Niet juichen over Italië - Gert Jan Geling
De totstandkoming van een nieuw kabinet in Italië begint steeds meer te lijken op een slechte soap. En inmiddels gaat het land door een politieke crisis die haar weerga niet kent. De toekomst van het land als lid van de EU lijkt zelfs op het spel te staan. En niet om de reden die de meeste mensen op dit moment in gedachten hebben.
Nog even in het kort de gebeurtenissen van de afgelopen periode op een rijtje. De laatste parlementsverkiezingen werden gewonnen door de populistische anti-establishmentpartijen Vijfsterrenbeweging en Lega Nord. Samen konden deze partijen een meerderheid in het parlement vormen, en ze sloten dan ook samen een regeerakkoord. Een relatief onbekende kandidaat-premier, Guiseppe Conte, werd door beide partijen naar voren geschoven. Het leek erop alsof Italië op het punt stond een Eurosceptische, anti-establishmentregering te krijgen.
Toch kwam er een spaak in het wiel. Een Eurokritische hoogleraar werd voorgesteld als de nieuwe Minister van Financiën. Uit angst dat de financiële markten hier te negatief op zouden reageren weigerde de Italiaanse president Mattarella om deze minister, en daarmee ook de nieuwe regering, te aanvaarden. De Vijfsterrenbeweging en de Lega weigerden echter eveneens de poot stijf en de huidige patstelling was geboren. Het net getekende regeerakkoord kon weer in de prullenbak. President Mattarella benoemde hierop de IMF-econoom Carlo Cottarelli tot premier van een technocratische regering, een die hoogstwaarschijnlijk niet een meerderheid van het parlement achter zit zal krijgen, wat nieuwe nieuwe verkiezingen voor Italië zal betekenen. Ondertussen zijn de Vijfsterrenbeweging en de Lega furieus op wat zij zien als een ‘staatsgreep’, en eisen zij een afzettingsprocedure tegen President Mattarella. Silvio Berlusconi heeft zich ondertussen opgeworpen als redder van het land en hoopt na volgende verkiezingen een nieuwe, meer pro-Europese, regeringscoalitie te kunnen leiden. Met de Lega, maar zonder de Vijfsterrenbeweging.
Velen in liberale hoek zullen zich wellicht opgelucht voelen dat Italië nu geen Eurokritische regering zal krijgen. Anderen zullen de huidige ontwikkelingen zelfs toejuichen. Maar beide gevoelens zijn hier uiterst misplaatst. Juist voor diegene die zichzelf als pro-Europees zien. En al helemaal voor liberaal-democraten. Want de ontwikkelingen die we nu in Italië plaats zien vinden kunnen we kenschetsen als een uiting van wat de Amerikaanse denker Yascha Mounk definieert als ondemocratisch liberalisme. En het is dit ondemocratisch liberalisme wat, evenals het populisme, een fundamentele bedreiging vormt voor de toekomst van de EU.
Ondemocratisch liberalisme, aldus Mounk, is het tegenovergestelde van een illiberale democratie. Een illiberale democratie houdt een democratie in zonder rechten, waar de rechtsstaat ontbreekt of sterk ingeperkt is. Ondemocratisch liberalisme is het tegenovergestelde. In dat geval is er wel sprake van een rechtsstaat, maar niet van een democratie, of wordt de democratie en haar werking (sterk) ingeperkt. Een belangrijk kenmerk van ondemocratisch liberalisme is de bereidheid van de liberale elite om een groot deel van de bevolking uit te sluiten van het besluitvormingsproces, en dit proces in plaats daarvan steeds meer in handen te leggen van de elite. Ontwikkelingen die hierbij aansluiten zijn de wijze waarop de Trojka een deal oplegde aan Griekenland, de wijze waarop in Nederland referenda worden afgeschaft als reactie op onwenselijke uitkomsten ervan, de bredere tendens in Europa van nationale regeringen om vraagstukken over te hevelen naar de EU zonder inspraak van burgers, en de tendens om politieke vraagstukken op technocratische wijze in plaats van op democratische wijze op te lossen.
Het ondemocratisch liberalisme is een fundamentele bedreiging voor zowel de liberale democratie als de toekomst van de EU. Ten eerste omdat het de liberale democratie an sich aantast. De liberale democratie is geen democratie zonder de rechtsstaat, maar ook niet zonder de democratie. Ten tweede ondermijnt het sterk het vertrouwen van een aanzienlijk deel van de bevolking in de democratie, de politieke elite en de EU. Er gaat een sterk radicaliserende werking op een aanzienlijk deel van het electoraat vanuit wanneer mensen het gevoel krijgen dat de politieke elite hen steeds meer inspraak ontneemt, in plaats van geeft, wanneer diezelfde elite een andere politieke koers voorstaat. En het is dit wantrouwen wat in de nabije toekomst de steun voor het populisme alleen maar meer zal voeden, met alle gevolgen van dien voor de liberale democratie en de EU.
Om terug te komen op Italië, de kans is groot dat bij de volgende verkiezingen een nog groter deel van de bevolking op Eurosceptische partijen zal stemmen, die bij een volgende formatie zich mogelijk een stuk radicaler op zullen stellen. En het is de vraag of president Mattarella dan nog bij machte is een minister te weigeren, als hij voor die tijd al niet is afgezet. Maar niet alleen in Italië, maar in heel Europa versterkt het handelen van de huidige Italiaanse politieke elite alleen maar het wantrouwen van burgers in de gevestigde politiek, en voedt het daarmee het populisme. Een Italië wat bestuurd werd door twee populistische partijen die geleidelijk aan onderdeel zouden worden van het establishment en zich zouden conformeren aan de heersende consensus in Europa betekent een grote nederlaag voor het populisme, terwijl het uitsluiten en daarmee het versterken van ressentiment niets minder dan een grote overwinning voor het populisme in Europa betekent.
Als liberalen zouden we moeten beseffen dat dit niet de koers mag zijn die de liberale elite in Europa kan en mag voeren. En we zouden ons dan ook sterk hiertegen moeten verzetten. De uitkomsten van de werking van het democratisch proces dienen aanvaard te worden. Ook als dit betekent dat er partijen aan de macht komen die botsen met het establishment. Liberaal-democraten kunnen niet op technocratische wijze deze partijen uit blijven sluiten van deelname aan het bestuur. En al helemaal niet als zulke partijen bij verkiezingen een meerderheid krijgen. Hiermee graven we ons eigen graf. Wat er op dit moment in Italië gebeurt zou ons dan ook ernstige zorgen moeten baren, in plaats van dat het ons tot vreugde stemt.
Gert Jan Geling
De auteur is kernlid van Liberales