Liberal Parties in Europe - Caroline Close & Emilie van Haute
Er bestaat maar weinig onderzoek over de gelijkenissen en verschillen tussen de diverse liberale partijen in Europa. In de Engelstalige reeks Party Families in Europe redigeerden de politicologen Emilie Van Haute en Caroline Close (verbonden aan de UCL, Louvain-la-Neuve) een volume dat deze lacune opvult. De lezer die enigszins vertrouwd is met de materie krijgt soms het gevoel dat er weinig nieuws onder de zon is. Wie dieper kijkt stelt vast dat intuïtieve uitgangspunten met gegevens en onderzoek worden onderbouwd en dat de vergelijkende invalshoek toch wel uniek is. Het boek kan daarom bestempeld worden als een nieuw standaardwerk over liberale partijen in Europa.
In een eerste deel van het boek verzorgt een grote groep auteurs specifieke landenstudies (12 landen uit West-Europa en 8 uit Centraal- en Oost-Europa, goed voor 87 liberale partijen). In het tweede deel wordt nagegaan in welke mate er sprake kan zijn van één grote partijpolitieke liberale familie in Europa. En het mag meteen duidelijk zijn (en dat is dan misschien een open deur instampen): er is wel heel wat verschil tussen al die politieke organisaties die zich liberaal noemen.
Veel heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van de liberale partijen. De auteurs onderscheiden drie grote golven. Er zijn om te beginnen de partijen die in de 19de en het begin van de 20ste eeuw werden opgericht. Het gaat vooral om liberale partijen in West-Europa, die zich (zeker in hun beginperiode) concentreren op één actiepunt (scheiding kerk-staat, economische uitgangspunten) of verbonden zijn met een specifieke sociale groep (in de Scandinavische landen valt de verbondenheid op met de landbouwersbewegingen). Een tweede golf liberale partijen situeert zich in de tweede helft van de twintigste eeuw. De liberale politieke organisaties die dan ontstaan, besteden vooral aandacht aan het sociale aspect, een goed voorbeeld in dat verband is D66 in Nederland. Tot slot zijn er de partijen die ontstonden op het einde van de 20ste eeuw en het begin van de 21ste eeuw. Er komen vooral liberale, centrum-gerichte groeperingen tot stand in de nieuwe democratieën in Oost- en Centraal-Europa. Wat al deze partijen doorheen de tijd gemeenschappelijk kenmerkt is hun inzet voor de liberale en democratische waarden, voor de vrijheid en de mensenrechten en voor het claimen van de waarden van de Verlichting.
Liberale partijen kunnen ook getypeerd worden op de ideologische links/rechts-as. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen conservatief-liberale partijen; economisch rechts, aanhangers van conservatieve morele waarden en soms heel dicht bij conservatieve partijen, klassiek-liberale partijen; economisch rechts, met meer centrum-linkse waarden en sociaalliberale partijen; economisch centrum en progressief op sociaal gebied. Verschuivingen doorheen de tijd zijn mogelijk en komen in realiteit veel voor. Liberale partijen hebben volgens de samenstellers van de bundel als wezenskenmerk hun groot aanpassingsvermogen aan wisselende maatschappelijke vragen. Zo gebeurt het dat klassiek-liberale partijen zoals VVD in Nederland of Venstre in Noorwegen onder druk van het politieke landschap in hun land eerder de conservatief-liberale weg inslaan voor bepaalde thema’s.
Het typische vermogen om zich aan de tijd en de omstandigheden aan te passen wordt als een sterkte beschouwd. De eigenschap heeft als bijkomend voordeel dat doorheen de recente politieke geschiedenis liberale partijen flink wat regeringsverantwoordelijkheid hebben gekregen. In zowat alle Europese landen hebben deze partijen doorheen de tijd maar een beperkt deel (5% tot 15%) van het kiezerspubliek aangetrokken. Door hun flexibiliteit én door hun ingesteldheid om de liberale democratie mee vorm te geven, kwamen liberale partijen vaak in een positie van ‘kingmaker’ terecht. In die coalities, want meerderheidsregeringen waren zeldzaam, minderheidsregeringen een uitzondering, heeft de keuze voor links of rechts niet altijd veel uitgemaakt, al zijn er wel een aantal regionale tendensen waar te nemen. In Duitsland heeft de liberale FDP in het verleden eerder gekozen voor de christendemocratische CDU als partner. De Deense sociaalliberalen van Venstre verkozen eerder samenwerking met sociaal-democraten. Wat overal in Europa wel opvalt is dat bij de verdeling van de ministerposten de ideologische thema’s van de liberale politieke partijen een rol hebben gespeeld. Financiën, justitie en buitenlandse zaken. Zeker in de jonge staten in Centraal- en Oost-Europa zijn de favoriete liberale departementen.
De auteurs hebben verder de organisatie van de liberale partijen in Europa met elkaar vergeleken. Zij vertrekken van het uitgangspunt dat de keuze voor individuele vrijheid en de afkeer voor economische of morele regulatie zich ook heeft weerspiegeld in een losse partijstructuur met weinig uitgebouwde structuren en veel participatie van de leden. Uit hun onderzoek wordt dit bevestigd en blijkt voor zowat alle landen op te gaan. Interessant in vergelijking met andere ideologieën is volgens de onderzoekers de heel hoge mate van participatie bij nog relatief jonge liberale partijen zoals NEOS in Oostenrijk of de Liberal Democrats in het Verenigd Koninkrijk. De Europese fractie ALDE is in dat opzicht een buitenbeentje. Iedere burger kan er zomaar bij aansluiten, in tegenstelling tot de andere Europese fracties waar individueel lidmaatschap niet aan de orde is.
Liberale partijen hebben het niet gemakkelijk in het Europa van de 21ste eeuw. Ze zijn echter zeker niet overbodig geworden, zo denken de auteurs. Verscheidenheid is echter troef. In Duitsland krijgen de liberalen bij herhaling zware klappen. In de Benelux staan zij dan weer heel sterk. In Centraal- en Oost-Europa heeft het wat weg van een roetsjbaan, met liberale partijen die komen en gaan. Nieuwe actoren in Oostenrijk, Spanje en Frankrijk slagen er dan weer in om een eigentijdse invulling te geven aan het politieke liberalisme. Het vermogen om zich telkens opnieuw uit te vinden, gecombineerd met de originele waarden van het liberalisme en het pragmatisch denken is volgens de slotconclusie van dit boek een garantie voor de liberale partijen om in het Europa van de toekomst een rol van betekenis te blijven spelen.
Liberal Parties in Europe, Caroline Close & Emilie van Haute (ed.) Londen/New York, Routledge, 2018
Peter Laroy is directeur van Liberas/Liberaal Archief