, het voormalige Oost-Europa, Cuba, Cambodja en Venezuela, die geleid hebben tot onvoorstelbare verwoestingen, op menselijk economisch, sociaal als ecologisch vlak.
Het cruciale onderscheid tussen deze ideologieën en het liberalisme is dat de eersten geloofden in de almacht van het collectief: de Partij, de gemeenschap, de ware gelovigen, het volk, het ras. Alleen het liberalisme plaatst het individu boven het collectief. Dat wil niet zeggen dat het liberale individu geheel los zou staan van een collectief. Liberale denkers als John Locke, Adam Smith, Thomas Paine en recenter Karl Popper, John Rawls, Amartya Sen en Martha Nussbaum beweren het tegendeel. Het sociale aspect was en is nog steeds een fundament van het liberale denken. De mens is nu eenmaal een sociale diersoort.
Volgens Elchardus gebeurde in de jaren zeventig een ommekeer in het denken. Dat klopt. De staat was in die periode zo almachtig geworden dat ze de economie versmachtte, leidde tot torenhoge overheidsschulden (die we tot vandaag meedragen), de macht bij de drukkingsgroepen legde in plaats van bij het parlement, en corruptie en cliëntelisme aanmoedigde. De ontvetting van de staat was toen, maar ook nu nog broodnodig.
En passant vergeet Elchardus ook dat het liberalisme intussen verdere positieve stappen richting zelfbeschikking realiseerde, zoals op ethisch vlak rond abortus, euthanasie en het homohuwelijk. Dat het liberalisme intussen van de hele wereld één markt wil maken, klopt en met succes. Liberalen willen de handelsbarrières, subsidies en importtarieven slopen die landen in armoede gevangen houden. Kijk maar naar de enorme welvaartstoename wereldwijd en de constante daling van de armoede,ook in landen die daarvoor, ingevolge staatsinterventionisme en protectionisme, ter plaatse bleven trappelen en afhankelijk waren van hulp.
En wat de vrijheid van meningsuiting betreft hebben we niet minder maar meer liberalisme nodig. Juist in die samenlevingen waarin het liberalisme onderdrukt werd, stierf het vrije woord. Vraag maar aan György Konrad, die in zijn leven drie stommiteiten over zich heen kreeg: het nazisme, het socialisme en nu het religieuze fanatisme. In tegenstelling tot de vermeende progressieven die zo ontzettend stil blijven over de misdaden van salafisten en andere religieuze illiberale fanatici, laten liberalen, als ware progressieven, wel van zich horen.
Hoog tijd dat we afscheid nemen van al die ideologieën die menen dat de mens zijn vrijheid niet aankan en het daarom moeten afstaan aan het collectief. De drang naar meer vrijheid zal zich blijven doorzetten. We hebben geen nood aan meer collectivisme maar aan meer liberalisme, niet alleen voor de mensen hier, maar voor de miljarden mensen die vandaag om politieke, culturele en religieuze redenen nog steeds onder de knoet worden gehouden.
Dirk Verhofstadt
Professor UGent en kernlid van Liberales
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen