Laten we over migratie praten (en kalm blijven) - Patrick Loobuyck
Migratie verhit gemakkelijk de gemoederen. Sereen debat is zeldzaam. Wie zich aan de discussie waagt riskeert al snel foute motieven en standpunten te worden toegedicht. Zo schrijft Bart De Wever (N-VA) in een veelbesproken opiniestuk in De Morgen (24.01.208) dat de linkse gutmensch open grenzen bepleit en via juridische en morele chantage de natiestaat wil uithollen. In de discussie over de vraag of de politie het recht krijgt om het huis te betreden waar uitgewezen migranten verblijven verwijt kamerlid Wouter De Vriendt (Groen) dat minister Koen Geens (CD&C) een “heksenjacht” wil organiseren. Francken, die eerder al door de jongerenafdeling van Ecolo als Nazi werd afgebeeld, noemt De Vriendt dan weer “grenzeloos naïef”. Sfeerschepping verziekt het debat en leidt af van waar het zou moeten over gaan.
Migratie plaatst ons immers voor dilemma’s die geen lichtzinnigheid verdragen. Verschillende morele perspectieven botsen met elkaar. Het perspectief van het individu en het perspectief van de natie- en welvaarsstaat. Voor wie er niet uitkomt, is er een schamele troost. De vraag hoe restrictief het migratiebeleid moet zijn, verdeelt ook knappe politieke filosofen. David Miller, Oxfordfilosoof van sociaaldemocratische snit, verdedigt op basis van liberaal nationalisme het recht van natiestaten om zich omwille van identiteit en het behoud van de welvaartsstaat tegen migratie te beschermen. Chandran Kukathas, een libertariër van de London School of Economics, argumenteert dan weer dat het zelfbeschikkingsrecht van de natiestaat ondergeschikt is aan het individuele recht op vrije beweging en bepleit een vorm van open grenzen.
Een ander dilemma vormt de botsing tussen concrete naastenliefde en abstracte rechtvaardigheid. Moeten we mensen helpen die tot hier zijn geraakt en ons het gelaat van de ander nabij brengen? Of moeten we de schaarse middelen veeleer inzetten in arme regio’s en conflictgebieden om er de noden te lenigen van mensen die we hier niet zien maar zwaar in de miserie zitten? Zouden we de aandacht voor opvang en asiel die slechts bescherming oplevert voor enkelingen niet beter heroriënteren naar steun aan de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en het uitbouwen van safe area’s waarin we vluchtelingen direct kunnen opvangen, vestigen en empoweren? Dat laatste is alvast wat de Oxfordeconoom Paul Collier verdedigt in zijn recente boek Refuge. De meest behoeftigen komen immers niet tot hier en de grondoorzaken van migratie worden niet weggewerkt door hier mensen toe te laten. Soms is het tegendeel waar.
U zult opmerken dat ik de twee visies beter niet tegen elkaar uitspeel: het is een en/en kwestie. Klopt, maar de juiste balans creëren tussen rechtvaardigheid en medemenselijkheid blijft lastig. Een uitwijzingsbeleid flirt bijvoorbeeld gemakkelijk met het onmenselijke. Zet maar eens ouders met kinderen die hier geboren zijn op het vliegtuig naar een land waar die kinderen nooit geweest zijn. Die gezinnen regulariseren is dan misschien wel humaan maar heeft dan weer iets onrechtvaardigs ten aanzien van zij die wel vrijwillig of gedwongen vertrokken zijn.
Hoewel het stuk van Bart De Wever zinvolle dingen zegt, gooit het voornamelijk olie op het vuur van de polarisering. Dat is spijtig want op die manier wordt verdonkeremaand dat er in Vlaanderen een grote politieke en maatschappelijke consensus bestaat over de belangrijkste uitgangspunten. Het pleidooi voor open grenzen is marginaal, bijna iedereen aanvaardt de legitimiteit van een toelatings- en terugkeerbeleid. Rechtvaardige, duidelijke en transparante criteria moeten bepalen wie wel en wie niet naar hier mag komen. Op bepaalde punten is België hiervoor gebonden aan internationale verdragen en overeenkomsten, op andere punten kan België zelf beleid voeren en accenten leggen.
Het komt erop aan rechtvaardige procedures op een menselijke manier te handhaven. Zo kan de asielprocedure een legitiem instrument zijn om mensen al dan niet het vluchtelingenstatuut toe te kennen. Maar mensen jarenlang in de procedure gijzelen, kinderen van school wegplukken en opsluiten of overmatig geweld bij uitwijzingen (denk aan de dood van Sémira Adamu in 1998) zijn onmenselijke toepassingen van een beleid dat op zich wel te rechtvaardigen is. Gezien terugkeer een akkoord vereist met het land van herkomst, zal er ook samengewerkt moeten worden met dubieuze regimes. Hoever we daarin gaan is een heikele kwestie die pragmatiek tegenover ethiek plaatst. Het impliceert alvast niet noodzakelijk dat je ambtenaren uit probleemlanden als Soedan uitnodigt om hier landgenoten in illegaal verblijf te identificeren.
Sommigen zullen nog consequenter moeten leren aanvaarden dat we immigratieregels hebben die bepalen wie niet binnen mag. De overheid moet de mogelijkheid krijgen om mensen zonder wettig verblijf tegen te houden, op te pakken en terug te sturen zonder onmiddellijk te spreken van een heksenjacht. Anderen moeten dan weer leren dat die regels consequent menselijk en met respect voor ieders grondrechten uitgevoerd moeten worden. De gretigheid waarmee het beleid vandaag mensen wil oppakken en terugsturen loopt er de humane kantjes vanaf.
Er is vervolgens ook een brede consensus dat migranten die zich hier mogen vestigen verwelkomd en begeleid worden door een goed uitgebouwd inburgerings-, taal- en integratiebeleid. Aangevuld met efficiënte gelijkekansen- en antidiscriminatiemaatregelen moeten die nieuwkomers maximaal in staat stellen om aan de samenleving te participeren. Dit is zowel in het belang van de migrant als van de samenleving. De terughoudendheid van minister Homans om praktijktesten in te voeren op de private huurmarkt is in dat opzicht teleurstellend. Ook de malaise bij het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering is betreurenswaardig. Het ontslag van 170 werknemers resulteert in een vertrouwensbreuk die dringend hersteld moet worden. Wie daarin verantwoordelijkheid draagt moet die nemen, zonder uitstel.
Zou het kunnen dat als de dames en heren politici de discussie aanvatten vanuit deze breed gedragen consensus we een kwalitatief beter en genuanceerder migratiedebat krijgen? De opgeklopte tegenstelling van beide kanten zijn vaak fake. Theo Francken is geen Trump en al zeker geen Nazi, Groen en sp.a zijn geen watjes. Alstublieft, stop dat polariserend gekissebis en ga samen op basis van feiten en gedeelde morele principes op zoek naar een nog rechtvaardiger en menselijker migratiebeleid. Plus est en vous.
Patrick Loobuyck
De auteur is moraalfilosoof aan de UAntwerpen en de UGent en auteur van het boek Samenleven met Gezond Verstand (Polis 2017)