Us vs. Them. The Failure of Globalism - Ian Bremmer
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw kwam de globalisering in steeds sterker opzetten. Internationale vrijhandelsakkoorden en de afbouw van protectionistische grenzen en barrières, zorgden voor een wereldwijde toename van de welvaart. Dit zorgde ook voor meer stabiliteit in de wereld, aldus heel wat politici en academici. De groeiende interdependentie tussen de diverse natiestaten temperde het aantal conflicten alsook de drijfveer om met elkaar oorlog te voeren. Tenslotte had de globalisering ook een grote culturele en maatschappelijke impact. De opkomst van de sociale media en mondiale digitale platformen zorgden voor een grotere tolerantie en openheid naar andere volkeren en bevorderde op die manier de uitwisseling van ideeën en initiatieven over de staatsgrenzen heen. Optimisten zoals Steven Pinker in zijn boek Het betere ik en Johan Norberg in Vooruitgang bejubelen deze tendens en tonen met harde cijfers aan dat we er dank zij de globalisering met zijn allen op vooruit zijn gegaan.
Toch neemt de kritiek op de globalisering de voorbije jaren toe. Denk aan de economen Anthony Atkinson in zijn boek Ongelijkheid, Branko Milanović in Wereldwijde ongelijkheid, en Thomas Piketty in Kapitaal die wijzen op de groeiende kloof tussen de haves en de have-nots. Maar ook politieke analisten beginnen zich zorgen te maken over de nefaste impact van de globalisering. Onlangs publiceerde de Amerikaanse politicoloog Ian Bremmer het boek Us vs. Them. The Failure of Globalism waarin hij een donker beeld schept over de wereldwijde effecten van de globalisering op economisch, sociaal en maatschappelijk vlak. Bremmer is de stichter en voorzitter van de onderzoeksgroep Eurasia Group die zich buigt over mondiale trends. Hij schreef verschillende boeken waaronder The J. Curve: A New Way to Understand to Understand Why Nations Rise and Fall uit 2006. Daarin wees hij op de link tussen de openheid en de stabiliteit van landen (hoe opener een economie hoe meer groei en stabiliteit er is), al kan die stabiliteit volgens Bremmer ook het gevolg zijn van een gesloten politiek.
De J-vorm toont een steile linkerkant van het diagram (zie: https://en.wikipedia.org/wiki/The_J_Curve). Het gaat om gesloten, autoritaire regimes (de auteur verwees in 2006 naar Cuba, Noord-Korea en het vroegere Irak onder Saddam Hoessein) die er in slaagden om toch stabiliteit te behouden maar dan wel onder een regime van angst en dwang. Die vaststelling van 12 jaar geleden, komt nu terug in Us vs. Them. Veel mensen hebben de vruchten van de globalisering geplukt, maar nog veel meer anderen zijn daar niet in geslaagd. De toegenomen openheid en globalisering betekende voor veel mensen niet meer stabiliteit, maar net het omgekeerde, namelijk angst voor de toekomst, angst om hun job te verliezen, angst voor vreemdelingen die hun sociaal systeem onder druk zetten. Sterker nog: de machteloze, woedende massa gelooft niet langer de bestaande politieke en intellectuele elite. Ze vertrouwen hen niet meer. Ze geloven niet langer in hun beloftes voor een betere toekomst. En juist daarom kiezen ze massaal voor populisten die zich keren tegen de elite en het establishment. Over hen zeggen kwade mensen dat het de elite niet kan schelen hoe het met hen gaat.
Het boek opent met een vraag die vandaag bijzonder actueel is. Waarom gooien de Palestijnen met stenen? Volgens Bremmer is dat omdat ze de buitenwereld willen tonen dat ze hun situatie beu zijn, dat ze niet langer genegeerd willen worden, dat ze niet langer geloven in verkiezingen en in hun leiders, dat ze woedend zijn op alles en iedereen. In diezelfde zin reageren vandaag talloze mensen in de wereld. Ze vrezen dat ze hun job gaan verliezen door de opmars van robotica en de digitale economie. Ze vrezen de toevloed van vreemdelingen die de samenhang van hun land ondermijnt. Ze vrezen terroristen die aanslagen plegen om redenen die ze niet begrijpen. Ze zijn angstig dat de gevestigde politici en partijen hen niet kunnen of willen beschermen tegen die bedreigingen. Daarom worden ze boos en gooien ze overal figuurlijk met stenen om zich te laten zien en horen. En daar spelen populisten handig op in en beantwoorden steeds luider hun roep om help.
Bremmer geeft daar enkele concrete voorbeelden van: “Donald Trump tells an excited overflow crowd that he sees them, that he sees their enemies, and that only he can take them (back) to the promised land. Senators Elizabeth Warren and Bernie Sanders tell cheering fans that big corporations and Wall Street banks are robbing them blind. Champions of Brexit tell voters they must reclaim Britain's borders and reject laws and rules imposed by Europeans. European populists tell followers they will lead the charge of patriots against foreigners and globalists.” De populisten, zo zegt Bremmer, bieden geen concrete oplossingen maar zeggen dat de elites niet het recht hebben om te bepalen hoe we moeten leven. Ze keren zich daarbij tegen de gevestigde partijen, maar ook tegen de media die in hun ogen het ‘spel’ meespelen en zo de gewone burgers bedriegen. Die media brengen volgens populisten ‘fake news’, ze desinformeren en beïnvloeden de publieke opinie en staan vijandig tegenover iedereen die het establishment aanvalt. Volgens ‘fact checkers’ gebeurt echter doorgaans het omgekeerde en hanteren veel populisten net ‘fake news’ om de kiezers te misleiden.
Hoe dan ook, populisten leggen wel vaak de vinger op de wonde, namelijk dat globalisering faalt en zelfs een gevaar vormt voor de huidige levensstandaard en welvaart van de eigen ingezeten burgers. In die zin wakkeren ze ook de angst verder aan. “These would‑be leaders have a talent for drawing boundaries between people. They offer a compelling vision of division, of "us vs. them," of the worthy citizen fighting for his rights against the entitled or grasping thief. Depending on the country and the moment, "them" may mean rich people or poor people, foreigners or religious, racial, and ethnic minorities. It can mean supporters of a rival political party or people who live in a different part of the country. It can mean politicians, bankers, or reporters. However applied, it's a tried- and- true political tool,” zo schrijft Bremmer. Populisten voeden de angst. Vreemdelingen zullen je baan stelen, je pensioen kosten en je traditionele cultuur vervuilen, zo beweren ze. Om ‘zichzelf te beschermen’ kiezen die angstige mensen voor (populistische) politici die nieuwe barrières willen bouwen, zowel fysieke muren als importheffingen en tarieven. Hoe meer angst ze aanjagen, hoe meer mensen ze bekoren. In die zin zijn populisten een soort hedendaagse rattenvangers van Hamelen.
In het derde hoofdstuk analyseert Bremmer de situatie in de twaalf grootste ontwikkelingslanden (Egypte, Indonesië, Turkije, Brazilië, Rusland, Mexico, Nigeria, Saudi-Arabië, Zuid-Afrika, Venezuela, India en China) die samen meer dan helft van de wereldbevolking omvatten. Volgens de auteur zullen zij de toekomst van de geglobaliseerde economie bepalen. Ook in die landen kampen met steeds meer frustratie onder de bevolking. Zo verwijst hij naar de toenemende ongelijkheid in Egypte, de religieuze spanningen in India, het gebrek aan basisvoorzieningen in Venezuela en de corruptie in Rusland. Ook daar voorspelt Bremmer een terugval naar de eigen positie en een roep om protectionisme. Al zit hier een tegenstrijdigheid in het boek want elders beschrijft de auteur dat de Chinese president voor het leven Xi Jinping juist pleit voor mondiale vrijhandel. En ook de huidige leiders van India beseffen goed dat open handelsgrenzen leiden tot economische groei en op die manier tot meer welvaart. Al lijken steeds meer hindoes de kant te kiezen van nationalistische partijen die zich keren tegen vreemdelingen en andersgelovigen.
Maar het klopt dat zowat overal de winnaars en verliezers van de globalisering tegenover elkaar staan en dat dit leidt tot populisme, nationalisme, conservatisme en ook steeds meer in nieuwe vormen van autoritarisme. Denk aan Poetin in Rusland, Erdogan in Turkije, Maduro in Venezuela en Duterte in de Filipijnen. Een gemeenschappelijk kenmerk is dat ze zich keren tegen de open samenleving en bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting aan banden leggen. Zo worden er journalisten die kritisch staan tegenover de leiders gemuilkorfd en internetsites verboden. China hanteert zelfs een heuse ‘Great Firewall’ om ongewenste informatie buiten de grenzen te houden en is volop bezig met het aanleggen van een ‘social credit report’ over elk van haar burgers. Maar ook in Europa zien we een tendens naar autoritarisme en illiberalisme, zoals in Hongarije en Polen. De enige landen die volgens Bremmer immuun lijken voor deze kwalijke ontwikkelingen zijn de Scandinavische landen, ondanks hun enorm hoge belastingsdruk, al onderschat de auteur ook hier de opkomst van groeperingen en partijen die zich kanten tegen migratie, open grenzen en algemene vrijhandel.
Bremmer geeft overvloedig voorbeelden van zaken die ingaan tegen de liberale democratie die Fukuyama in 1990 nog bestempelde als het ideologische model dat definitief gewonnen had en dat zou leiden tot ‘het einde van de geschiedenis’. Zijn boek is dan ook beangstigend voor al wie de liberale democratie als beste staatsvorm blijft verdedigen. Zo zijn er nog veel mensen, maar het is duidelijk dat de tegenstanders de wind in de zeilen hebben. Misschien moeten we inderdaad werk maken van een nieuw sociaal contract zoals de auteur voorstelt, een nieuw verhaal dat niet alleen ambitie maar ook vertrouwen uitstraalt. In het bijzonder naar al diegenen die er nu van overtuigd zijn dat de politieke en intellectuele elite geen enkele interesse heeft in hen, dat het haar geen barst kan schelen wat er met hen gebeurt. Een nieuw sociaal contract dat duidelijk aanstuurt op minder ongelijkheid in elk land en in de hele wereld, dat inherent de democratie verdedigt, dat opnieuw sterk inzet op onderwijs. “Remaking the relationship between citizens and government is much more likely than the construction of walls to create lasting security and prosperity for the greatest number of people,” aldus Bremmer.
Dat nieuw sociaal contract, dat nieuw verhaal is noodzakelijk om te verhinderen dat we een terugval zouden kennen naar de tijd waarin totalitaire ideologieën opnieuw hun grip krijgen over de burger. Het wordt een harde strijd om het geschonden vertrouwen te herstellen, maar er bestaat geen andere weg. Wie de liberale democratie lief heeft, mag niet langer zelfgenoegzaam achterover leunen, maar moet nu dringend in actie komen. Wie daar (nog) niet van overtuigd is, leze dit indrukwekkende boek.
Ian Bremmer, Us vs. Them. The Failure of Globalism,
Recensie door Dirk Verhofstadt