Lemaître - Dominique Lambert
Sommige mensen zijn ondanks hun enorme verdiensten geen sant in eigen land. Zo iemand is de Belgische kanunnik, astronoom en wiskundige Georges Lemaître die in 1894 geboren werd in Charleroi en algemeen beschouwd wordt als de grondlegger van de oerknaltheorie. Bij de verkiezing tot grootste Belg haalde hij nauwelijks de 78ste plaats in Wallonië. En toch kan men hem Lemaître zowat op dezelfde lijn plaatsen met grote namen als Albert Einstein, Edwin Hubble, Fred Hoyle en Arthur Eddington. Toegegeven, zelf kende ik de man ook niet tot Etienne Vermeersch me voor ons interviewboek over hem sprak. Lemaître was de eerste die in 1927 de hypothese ontwikkelde dat alles wat zit uitzet, zoals het heelal, ook ooit een begin moet gehad hebben.
Die hypothese werd eerst verworpen en zelfs belachelijk gemaakt, onder meer door de astronoom Fred Hoyle die ze al schertsend de Big Bang-theorie noemde. Maar naderhand zijn er meer en meer argumenten ontwikkeld die de hypothese lijken te bevestigen. Zo stelde Amerikaanse astronoom Edwin Hubble, in navolging van Lemaître, in 1929 vast dat het spectrum van de sterren die heel ver van ons staan naar het rood verschuift, dus dat melkwegen die verder van ons afstaan dan andere stelsels een rodere kleur vertonen.
Vandaag wordt de oerknaltheorie algemeen aangenomen alhoewel vooral gelovige mensen het hier moeilijk mee hebben, want zij blijven vasthouden aan God als schepper van hemel en aarde. En hier ligt juist de paradox, want Lemaître was een overtuigde katholiek en priester die niet twijfelde over het bestaan van God maar weigerde om de Bijbelverzen letterlijk te interpreteren. Daarvoor had hij teveel belangstelling voor de wetenschap zoals reeds duidelijk werd in zijn proefschrift La physique d’Einstein waarin hij de ideeën van Einstein over de speciale en algemene relativiteitstheorie goed samenvatte. Alleen botste hij op de zogenaamde kosmologische constante van Einstein die daarmee de onveranderlijkheid van het heelal wou aantonen. Lemaître had de moed om de grote geleerde op dit vlak tegen te spreken. Ook Hubble zou blijven vasthouden aan de idee van een statisch heelal, maar ook dat kon de Belgische fysicus niet tegenhouden. Lemaître ontmoette Einstein in Pasadena en sprak hem over zijn theorie. Later zou Einstein toegeven dat hij zich vergist had.
Intussen was Lemaître bezig aan een internationale opmars en werd hij als katholieke priester zelfs aangesteld als voorzitter van de Pauselijke Academie van Wetenschappen. Hij bleef immers een overtuigde gelovige. “Ik heb te veel eerbied voor God om van Hem een (wetenschappelijke) hypothese te maken”, zo schreef hij, maar het blijft een mysterie hoe een gedegen wetenschapper als Lemaître zijn vaststellingen kon blijven verdedigen zonder in tegenspraak te komen met zijn geloof. Hij had goede contacten met paus Pius XII. Hoe kan hij echt geloofd hebben in de ‘onfeilbaarheid’ van Pius XII die het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria verkondigde? Volgens Lemaître bestonden er twee wegen naar de waarheid, die van de wetenschap en die van het geloof. Alleen blijft onduidelijk hoe hij de besluiten van de beide visies met elkaar kon verzoenen, want op een bepaald punt lopen die twee onvermijdelijk uit elkaar. Denk aan de evolutietheorie die radicaal ingaat tegen elk idee van een soort van schepping door een bovennatuurlijk wezen.
“De vraag of het (de oerknal) echt een begin was of eerder een schepping – iets dat begint vanuit niets – is een filosofische vraag die niet door natuurkundige of astronomische overwegingen kan worden opgelost”, schreef Lemaître in 1950. Maar een jaar later hield Pius XII een redevoering over een reeks bewijzen voor het bestaan van God waarin hij indirect argumenten gebruikte van Lemaître. Die was daar niet gelukkig om omdat het in strijd was met zijn wetenschappelijke bevindingen. Maar de fysicus onderging het en bood al met al weinig weerwerk. Daarvoor bleef hij te trouw aan het kerkelijke instituut. Desondanks heeft hij een bijzondere, zelfs beslissende bijdrage geleverd voor het begin van ons heelal, een ontdekking die ons wereldbeeld heeft veranderd. Al blijft de vraag wat er dan voor de oerknal gebeurd is. Etienne Vermeersch is daarover duidelijk: “Over wat vóór dat cruciale moment gebeurde kunnen we op basis van de natuurwetten echter geen zinnige uitspraken doen. De vraag wat er vóór de Big Bang bestond, is een zinledige vraag. Al even zinledig, me dunkt, als de vraag: “waarom is er ‘iets’ en waarom is er niet veeleer ‘niets’.”
Het boek van Dominique Lambert is een eerbetoon aan een van de grootste wetenschappers die we in ons land gekend hebben. Daarmee haalt hij Lemaître finaal vanonder de stofwebben van de geschiedenis en geeft hij hem de plaats die hij heeft verdiend. Het boek bevat trouwens heel van bijkomende informatie over de ideeën die in de tijd van Lemaître leefden en die in belangrijke mate nog steeds actueel zijn.
Dominique Lambert, Lemaître, Wetenschappelijke biografie, 2012
Recensie door Dirk Verhofstadt